1 / 26

Onderzoek: Kunst met grote K of koud kunstje?

Onderzoek: Kunst met grote K of koud kunstje?. Dr. A. A. Van Dooren, M.Ed. Lector Farmakunde Hogeschool Utrecht Ad.vandooren@hu.nl Utrecht, 18 september 2013. De K van Kwaliteit. De stappen bij onderzoek. De stappen bij onderzoek. 1. Probleemstelling Aanleiding/context

zahur
Download Presentation

Onderzoek: Kunst met grote K of koud kunstje?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Onderzoek: Kunst met grote K of koud kunstje? Dr. A. A. Van Dooren, M.Ed. Lector Farmakunde Hogeschool Utrecht Ad.vandooren@hu.nl Utrecht, 18 september 2013

  2. De K van Kwaliteit

  3. De stappen bij onderzoek

  4. De stappen bij onderzoek 1. Probleemstelling • Aanleiding/context • Onderzoeksvraag en deelvragen • Operationaliseren van de begrippen 2. Ontwikkelen van een onderzoeksopzet 3. Verwerven van de gegevens 4. Verwerken van de gegevens 5. Interpreteren van de gegevens 6. Rapporteren en communiceren

  5. Probleemstelling • Gaat over wat je wilt onderzoeken • Aanleiding • Context • Wensen van de opdrachtgever • Afbakening → SMART Doelstelling (gaat over waarom je wilt onderzoeken)

  6. Onderzoeksvraag • Criteria: • Is de vraag onderzoekbaar? • Is de vraag open? • Is de vraag voldoende specifiek? • Bevat de vraag een variabele en een populatie? • Is de vraag relevant? • Is de vraag waardevrij? • Zijn de begrippen helder en geoperationaliseerd? • Dus: • Meetbaar • Concreet • Haalbaar

  7. Enige voorbeelden van onderzoeksvragen Weten mkb bedrijven hoeveel diabetici ze in dienst hebben? Hebben mkb bedrijven voldoende diabetici in dienst? Hoe moeten we arbeidsparticipatie van HIV patiënten verhogen? Verhoging van de arbeidsparticipatie van autisten in de horeca Hoeveel chronische patiënten werken er bij de overheid?

  8. Deelvragen Deelvragen zijn een uitsplitsing van de hoofdvraag Alle deelvragen tezamen vormen de hoofdvraag Alle enquêtevragen tezamen vormen de deelvragen

  9. Operationaliseren van de begrippen: arbeidsparticipatie arbeidsparticipatiehet percentage van de bevolking dat tot de beroepsbevolking behoortGevonden op http://www.encyclo.nl/lokaal/10040 arbeidsparticipatieSynoniem: arbeidsdeelname. Uitleg: het actief deelnemen aan het arbeidsproces in de vorm van het hebben van een officiële baan dan wel als zelfstandige. Meer algemene term: participatie. Zie ook: Gevonden op http://www.thesauruszorgenwelzijn.nl/arbeidsparticipatie.htm arbeidsparticipatie(groei en conjunctuur) Deelname aan betaalde arbeid (Schöndorff c.s.). Gevonden op http://www.encyclo.nl/lokaal/10497 ArbeidsparticipatieDe arbeidsparticipatie geeft aan welk deel van de bevolking deelneemt aan het arbeidsproces. Daarbij is onderscheid te maken tussen de bruto en de netto arbeidsparticipatie. Als breuk uitgedrukt wordt dit ook wel de werkloosheidsgraad genoemd. In het algemeen wordt een hoge arbeidsparticipatie door de meeste politiek partijen belangrijk gevonden, Gevonden op http://nl.wikipedia.org/wiki/Arbeidsparticipatie

  10. Arbeidsparticipatie operationaliseren: Kijk je naar het aantal patiënten dat werkzaam is? Of kijk je naar het percentage patiënten per bedrijf? Of kijk je naar de mogelijkheden die er zijn om patiënten in dienst te nemen? En om hoeveel uur per week gaat het(minimaal)? Betaald of onbetaald?

