1 / 11

Elektriciteit

Elektriciteit. havo: hoofdstuk 6 (stevin deel 1) vwo : hoofdstuk 6 (stevin deel 1). Lading en stroom(sterkte). Stroomsterkte in een punt heeft te maken met het aantal elektronen dat in één seconde passeert richting van elektronen en stroom is tegengesteld

yvon
Download Presentation

Elektriciteit

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Elektriciteit havo: hoofdstuk 6 (stevin deel 1) vwo : hoofdstuk 6 (stevin deel 1)

  2. Lading en stroom(sterkte) • Stroomsterkte in een punt heeft te maken met het aantal elektronen dat in één seconde passeert • richting van elektronen en stroom is tegengesteld • lading Q van één elektron is (-)1,6 x 10-19Coulomb (C) • stroomsterkte is het aantal Coulomb dat in één seconde passeert

  3. Spanning U in Volt • Elektronen stromen niet vanzelf • Er is een spanningsverschil (=drukverschil) nodig om elektronen te laten stromen • Stroom loopt van hoge naar lage spanning (elektronen dus andersom!)

  4. Weerstand R in Ohm  • Weerstand geeft aan hoe gemakkelijk (lage weerstand) of moeilijk (hoge weerstand) iets kan passeren. • De wet van Ohm: U = IxR • Wet van Ohm geldt alleen voor “constante” weerstanden! • PTC = weerstand neemt toe met temperatuur (metalen, dus ook een lampje) • NTC = weerstand neemt af met temperatuur (half-geleiders)

  5. Soortelijke weerstand  • De weerstand van een draad hangt af van: • de lengte l (l 2x  R 2x) • de doorsnede ( diameter) (A 2x  R ½x) • materiaal  soortelijke weerstand  in m • NB dichtheid  en soortelijke weerstand  zijn verschillende dingen!

  6. Serieschakeling • Stroom overal gelijk • I = I1 = I2 = I3 • Spanning wordt verdeeld • Ub = U1 + U2 + U3 • Vervangingsweerstand • Rv = R1 + R2 + R3

  7. Parallelschakeling • Stroom wordt verdeeld • I = I1 + I2 + I3 • Spanning overal gelijk • U = U1 = U2 = U3 • Vervangingsweerstand

  8. Diode en LED (lightemitting diode)

  9. Diode-karakteristiek

  10. Elektrisch vermogen P • Het vermogen van een apparaat hangt af van: • het aantal elektronen dat per seconde passeert  I • de spanning die ze in het apparaat doorlopen  U • P = UxI • In combinatie met U = I x R

  11. Elektrische energie • Energie = vermogen x tijd  E = P x t • Eenheden van energie: J, kJ, Wh en kWh • E(J) = P(W)x t(s) (1 J = 1 Ws) • E (kJ) = P(kW)x t(s) • E(Wh) = P(W)x t(h) • E(kWh) = P(kW)x t(h)

More Related