160 likes | 277 Views
Basis oplieding ta karmaster STAF oktober 2013. Mise-en-scène en tempo & ritme Gudrun Beckmann. Definitie Mise-en-scène.
E N D
Basis oplieding ta karmaster STAFoktober 2013 Mise-en-scène en tempo & ritme Gudrun Beckmann
Definitie Mise-en-scène “Mise-en-scène is de choreografie van de beweging op het toneel. […] Mise-en-scène zou beweging op toneel moeten stimuleren, gedachten en acties benadrukken en verhelderen, relaties verstevigen en conflicten onderstrepen.” (vrij naar Spolin)
Mise-en-scene • Het spelvlak – velden, plannen, hoogten • Compositie van spelers binnen het toneelbeeld • Focus en kijkrichtingen • Beweging op het toneel • Opkomst en afgang • Verandering van de afstanden tussen de spelers • Handelingen • Spel in en met de ruimte
Het spelvlak • Het spelvlak is driedimensionaal: vlak, diepte en hoogte • Vlak; je kan het spelvlak in de volgende velden onderverdelen: rechts voor de speler Publiek links voor de speler
Compositie van spelers – kijkrichtingen en focus Aandachtspunten • wie zijn de belangrijke personages • wie heeft de actie • zichtlijnen • stabiliteit en dynamiek op het spelvlak • voor de spelers • Kijkrichting – naar wie kijk ik en door wie wordt ik bekeken? • Focus – waar is de focus? Hoe neem en geef ik de focus?
Beweging op het toneel • sterke bewegingen • diagonale van achteren – (je hebt tijd en ruimte) • in de richting van het centrum lopen • stappen voorwaarts – (actie) • zich oprichten, zich openen • van links naar rechts op het toneel lopen • zwakke bewegingen • naar achteren lopen • gaan zitten, inzakken in houding • wiebelen • van rechts naar links lopen op het toneel
Beweging op het toneel • Iedere beweging komt voort uit de handeling of werkt ernaar toe. • De beweging op het spelvlak zou ook zonder tekst de inhoud en de betekenis van de scene duidelijk moeten kunnen maken. • De beweging is vormgegeven inhoud.
Oefening mise-en-scène In subgroepen van 3 personen • Bedenk de mise-en-scène voor een kort tekstfragment • Speel/teken de mise-en-scène • Het publiek geeft feedback op de kwaliteit van de mise-en-scène
Definitie Tempo • Afkomstig van het Latijnse woord ‘tempus’, de tijd of de tijdsruimte • Betrekkelijke snelheid van handelingen of gebeurtenissen • Bepaalde snelheid in de muziek; tijdswaarde, maat
Tempo in een toneelvoorstelling • Wanneer heeft een toneelvoorstelling tempo? • Opkomsten en afgangen; veranderingen in personageconstellatie op het toneel • Spanning van de handeling; handeling met steeds nieuwe spanningsvragen (doet die ‘t of doet die ’t niet) • Tempo in de dialogen; directe actie-reactie zonder het laten vallen van witjes; snelle ‘tekstaansluiting’. • Tempo in de taal; korte zinnen; snelle wissel van clausen. • Tempo is een relatief begrip; als alles eenvormig en traag is, kan een kleine versnelling al tot tempo leiden. • Het maken van tempo betekent vaak een versnelling; verandering van tempo is ritme. (zie verder)
Tempo in een toneelvoorstelling • Wanneer is een toneelvoorstelling (niet bedoeld) traag? • De spelers laten na elke claus een ‘witje’ vallen. • De spelers zijn niet alert; reageren ‘te laat’ op elkaar. • Geen concentratie en spanning in lijf en stem
Definitie van Ritme • De natuurlijke beweging van een zin, hoofdzakelijk expressief gemaakt door de wisselende intensiteit van het temporeel (vlug-langzaam, bijvoorbeeld in de klassieke talen), het dynamisch (sterk-zwak, bijvoorbeeld in de Germaanse talen) en het melodisch (hoog-laag, bijvoorbeeld in de Chinese talen) accent. Ritme ontstaat dus door afwisseling in accent, toonhoogte, kleur, volheid en duur van klanken. (definitie vanuit de retorica)
Ritme in een toneelvoorstelling • Waardoor ontstaat ritme in een voorstelling? • Afwisseling van • lange en korte zinnen en lange en korte clausen • tempo in de tekstbehandeling • opstapeling van acties • afwisseling van opkomsten en afgangen • dynamiek in beweging • montage van de overgangen • gebruik van muziek in de voorstelling • Herhaling van • bewegingen • teksten • mise-en-scène
Opdrachten • Bedenk met z’n drieën voorbeelden van goed en slecht ‘ritme’ bij overgangen of opkomsten. • Bedenk met z’n drieën ‘Wat kan je als regisseur doen om een voorstelling ritmisch te maken?