  11. Onderzoeksdesign Keuze van de meetmethode moet geschikt zijn: • 1. om de doelgroep te bereiken • 2. om de onderzoeksvraag te beantwoorden • Vraagcriteria: • meetbaar/ • concreet/ • haalbaar

  12. Enige belangrijke begrippen Validiteit Betrouwbaarheid Respons Representativiteit Crosssectioneel/ longitudinaal

  13. Weer twee K’s: • Kwalitatief ? → interviews of • Kwantitatief? → enquêtes • Voor/nadelen kwantitatief onderzoek: • Snel • Goedkoop bereiken van grote groepen mensen • Anoniem • In korte tijd veel info verzamelen • Veel voorbereiding • Niet geschikt voor complexe vragen • Respons • Betrouwbaarheid en validiteit zijn issue • Gebrekkige (zelf)kennis • Selectief geheugen • Sociaal wenselijke antwoorden

  14. Hoe maak ik enquêtevragen? • Aan denken: • Zijn de vragen concreet, begrijpelijk, eenduidig, neutraal, gebaseerd op de deelvragen? • Zijn ze gemakkelijk te beantwoorden? → doe een pilot!

  15. Vraag-alternatieven Likert schalen: zeer oneens - oneens- neutraal - eens - zeer eens Multiple choice: Hoeveel diabetes patiënten werken in uw bedrijf? □ nul □ 1-5 □ 5-10 □ > 10 □ weet niet Open vragen: Als je niet alle antwoordmogelijkheden kent, of als er zeer veel van zijn (bijv. functies waarin iemand werkzaam kan zijn

  16. Enquêtevragen Bij gedrag moet je onderscheid maken tussen gedragsfrequentie en gedragsintensiteit • Bijvoorbeeld: hoofdpijn: hoe vaak, hoe lang, hoe erg? Niet teveel vragen! Hoe minder voorkennis je hebt des te meer open vragen Hoe concreter, des te betrouwbaarder

  17. Enkele valkuilen bij het maken van een enquête Leest u onze digitale nieuwsbrief en neemt u deel aan het patiëntenplatform? (eenduidig?) Ik ben (niet) tegen het afschaffen van de vergoeding op geneesmiddel X : ja/nee (ontkenning?) Vindt u ook niet dat de vergoeding op geneesmiddel X moet blijven? (suggestief?) Vindt u dat onze telefonische hulpdienst u prettig te woord staat? (neutraal?)

  18. Enkele valkuilen bij het maken van een enquête (vervolg) Ik bespreek mijn problemen altijd eerst met: □ mijn partner □ een van mijn vrienden □ mijn familie □ mijn ouders (overlap?) Ik heb vaak onbeschermde sex zeer oneens - oneens- neutraal - eens - zeer eens (aansluiting bij vraag?) Let op: Weet niet ≠ geen mening ≠ n.v.t. Geen escape! Geen middencategorie! Niet hetzelfde!

  19. Vormgeving Introductie: waar gaat het over, wie is onderzoeker, wat is doel, hoeveel tijd kost het, anonimiteit Opmaak: lettertype, regelafstand, brede kantlijn, vragen nummeren, doorverwijzingen kloppend, respondentnummer Consistent!

  20. Dataverwerking • Kwalitatief: verbatim uitwerken → clusteren→ coderen • Kwantitatief: coderen→ data matrix → (statistisch) analyseren • Voorbeeld codering: • Nooit 0 • Een maal 1 • Enkele keren 3 • Op zijn minst maandelijks 12 • Op zijn minst wekelijks 52 • Enkele keren per week 104 • Dagelijks 365

  21. Het onderzoeksrapport Samenvatting Inleiding (context/ aanleiding) Vraagstelling + deelvragen Beschrijving meetinstrument aansluitend bij de vraag Beschrijving methode (herhaalbaarheid) Resultaten Consistente conclusies Discussie Aanbevelingen Literatuur referenties

  22. de K van Kwaliteit

  23. De cirkel is rond!Vragen?

More Related