50 likes | 307 Views
Enkele voorbeeldoefeningen. Definitie: Normaalkracht. De zwaartekracht werkt in op het boek. Als die alleen op het boek zou inwerken, zou het boek vallen. Het boek steunt echter op de tafel. F n. F z.
E N D
Definitie: Normaalkracht De zwaartekracht werkt in op het boek. Als die alleen op het boek zou inwerken, zou het boek vallen. Het boek steunt echter op de tafel. Fn Fz De tafel oefent een normaalkracht uit op het boek, loodrecht of ‘normaal’ op het oppervlak van de tafel = normaalkracht Fn
Krachten op een wagen bij het takelen y FN Fk x Fz Een takelwagen trekt een wagen (massa 1200 kg) omhoog met een constante snelheid van 0,20 m/s. De hellingshoek is 7,0°. Bepaal de krachten op de wagen. Verwaarloos de wrijving. Antwoord:Fz = 11,8 kN , Fk = 1,4 kN en FN = 11,7 kN
Krachten bij het vertrek met een caravan y FN Fm x Fz Daan vertrekt met zijn auto (massa 1620 kg) en caravan (659 kg) uit rust met een versnelling van 1,50 m/s². (a) Bepaal de krachten op het geheel (b) Bepaal de krachten op de caravan Antwoord:(a) Fz = FN = 22,4 kN , Fm = 3,42 kN (b) Fzc = FNc = 6,46 kN , Ft = 989 N
Zwiercarrousel y Fk x Fz Peter zit in een zwiercarrousel en beschrijft een ECB. De massa van het geheel (Peter en zijn zitje) is 85,2 kg. De periode is 5,74 s. De straal van de beschreven cirkel is 9,60 m. Bepaal de krachten op Peter en zijn zitje. Antwoord:Fz = 836 N , Fk = 1,29 kN