270 likes | 686 Views
Elektriciteit 1. Les 9 Gelijkstroomschakelingen. H o o f d s t u k. 26. Gelijkstroomschakelingen. Elektromotorische kracht (emk) en klemspanning Weerstanden in serie en parallel De wetten van Kirchhoff Spanningsbronnen in serie en parallel; batterijen opladen
E N D
Elektriciteit 1 Les 9 Gelijkstroomschakelingen
H o o f d s t u k 26 Gelijkstroomschakelingen • Elektromotorische kracht (emk) en klemspanning • Weerstanden in serie en parallel • De wetten van Kirchhoff • Spanningsbronnen in serie en parallel; batterijen opladen • Schakelingen met weerstanden en condensatoren (RC-schakelingen) • Gevaren van elektriciteit • (*) Ampèremeters en voltmeters 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
H o o f d s t u k 26 Gelijkstroomschakelingen Tabel 26.1 Symbolen voor componenten In een schema van een schakeling worden de symbolen uit tabel 26.1 gebruikt. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.1 Elektromotorische kracht (EMK) en “klemspanning” • Er kan maar stroom vloeien in een schakeling als er een bron van elektromotorische kracht aanwezig is. • De spanning tussen de klemmen van zo een bron noemt men de elektromotorische kracht (EMK) of de openklemspanning van de bron. • Het gebruikte symbool is veelal E of Vo. • Een “bron van EMK” wordt ook een “perfecte spanningsbron” genoemd omdat de klemspanning niet van de afgeleverde stroom afhangt. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.1 Elektromotorische kracht (EMK) en “klemspanning” • Een batterij produceert geen constante stroom. • De stroom hangt af van de aangesloten weerstand. • Een batterij produceert wel een nagenoeg constante spanning. • De spanning is niet perfect constant omdat de batterij zelf ook “inwendige” weerstand vertoont. FIGUUR 26.1 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
R E r 26.1 Elektromotorische kracht (EMK) en “klemspanning” • Welk verband bestaat er tussen de “klemspanning”Vab en de EMK E van een batterij? • Stel dat de batterij wordt aangesloten op een weerstand R. • De stroom I vloeit dan conventioneel zoals aangeduid in fig. 26.2. • We passen de wet van Ohm toe op r. FIGUUR 26.2 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.1 Elektromotorische kracht (EMK) en “klemspanning” • Welk verband bestaat er tussen de “klemspanning”Vab en de EMK E ? R • We tellen de spanningen algebraïsch samen: E r FIGUUR 26.2 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.1 Elektromotorische kracht (EMK) en “klemspanning” • Voorbeeld 26.1 Batterij met inwendige weerstand • Een weerstand van 65,0 W wordt aangesloten op een batterij met een EMK van 12,0 V en een inwendige weerstand van 0,5 W (fig. 26.2). • Bereken: • (a) de stroom in de schakeling, • (b) de klemspanning van de batterij, • (c) het vermogen dat in de weerstanden wordt omgezet. FIGUUR 26.2 • Oplossing 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Twee of meer weerstanden vormen een serieschakeling indien er dezelfde stroom doorvloeit. Een serieschakeling van weerstanden FIGUUR 26.3 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • De serieschakeling gedraagt zich in haar geheel als een “equivalente” weerstand of een “vervangweerstand”. Een serieschakeling van weerstanden • De vervangweerstand neemt bij dezelfde aangelegde spanningVdezelfde stroomI op als de serieschakeling. FIGUUR 26.3 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
Vervangweerstand 26.2 Weerstanden in serie en parallel • Welke waarde neemt de vervangweerstand aan? Een serieschakeling van weerstanden FIGUUR 26.3 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Conceptvoorbeeld 26.19 Een serieschakeling gedraagt zich als een “spanningsdeler” • Beschouw twee in serie geschakelde weerstanden R1 en R2. • (a) Druk de spanning V1 uit in functie van de totale spanning V en de weerstandswaarden R1 en R2. • (b) Druk de spanning V2 uit in functie van de totale spanning V en de weerstandswaarden R1 en R2. • (c) Bepaal de verhouding V1 /V2 uit in functie van de weerstandswaarden R1 en R2. • Oplossing 