210 likes | 316 Views
Paragraaf 2.6. Milieuproblemen in Nederland. De natuur. Nederland heeft de natuur al erg veranderd: Aanleggen van akkergrond: ontginning, waardoor men bossen kapt. Inpolderen: meer land “maken” door water weg te pompen Veenlagen weghalen voor brandstof. Nederland werd een cultuurlandschap
E N D
Paragraaf 2.6 Milieuproblemen in Nederland
De natuur • Nederland heeft de natuur al erg veranderd: • Aanleggen van akkergrond: ontginning, waardoor men bossen kapt. • Inpolderen: meer land “maken” door water weg te pompen • Veenlagen weghalen voor brandstof.
Nederland werd een cultuurlandschap • = Steden
Milieuvervuiling • Voordat er industrie kwam was er al vervuiling in Nederland: • Afvalstoffen van arbeiders en landbouw werden ergens gedumpt. • Niemand maakte zich zorgen over het milieu.
In steden • In de steden waren er wel milieuregels: • Voor de veiligheid van de burgers: • Brand en rattenplagen tegengaan en zuiver drinkwater behouden.
Schoon drinkwater • Tot half 19e eeuw: vies drinkwater. • Dit leidde tot tienduizenden choleraslachtoffers. • Toen de industrie kwam werd de bodem weer verontreinigd. • Lucht, water en bodem waren weer vervuild. • Niemand die daar iets aan deed.
Na de Tweede Wereldoorlog • Industrialisatie ging in hoog tempo door. • Economische groei was belangrijk. • Weinig mensen dachten na over de grondstoffen die zouden opraken! • In de jaren ´60 kwam er aandacht voor het milieu.
Jaren ´60 • Water en lucht waren flink vervuild door de fabrieken. • Ook door de landbouw: veebedrijven produceren mest. • Er werd meer kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruikt. • Meer welvaart: groeiende bevolking, meer energie nodig. En meer auto’s
1968 • Club van Rome komt bij elkaar • Rapport: “Grenzen aan de groei”. • 50 politici, geleerden en industriëlen die aandacht wilden voor het milieu. • Ze waarschuwden voor de gevolgen voor het milieu als er niets zou veranderen. • Aardolie, hardhout en vis zou opraken. • En gezondheidsproblemen voor de bevolking.
Oliecrisis • In 1973 hadden we een oliecrisis. • Plots merkten we wat er gebeurt als er geen olie meer is. • Onze welvaart hangt dus af van de olie! • Als we dus niets aan het milieu doen, is een economische crisis het gevolg! • Mensen schrokken wakker!
Jaren ‘70 • Milieuorganisaties (bv. Greenpeace) werden opgericht, om mensen te overtuigen iets voor het milieu te doen! • Er kwam een milieubeweging: milieu was belangrijker dan welvaart of de economie.
Politiek • Ook de politiek vond het milieu wel belangrijk. • 1990: oprichting GroenLinks. • Tegenwoordig heeft elke partij wel een mening over het milieu. • Ministers maken een echt milieubeleid: hoe beschermen we het milieu, en laten we de economie toch groeien?
Duurzame ontwikkeling • Tegenwoordig wil de overheid dat duurzame ontwikkeling belangrijk wordt. • = verstandig gebruik maken van de natuur en vooral rekening houden met de toekomst. • Bv, wie bomen kapt, moet nieuwe bomen planten. Vissers mogen maar maximale hoeveelheden uit de zee halen, zodat er genoeg overblijft.
Milieuvervuiling • Tegenwoordig zijn er ook hoge boetes voor milieuvervuiling door bedrijven. • De vervuiler betaalt! • Bv, boetes voor boeren die teveel mest produceren. • Auto’s moesten een katalysator hebben tegen roet van de uitlaat. • Brandstof is ook duurder door extra belastingen.
Afval • Tegenwoordig zijn er veel reclames om beter met je afval om te gaan: • Plastic apart inzamelen. • Glas, kleding, papier kan allemaal gerecycled worden. • Burgers moeten zuiniger met hun afval omgaan.
Energiebeleid • Energiebeleid van de overheid: • Zuinigere energie kopen: • Wind- en zonne-energie. • Hier zijn subsidies voor.
Botst • Soms kunnen milieuorganisaties en de overheid regelmatig nog botsen over het milieu: • Uitbreiding van Schiphol, • Nieuwe snelwegen aanleggen.
Economisch voordeel en mobiliteit tegenover geluidsoverlast, stank en verstoring van de natuur • Wat is belangrijker? • Onze welvaart of de natuur?