210 likes | 372 Views
Wonen in Nederland. § 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden. Klimaatverandering. De waterhuishouding van Nederland is erg ingewikkeld. In de toekomst zal de waterhuishouding gaan veranderen met het oog op klimaatverandering.
E N D
Wonen in Nederland § 1.3 Veranderende natuurlijke omstandigheden
Klimaatverandering • De waterhuishouding van Nederland is erg ingewikkeld. • In de toekomst zal de waterhuishouding gaan veranderen met het oog op klimaatverandering. • Een van de verwachte veranderingen is de hoeveelheid neerslag. • Het neerslagregiem verandert: Meer schommelingen in de neerslag verspreid over een jaar. • Het KNMI doet de volgende voorspelling voor Nederland: (zie klimaatscenario’s) • Uiteindelijk zal er een opwarming plaatsvinden deze eeuw tussen de 1 en 6 graden Celsius.
Klimaatverandering: Zeespiegelstijging • Toename temperatuur betekent toename zeespiegel: • Afsmelten Landijs en gletsjers • Thermische expansie water
Gevolgen voor NL? • Gebieden die lager liggen dan Zeespiegelniveau • Daardoor heeft het zeewater de neiging om het land binnen te dringen ( oa kwelwater) • Dit leidt tot verzilting!
Bodemdaling • Een ander groot probleem bij NL, is dat het ten opzichte van de zeespiegel steeds lager komt te liggen. Dit komt door bodemdaling: • Bodemdaling heeft verschillende oorzaken: • Tekort sedimentatiemateriaal • Inklinking bodem • Veenoxidatie • Aardgaswinning • Kanteleffect (dalingsgebied – geosynclinalen)
1.Tekort sedimentatiemateriaal • Vroeger overstromingen sedimentafzettingen • Dit compenseerde de natuurlijke bodemdaling! • Tegenwoordig uiterwaarde vol met sedimenten daardoor sneller overstromingen!
2. Inklinking bodem • Wat is kenmerkend aan Zeeklei en Veen? • Houden goed water vast • En wat doen de Nederlanders? • Het water wegpompen (verlaging waterstand) • Daardoor moet de bodem zich overnieuw zetten en zakt in! (inklinking bodem)
3.Veenoxidatie • Wat is Veen? • Dode plantenresten • Dit is brandbaar materiaal als je het laat drogen (turf) • Waarom is het brandbaar? • Hoger C (koolstof) gehalte. • Koolstof ontstaat door verstikking. • Als je het waterpeil verlaagt, kan het materiaal niet verstikken en ontsnapt de Koolstof (dit komt oa door blootstelling aan zuurstof). • Het materiaal sterft af en de bodem zakt verder in.
5. Kanteleffect (geosynclinale) • Vroeger glacialen en interglacialen • Laatste glaciaal IJskap op Scandinavisch Hoogland
5. Kanteleffect (geosynclinale) • Vroeger glacialen en interglacialen • Laatste glaciaal IJskap op Scandinavisch Hoogland • Door al dat gewicht (paar km aan ijs) werd het land naar beneden gedrukt. • Als een soort wip werd Nederland omhoog geworpen. • Nu het ijs weg is, komt Scandinavië weer langzaam omhoog en zakt NL langzaam naar beneden. • Dit heeft te maken met magmastromen (die wegtrekken van de dalingsgebieden [geosynclinale] naar de omhoogkomende gebieden, waar anders lege holtes onder het gebied zouden ontstaan!
Dan blijf ik met 1 vraag achter: Waarom daalt Oost-NL niet? • Alpen worden nog steeds elk jaar hoger, want Afrika blijft tegen Europa aanduwen. • Daardoor worden oude gebergte ook mee opgeduwd, waaronder de Ardennen • Opheffing! • + Noordzeegevuld met water
Gevolgen voor de rivierafvoer • De klimaatverandering + de zeespiegelstijging + bodemdaling hebben gevolgen voor afvoer van de Nederlandse rivieren. • Het belangrijkste gevolg is, dat de hoeveelheid neerslag (lees: regiem) onregelmatiger wordt. (zie klimaatscenario’s).
Veranderende neerslag • Klimaatverandering heeft dus ook gevolgen voor onze rivieren • In de winter meer neerslag (dus meer afvoer) • In de zomer minder neerslag (dus minder afvoer) • Dit zal problemen opleveren voor de veiligheid, boeren en scheepvaart! • Maar denk ook aan de duurste werkloze van Brabant Koeltoren Amercentrale • Mag warm water niet zomaar lozen in de rivier, daarvoor dient de koeltoren
Problemen in de toekomst: • Winter: Meer kans op verhoogde piekafvoeren in de Rijn en Maas • Dit kan leiden tot overstromingen! • Om overstromingen te voorkomen word een veilige dijkhoogte bepaald. • Die dijkhoogte is afhankelijk van de economische afhankelijkheid van een gebied, in combinatie met het aantal mogelijke slachtoffers. (en de maatgevende afvoer)
Maatgevende afvoer • Maximale hoeveelheid water die een rivier nog veilig kan verwerken voordat het rivierengebied overstroomt. • Voor de Rijn is dit 16.000 m3/sec • Rijn nu: 800 m3/sec (25 nov 2011) • Voor de Maas is dit 3800 m3/ sec
Voor nu: • Lees de tekst hoofdstuk 1 • Paragraaf 1 t/m 3 • Maak opdracht … tm … • OF ga samenvatten • OF ga aan de gang met PWS