1 / 52

Regeling van de vruchtbaarheid

15. Regeling van de vruchtbaarheid. A Periodieke onthouding. B Hormonale middelen. C Mechanische middelen. D Intra-uteriene anticonceptiva. E Oplossing voor noodgevallen. A Periodieke onthouding. ‘natuurlijke’ methoden. onbetrouwbaar: ZC +10 !. rekening houden met:.

Download Presentation

Regeling van de vruchtbaarheid

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 15 Regeling van de vruchtbaarheid

  2. A Periodieke onthouding B Hormonale middelen C Mechanische middelen D Intra-uteriene anticonceptiva E Oplossing voor noodgevallen

  3. A Periodieke onthouding • ‘natuurlijke’ methoden • onbetrouwbaar: ZC +10 ! • rekening houden met: Ovulatie 14 dagen voor einde cyclus Eicel overleeft 24u in eileider Zaadcel overleeft 3 dagen in de eileiders

  4. A.1 Kalendermethode • cyclusduur gedurende 6 maanden • langste en korste cyclus noteren • de dagen waarop de ovulatie zou kunnen plaatsvinden worden bepaald + extra veiligheidsdagen • berekening bevruchtbare periode: 1ste dag : kortste cyclus - 20 dagen 2de dag : langste cyclus - 10 dagen

  5. ‘(be-)vruchtbare periode’: 25 – 20 : na dag 5 32 – 10 : tot dag 22

  6. De kalendermethode wordt vooral gebruikt om de vruchtbare periode te bepalen voor vrouwen die WEL zwanger wensen te worden!

  7. A.2 Temperatuurmethode De lichaamstemperatuur stijgt 0,4 tot 0,8 °C vlak voor de ovulatie. (basale ochtendtemp.)

  8. A.3 Ovulatiemethode Steunt op de verandering in viscositeit van het slijm in de vagina (Billingsmethode)

  9. B Hormonale middelen B.1 De combinatiepillen Bevatten oestrogeen én progesteron

  10. Eénfasepil • elke pil bevat progesteron en oestrogeen • 21 dagen pil – 7 dagen stop (menstruatie) • soms bijwerkingen • 3-voudige bescherming:

  11. Seqeuntiepil (driefasepil) • meest gebruikte anticonceptiepil • elke kleur andere hormoonverhouding • leunt best aan bij natuurlijke cyclus • minder bijwerkingen • vereist stipte ‘innamegetrouwheid’

  12. B.2 Hormonale middelen met enkel progestageen Minipil • ovulatie en slijmwandopbouw mogelijk • slijmprop baarmoederhals blijft ondoordringbaar voor zaadcellen • mogelijk onregelmatige bloedingen • extra bescherming tijdens borstvoeding

  13. Prikpil • werking zoals minipil • injectie progestageen om de drie maand • géén pil maar injectievloeistof! • moet door een arts gebeuren • duurt lang (min. 6 maand) eer de vruchtbaarheid zich herstelt)

  14. Implantaat (staafje) • onderhuids ingeplant • geef constant progestageen af • werkt 3 jaar • bijwerking: onregelmatige bloedingen

  15. B.3 Vaginale ring en patch Vaginale ring • bevat oestrogeen en progestageen • werking cfr. combinatiepil • na 3 weken verwijderen

  16. Anticonceptiepleister (patch) • id. vaginale ring • om de 7 dagen een nieuwe pleister (3x)

  17. C Het condoom • theoretische betrouwbaarheid : ZC = 3 • werkelijke betrouwbaarheid : ZC = 5 •  van de 100 vrouwen die gedurende één jaar gebruik maken van een condoom zijn er na een jaar 5 zwanger

  18. D Intra-uteriene anticonceptie Het spiraaltje • lichaamsvreemd voorwerp (met koper) • werkt in op baarmoederslijmvlies • innesteling van eitje is niet mogelijk • ook hormoonspiraaltjes (progestageen)

  19. hormonenspiraaltje

  20. E Oplossingen voor noodgevallen E.1 Morning-afterpil • bevat zeer hoge dosis progestageen • geen innesteling van bevrucht eitje • maximaal na 72 uur innemen • werkt niet na innesteling van het eitje

  21. E.2 Abortuspil • pil in combinatie met injectie van prostaglandinen (contractie uterus) • degeneratie uterusslijmvlies • tot 7 weken na uitblijven regels

  22. F Sterilisatie • man : vasectomie • vrouw : via laparoscopie (onder narcose)

  23. PIL VERGETEN ??? • Op de volgende dia’s vind je enkele algemene principes. • Sommige pilvormen vragen een lichtjes andere aanpak. • Raadpleeg de bijsluiter van je pilstrips. • Op internet vind je makkelijk programma’s die je begeleiden . • Raadpleeg bij twijfel altijd een arts!

  24. Pil minder dan 12 uur vergeten • In dit geval moet je: • De vergeten pil onmiddellijk innemen. • De pilstrip verder innemen op het normale tijdstip.