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Twee of meer weerstanden vormen een parallelschakeling indien er dezelfde spanning overstaat. Een parallelschakeling van weerstanden • Alle weerstanden voelen hier dezelfde bronspanning V. FIGUUR 26.4 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • De parallelschakeling gedraagt zich in haar geheel als een “equivalente” weerstand of een “vervangweerstand”. Een parallelschakeling van weerstanden • De vervangweerstand neemt bij dezelfde aangelegde spanningVdezelfde stroomI op als de parallelschakeling. FIGUUR 26.3 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
Vervangweerstand 26.2 Weerstanden in serie en parallel • Welke waarde neemt de vervangweerstand aan? Een parallelschakeling van weerstanden • In schakeling (a) geldt: • In schakeling (c) geldt: FIGUUR 26.4 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Conceptvoorbeeld 26.20 Een parallelschakeling gedraagt zich als een “stroomdeler” • Beschouw twee in parallel geschakelde weerstanden R1 en R2. • (a) Bepaal de vervangweerstand RP. • (b) Druk de deelstroom I1 uit in functie van de totale stroom I en de weerstandswaardenR1 en R2. • (c) Druk de deelstroom I2 uit in functie van de totale stroom Ien de weerstandswaarden R1 en R2. • (d) Bepaal de verhouding I1 /I2 uit in functie van de weerstandswaarden R1 en R2. • Oplossing 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel Opgave B • Je hebt twee weerstanden: één van 10W en één van 15W.Wat is de kleinste en de grootste equivalente weerstand die je met deze twee weerstanden kunt maken? • 6W en 25W 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Conceptvoorbeeld 26.2 In serie of parallel? • De gloeilampen in fig. 26.6 zijn identiek. • (a) Welke configuratie levert het meeste licht? • (b) Op welke manier denk je dat de koplampen van een auto bekabeld zijn? • Laat de verandering van de weerstand van de gloeidraden als gevolg van de stroom buiten beschouwing. FIGUUR 26.6 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Conceptvoorbeeld 26.2 Een heldere verrassing • Een lamp van 100 W en een lamp van 60 W voor 120 V worden op twee verschillende manieren aangesloten (fig. 26.7) • Welke lamp brandt het felst in elk van de gevallen? • Laat de verandering van de weerstand van de gloeidraden als gevolg van de stroom buiten beschouwing. FIGUUR 26.7 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Voorbeeld 26.4 Schakeling met in serie en parallel geschakelde weerstanden • Hoeveel stroom wordt onttrokken aan de batterij in figuur 26.8a? FIGUUR 26.8 • Aanpak • Analyseer de schakeling: zoek een zuivere serie- of parallelcombinatie. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Voorbeeld 26.4 Schakeling met in serie en parallel geschakelde weerstanden • Hoeveel stroom wordt onttrokken aan de batterij in figuur 26.8a? FIGUUR 26.8 • Aanpak • Analyseer de schakeling: zoek een zuivere serie- of parallelcombinatie. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Voorbeeld 26.5 Stroom in een vertakking • Hoe groot is de stroom I1 door de weerstand van 500W in figuur 26.8a? FIGUUR 26.8 • Aanpak • Alternatief voor methode uit het boek: herken een “stroomdeler”. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Voorbeeld 26.5 Stroom in een vertakking • Hoe groot is de stroom I1 door de weerstand van 500W in figuur 26.8a? • Aanpak FIGUUR 26.8 • Alternatief voor methode uit het boek: herken een “stroomdeler”. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen
26.2 Weerstanden in serie en parallel • Voorbeeld 26.8 Een schakeling analyseren • Een 9,0 V batterij met een inwendige weerstand r=0,50W is aangesloten op de schakeling in figuur 26.10a. • (a) Hoeveel stroom levert de batterij? • (b) Hoe groot is de klemspanning van de batterij? • (c) Hoe groot is de stroom in de weerstand van 6,0W ? • (d) Controleer de vermogenbalans. FIGUUR 26.10 • Aanpak • Vereenvoudig de schakeling stap voor stap. • Reken in omgekeerde volgorde terug om de details te vinden. 16-8-2014 - Hoofdstuk 26 -Gelijkstroomschakelingen