100 likes | 257 Views
Kleinschalig wonen in haar leefomgeving. Froukje van Rossum Donderdag 10 mei 2012. Even voorstellen. p sychologie: ziekte en gezondheid ziekte/stoornis ↓ beperking = objectief, functie niet kunnen gebruiken ↓ handicap = maatschappelijk nadeel
E N D
Kleinschalig wonen in haar leefomgeving Froukje van Rossum Donderdag 10 mei 2012
Even voorstellen • psychologie: ziekte en gezondheid • ziekte/stoornis ↓ beperking = objectief, functie niet kunnen gebruiken ↓ handicap = maatschappelijk nadeel • handicap ligt niet vast: hulpmiddelen/leefomgeving aanpassen
Kleinschalig wonen vs wonen in een instelling • Afgeschermd • Hospitalisatie • Instellingsregime • Nadruk op “ziek” en wat mensen niet kunnen: patiëntrol ↕ • In de maatschappij en sociale context • Functioneren in verschillende sociale rollen • individu/cliënt centraal • Kunnen kiezen, zo normaal mogelijk • menselijke maat • Nadruk op wat mensen wel kunnen: burgerrol i.p.v. patiëntrol
Leefomgeving: welke kansen en (on)mogelijkheden? Van buiten naar binnen: • Wat is een geschikte leefomgeving om een kleinschalige woonvorm te starten? • Welke kansen biedt de leefomgeving voor het functioneren van de woonvorm? Van binnen naar buiten: 3. Leefomgeving van bewoners: hoe kan het sociale netwerk in stand worden gehouden? 4. Leefomgeving bewoners: hoe kan maatschappelijke deelname worden voortgezet?
1. Wat is een geschikte leefomgeving? Hangt uiteraard af van profiel woonvorm: welke omgeving is nodig om de handicap zo klein mogelijk maken? Maar ook: • Voldoende kwaliteit (groen, schoon, heel) • Sociaal goed functionerend dorp/wijk levert mogelijkheden voor participatie, potentiële vrijwilligers etc (bron: Sociale Index) • Andere voorzieningen
2. Welke kansen biedt de leefomgeving voor het functioneren van de woonvorm? 1. Vrijwilligers 2. Activiteiten binnen/buiten woonvorm 3. Voorzieningen 4. Exploitatie: andere functies onderdak verlenen waardoor woonvorm een wijkfunctie krijgt • Fysiotherapeut • Diëtist • Logeerkamer voor familie
3. Sociaal netwerk in stand houden/opbouwen • Gaat niet vanzelf! • Hospitalisatie tegengaan: zo gewoon mogelijk • Functioneren in verschillende sociale rollen • Sociale contacten: vorm en inhoud • Hoe faciliteren?
4. Maatschappelijke deelname • Voorzetting eigen activiteiten • Bezoek aan winkel/bakker etc. • Ontmoeting dorpsbewoners • Waarom belangrijk? • (on)mogelijkheden voor participatie? • Nieuwe woonomgeving voor bewoners?
Mogelijkheid of utopie? • “Leuk hoor, volwaardig burgerschap, maar bij mijn bewoners gaat dat niet op” • “De leefomgeving zit niet te wachten op participatie van mijn bewoners” • “Meerdere functies in de woonvorm? Onze woonvorm is geen buurthuis: het is een woning!”