230 likes | 374 Views
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945. Nederland komt er weer bovenop. Mei 1945: De oorlog is voorbij! Alles is kapotgemaakt: huizen, wegen, scholen, winkels, boerderijen, fabrieken…… De Duisters hadden veel spullen meegenomen. Hoe ga je dit oplossen?. Hulp. Er kwam hulp uit Amerika:
E N D
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945
Nederland komt er weer bovenop • Mei 1945: • De oorlog is voorbij! • Alles is kapotgemaakt: huizen, wegen, scholen, winkels, boerderijen, fabrieken…… • De Duisters hadden veel spullen meegenomen. • Hoe ga je dit oplossen?
Hulp • Er kwam hulp uit Amerika: • Idee van Dhr. Marshall; Geld geven aan landen om huneconomie op te bouwen, zodat ze niet voor het communisme kiezen. • Marshallhulp.
Geld! • 1 miljard dollar om in de VS te besteden. • Doel: industrie in Europa en VS op gang krijgen. • Daarna kan er weer geld verdiend worden!
Economie • Om meer te handelen en te verkopen aan eht buitenland is 1 ding belangrijk: • Lage lonen! • Hierdoor blijven de prijzen van de producten ook laag • Dan verkoop je meer!
Regering • De regering maakt afspraken met de werkgevers en werknemers voor lage lonen. • Harmoniemodel!
Harmoniemodel overheid Betalen mee met de sociale wetten Regelt sociale wetten zoals pensioen Werknemers Werkgevers Werken voor lage lonen zonder te staken
Economische groei • Door de lage lonen worden er veel producten verkocht. • De economie gaat groeien in de jaren ‘50. • Vanaf dan meer welvaart. • Bedrijven gaan groeien en worden multinationals. • Shell, Heineken en Philips gaan de hele wereld over.
Jaren ‘60 • Wederopbouw is nu af, want de welvaart gaat nu echt stijgen! • Er komt weer voor het eerst luxe!
Welvaart groeit snel • Jaren ‘60: • De lonen stijgen! • En vanaf 1965: zaterdags vrij! • Lonen mogen gaan stijgen vanaf 1963. • Tot die tijd regelde de overheid dit.
Luxe • Hogere lonen leidt tot meer luxe! • Koelkast • Wasmachine • Tv • Auto • Naar het strand of het buitenland! • Nederland werd een consumptiemaatschappij.
Steden • Steden werden voller, maar ook konden mensen met de auto naar hun werk. • Genoeg geld = verhuizen naar het platteland. • Lonen stijgen; prijzen stijgen ook! • Dit is inflatie; minder kunnen kopen voor hetzelfde geld! • Olieprijzen stijgen vanaf de jaren ‘70.
Welvaart? • Welvaart is dan niet meer vanzelfsprekend. • Er is niet ‘zomaar’ welvaart…. • Economie ging slechter. • Bedrijven gaan opzoek naar goedkope arbeiders; lagelonenlanden, Azië. • Andere beroepen zijn nu belangrijker. • Even wennen in de economie, maar daarna gaat het beter!
Samenleving verandert • Vanaf 1945: • Meer buitenlanders in Nederland. • 3 groepen: • Indonesiërs • Gastarbeiders • Surinamers.
Indonesiërs • Vanaf 1950. • 300.000 mensen kwamen naar Nederland. • Ze wilden weg uit Indonesië toen dat onafhankelijk werd van Nl. • Ze hadden ooit Nl geholpen en waren nu niet meer welkom in Indonesië.
Gastarbeiders • In de jaren '70 waren er meer werknemers nodig. • Vooral voor ongeschoold werk; geen opleiding nodig. • Nederlanders wilden dit werk niet doen. • Er werden arbeiders uit het buitenland gehaald • = gastarbeiders.
Gastarbeiders • De overheid regelde niets voor ze: ze zouden toch ooit teruggaan. • Gingen in steden wonen, in kleine flatjes. • Na een aantal jaar waren ze nog steeds nodig. • Dus ze bleven en lieten gezin overkomen. • In de jaren ’70 kwam er meer automatisering. • Gastarbeiders werden overbodig. • Maar konden na 20 jaar niet meer terug. • = Werkeloosheid!
Suriname • Suriname werd onafhankelijk in 1975. • Veel Surinamers hoorden liever bij NL en kwamen hierheen.
Zo kwam er een multiculturele samenleving. • Verschillende culturen gemengd! • Andere talen en gewoontes! • Integratie ( aanpassing) is moeizaam.