  25. Pil meer dan 12 uur vergeten Hoeveel pillen ben je vergeten?1 pil vergeten In dit geval moet je: • De vergeten pil innemen. • Je pilstrip verder innemen op het normale tijdstip. • Je bent nu veilig, ook al had je seks.

  26. Pil meer dan 12 uur vergeten Hoeveel pillen ben je vergeten?2 of 3 pillen vergeten In welke week ben je? • In de eerste week (dag 1 tot 7) (klik hier ) • In de tweede week (dag 8 tot 14) (klik hier  ) • In de derde week (dag 15 tot 21) (klik hier  )

  27. 2 of 3 pillen vergeten in week 1 In dit geval moet je • De laatst vergeten pil innemen én de pil van de dag waarop je het merkt • Je pilstrip verder innemen op het normale tijdstip • De volgende 7 dagen een condoom gebruiken als je wil vrijen • De noodpil is enkel nodig als je in de 5 dagen voor de eerst vergeten pil seks had. De noodpil vermindert de kans op een ongeplande zwangerschap. • De noodpil is zonder voorschrift verkrijgbaar bij de apotheek en moet binnen de 72 uur na het risicocontact genomen worden. Gebruik de volgende 7 dagen een condoom. Ben je later dan 72 uur, ga dan langs bij je arts.

  28. 2 of 3 pillen in week 2(of verspreid over week 1 en week 2) In dit geval moet je: • De laatst vergeten pil innemen én de pil van de dag waarop je het merkt • Je pilstrip verder innemen op het normale tijdstip • Je bent nu veilig, ook al had je seks

  29. 2 of 3 pillen in week 3(of verspreid over week 1, week 2 en week 3) In dit geval kan je kiezen: • Stop onmiddellijk met de pilstrip gedurende 7 dagen (te rekenen vanaf de eerst vergeten pil) • Start een nieuwe strip na 7 dagen OF • De laatst vergeten pil innemen én de pil van de dag waarop je het beseft. • Je pilstrip verder innemen op het normale tijdstip • De pilpauze overslaan en aansluitend een nieuwe pilstrip starten

  30. 4 pillen of meer vergeten (ofwel na elkaar, ofwel afzonderlijk) In dit geval moet je: • Je strip verder inemen, ga langs je arts en gebruik ondertussen een condoom • Als je elke maand pillen vergeet, is de pil niet geschikt, bespreek je alternatieven met je arts • De noodpil is enkel nodig als je in de 5 dagen voor de eerst vergeten pil seks had. De noodpil vermindert de kans op een ongeplande zwangerschap. • De noodpil is zonder voorschrift verkrijgbaar bij de apotheek en moet binnen de 72 uur na het risicocontact genomen worden. Gebruik de volgende 7 dagen een condoom. Ben je later dan 72 uur, ga dan langs bij je arts.

  31. 1 dag te laat gestart met de pil In dit geval moet je: • De vergeten pil innemen • Je pilstrip verder innemen op het normale tijdstip • Je bent nu veilig, ook al had je seks in je pilvrije week • Opgelet! Als je ook de laatste pil uit je vorige strip vergeten bent en je hebt seks gehad tijdens de 5 voorbije dagen, is de noodpil nodig. • De noodpil is zonder voorschrift verkrijgbaar bij de apotheek en moet binnen de 72 uur na het risicocontact genomen worden. Gebruik de volgende 7 dagen een condoom. Ben je later dan 72 uur, ga dan langs bij je arts. De noodpil vermindert de kans op een ongeplande zwangerschap.

  32. Bevorderen van de vruchtbaarheid ±16% van de paren heeft problemen!

  33. MAN obstructie zaadleider stoornissen in zaadcelvorming zaadcellen niet actief genoeg mogelijke oplossing : 1. chirurgisch 2. donorsperma (bij steriliteit) 3. concentraat van zaadcellen

  34. VROUW afwijkingen aan de baarmoeder aandoeningen van de eileiders stoornissen in menstruele cyclus oplossingen : 1. Chirurgisch 2. Hormonaal 3. Intra-uteriene / In vitro inseminatie 4. Donorembryo’s

  35. Intra uterine inseminatie Meestal met ovariële stimulatie (FSH) Dikwijls met zaadcelconcentraat

  36. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 1: onderdrukken van eigen hypofysehormonen gevolgd door een gecontroleerde hormonale sitmulatie van de eierstokken

  37. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 2: Eicelpunctie of ‘Pick-up’ Rijpe follikels zichtbaar door echoscopie ‘vroeger’

  38. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 3: Inseminatie en bevruchting in een glazen schaaltje  ‘in vitro’

  39. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 4: Inseminatie van de eicel als de fusie met een zaadcel niet zelfstandig verloopt; ICSI (intracytoplasmatische sperma injectie)

  40. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 5: Laboratoriumtechnieken + eerste eiceldelingen in gecontroleerde omstandig-heden

  41. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 6: Preïmplantatie Genetische Diagnose (eventueel)

  42. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 7: Embryotransfer: één of meerdere embryo’s worden met een katheder in de uterus gebracht

  43. IVF: In Vitro Fertilisatie Stap 8: restembryo’s invriezen (evt.) stikstofvat Cryopreservatie van embryo's

More Related