1 / 17

Paragraaf 7.2

Paragraaf 7.2. Landelijk bestuur. Parlement. Neemt de beslissingen. Elke 4 jaar verkiezingen Wordt door de bevolking gekozen. 2 kamers: Eerste en Tweede kamer. Van elke politieke partij gaan er na de verkiezingen bepaalde mensen in de Kamer zitten: dit is de fractie van elke partij.

davis
Download Presentation

Paragraaf 7.2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Paragraaf 7.2 Landelijk bestuur

  2. Parlement • Neemt de beslissingen. • Elke 4 jaar verkiezingen • Wordt door de bevolking gekozen. • 2 kamers: Eerste en Tweede kamer. • Van elke politieke partij gaan er na de verkiezingen bepaalde mensen in de Kamer zitten: dit is de fractie van elke partij.

  3. Tweede Kamer • 150 leden • Praten over wetsvoorstellen van ministers • Mogen zelf ook wetsvoorstellen doen • Mag wetsvoorstellen afkeuren, goedkeuren of wijzigen. • Controleren de ministers. • Kunnen een ministers ontslaan.

  4. Eerste Kamer • 75 leden • Door bestuur van de provincies gekozen • Controleert besluiten van de Tweede Kamer • Mag een wetsvoorstel goed of afkeuren, maar niet wijzigen!

  5. Tweede kamer: zetelverdeling • 2010: • VVD (31 zetels) • PvdA (30) • PVV (24 ) • CDA (21 ) • SP (15 ) • D66 (10) • GroenLinks (10 ) • ChristenUnie (5) • SGP (2 ) • Partij voor de Dieren (2) • 2006: • CDA (41) • PvdA (33) • SP (25) • VVD (21) • PVV (9) • GroenLinks (7) • ChristenUnie (6) • D66 (3) • SGP (2) • PvdD (2) • lid Verdonk (1)

  6. Na de verkiezingen: • Als de verkiezingen voorbij zijn: komt er een informateur. • Praat met alle partijen. • Wie wil er samenwerken?

  7. Coalitie • Elke wet wordt aangenomen door meerderheid van de Kamer. (helft van 150 leden + 1, dus 76 stemmen) • Dus na verkiezingen op zoek naar partijen die vaak minimaal 76 stemmen samen halen. (start met de grootste partij) • Als zij officieel gaan samenwerken, heten zij de coalitie.

  8. Coalitie: • Ze kunnen het natuurlijk niet altijd eens zijn, maar wel over de belangrijkste onderwerpen. • Onderling verdelen deze partijen de ministers. • Zonder coalitie heb je 4 jaar chaos, omdat niemand het eens wordt met elkaar. • Doel coalitie: afspraken maken zodat de komende 4 jaar toch besluiten worden genomen. • Uitleg a.d.v. Klassenactiviteit kiezen.

  9. Als er afspraken zijn, en er mogelijkheden zijn voor een coalitie; dan gaat de informateur naar de koningin. • Zij benoemt dan een formateur. • Hij gaat de formatie van de coalitie definitief maken. • Welke coalitie heeft de meeste kans van slagen?

  10. De rest • De partijen die niet mee doen, noemen we oppositie. • Zij moeten kritisch kijken naar wat de coalitie wilt gaan doen.

  11. Huidige coalitie • Dit kabinet werd gevormd na de verkiezingen van 22 november 2006 uit de coalitie CDA, PvdA en ChristenUnie. Het kabinet trad op 22 februari 2007 aan en kan in de Tweede Kamer rekenen op steun van 80 leden. • Juni 2010 nieuwe verkiezingen omdat het oude kabinet is “gevallen”.

  12. Nieuwe coalities na verkiezingen 2010? • VVD (31 zetels) • PvdA (30) • PVV (24 ) • CDA (21 ) • SP (15 ) • D66 (10) • GroenLinks (10 ) • ChristenUnie (5) • SGP (2 ) • Partij voor de Dieren (2) Mogelijke nieuwe coalities waren: VVD, PVDA en PVV: 85 zetels. Maar VVD wilde niet met PVV VVD, PVDA en CDA: 82 zetels Maar PvdA en CDA wilden niet samen. Dus nieuwe oplossing: Alleen VVD en CDA samen. Dit is een minderheidskabinet. (geen 76 zetels) Maar PVV zal ze vaak steunen. Dit noemen we gedoogsteun.

  13. Kabinet • Kabinet: ministers + staatssecretarissen en Min-President. • Uit de partijen van de coalitie komen dus de ministers • Grootste partij levert Minister-President. • Elke minister heeft eigen taak. • Alle ministers samen zitten in de ministerraad.

  14. Vallen? • Redenen dat een kabinet stopt : • De 4 jaar zijn om. • Onderlinge meningsverschillen binnen de coalitie • Het parlement heeft geen vertrouwen meer in de ministers. • 2010: reden is problemen over Afghanistan troepen. PvdA wilde geen soldaten meer sturen, en CDA wel. Verschil was te groot, dus kabinet valt.

  15. Einde paragraaf 7.2

More Related