130 likes | 265 Views
plan je eigen ruimte. Dorpen Vroeger Nu Later. Zeeuwse Dorpstypen. Dorpen Vroeger Nu Later. In het zeekleilandschap van Zuidwest Nederland liggen veel dorpen. Je kunt ze verdelen in verschillende dorpstypen. Bron: brochure Zeeuwse Zeekleilandschap Provincie Zeeland. Dorpen
E N D
plan je eigen ruimte Dorpen Vroeger Nu Later Zeeuwse Dorpstypen
Dorpen Vroeger Nu Later In het zeekleilandschap van Zuidwest Nederland liggen veel dorpen. Je kunt ze verdelen in verschillende dorpstypen. Bron: brochure Zeeuwse Zeekleilandschap Provincie Zeeland
Dorpen Vroeger Nu Later Elke dorpstype heeft zijn eigen karakter. Dat karakter wordt vooral bepaald door: • De vormvan het dorp • Het patroon van wegen en straten • Belangrijke gebouwen (b.v. de kerk) • Andere dominante elementen (b.v. dijk, kanaal) in of bij het dorp.
Dorpen Vroeger Nu Later In het Oudland zijn vooral ringdorpen te vinden. Na 1500 zijn de voorstraat-dorpen ontstaan,
Dorpen Vroeger Nu Later Bij de kleinere nieuwlandpoldersvinden we nogal wat dijkdorpen. In de grotere nieuwlandpolders komen straatdorpen en kruiswegdorpen voor. Daarnaast zijn er in Zeeland vestingdorpen En dan zijn er uiteraard de moderne dorpen of moderne dorpsuitbreidingen. Gereduceerde dorpen in de loop der tijd veel kleiner geworden en is er van de oorspronkelijke vorm weinig over.
Dorpen Vroeger Nu Later Ringdorp Waar: Gebouwd op kruising van kreekrug en wegen. Voorbeelden: Kloetinge, Noordwelle. Kenmerken: • De kern van het dorp (de kerk) ligt hoger dan de omgeving. • Rond de kerk ligt een dorpsring met winkels arbeiderswoningen, en werkplaatsen. • Boerderijen liggen in het dorp en in lintvorm langs wegen en (ring)dijken. Noordwelle; bron geoactief
Dorpen Vroeger Nu Later Voorstraatdorp Waar: in de oudere nieuwlandpolders. ( 1300-1700) Voorbeelden: Colijnsplaat, ‘s-Heer Arendkerke. Kenmerken: • Het dorp ligt altijd tegen een (oude) zeedijk. • De belangrijkste straat ( de Dorpsstraat of Voorstraat) staat loodrecht op de dijk • Straten vaak evenwijdig aan de dorpsstraat • De dorpsstraat verbond de kerk met het haventje van het dorp. • Oudere dorpen hebben een dorpsring. • Nieuwere dorpen hebben een vierkant dorpsplein.
Dorpen Vroeger Nu Later Dijkdorp Waar: In de kleinere polders Hier was geen plaats voor een voorstraat of dorpsring. Daarom bouwde men langs de dijk. Voorbeeld: Heinkenszand, ‘s-Heerenhoek Kenmerken: • Het dorp is smal en langgerekt • De kerk staat vaak onderaan de dijk , soms bij een T-splitsing van dijken. • Huizen staan in rijen aan weerszijden van de dijk.
Dorpen Vroeger Nu Later Kruiswegdorp Waar: • In de grote verkavelde polders van de 17e eeuw. • Op de kruising van de twee belangrijkste wegen . Voorbeeld: Kenmerken: • Liggen in de grotere polders. • Hebben een plein met kerk en gemeentehuis • In de kleinere dorpen is er alleen een belangrijke kruising. • Door de aanbouw van rechthoekige achterstraten heeft het dorp een wat vierkante vorm
Dorpen Vroeger Nu Later Straatdorp Waar: Lukraak langs lange weg. Voorbeeld: Driewegen Kenmerken: • Dorpen zonder planning gemaakt • Twee rijen huizen langs een lange weg • Een echte kern ontbreekt. • Geen ruimte voor kerk en dorpsplein. • Vaak een cafe of winkel bij T-splitsing met dwarsweg • Vaak kleine nederzettingen, die nu nog het echte dorpsgezicht kennen.
Dorpen Vroeger Nu Later Vestingdorp. Waar: In gebieden die vroeger een strategische ligging hadden. Voorbeeld:Retranchement Kenmerken: • Dorp gebouwd in de nabijheid van een vesting • Of: bestaand dorp dat is versterkt. • Dorp heeft aarden wallen, muren en grachten. • Grachten en wallen vaak in stervorm rond dorp gebouwd • Compacte bouw binnen de grachten/omwalling
Dorpen Vroeger Nu Later Modern dorp (of moderne dorpsuitbreiding) Waar: -in de nieuwere polders (complete dorpen) -alle grotere Zeeuwse dorpen (uitbreidingen) Voorbeeld: Lewedorp. Kenmerken: • Geplande dorpsuitbreidingen • Grote nieuwbouwwijken (tientallen woningen) • Seriebouw • Regelmatig stratenpatroon en kavelgrootte • Bezit en gebruik van een auto speelde een belangrijke rol bij de planning
Dorpen Vroeger Nu Later Gereduceerd (oud) dorp (gedeeltelijk verdwenen dorp) Waar: in de oudere polders Voorbeeld: Baarsdorp, Sinoutskerke, Eversdijk. Kenmerken: • Buurtschap, vaak met met cultuurhistorische restanten die wijzen op het omvangrijker zijn van de nederzetting in het verleden. • Enkele huizen en boerderijen waarvan er soms een aantal al erg oud zijn • Oude dorpselementen nog zichtbaar zoals een kerkhof of kerkring, • Grilliger patroon van straten en wegen en percelen