1 / 8

3.2 Betrekkelijk, vragend en onbepaald voornaamwoord

3.2 Betrekkelijk, vragend en onbepaald voornaamwoord. Leer St. 5D en 5E. Oef. a p. 45 1. In één of andere grot wordt een man opgesloten, die Aristomenes heet. a) onbep. vnw.: geen accent op 1 ste i b) betr. vnw. c) dat. bezit bij < ejstin > m. enk.: antecedent ajnhr = m. enk.

zora
Download Presentation

3.2 Betrekkelijk, vragend en onbepaald voornaamwoord

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. 3.2 Betrekkelijk, vragend en onbepaald voornaamwoord

  2. Leer St. 5D en 5E

  3. Oef. a p. 45 1. In één of andere grot wordt een man opgesloten, die Aristomenes heet. a) onbep. vnw.: geen accent op 1stei b) betr. vnw. c) dat. bezit bij < ejstin > m. enk.: antecedent ajnhr = m. enk.

  4. 2. Het dier dat hij dichtbij ziet, is een vos. a) betr. zin b) acc.: LV bijoJra/

  5. 3. Hij weet niet welke dieren in de grot zijn. a) vrag. vnw. b) nom. o. mv.: bijg. adj. bijzw/a c) wat weet hij niet? d) een compl. zin (vwpszin)

  6. 4. Al wie daar opgesloten werd, stierf na een tijdje. a) (veralgemeend) betr. vnw. b) nom. m. enk.: ond. katekleieto

  7. Oef. 3.2 b. 1. aan/voor welke mensen? 2. van sommige vijanden 3. Al wie er is,... 4. De maaltijd, die...5. Wat vraagt hij jou? 6. Al wie hij ontmoet,... 7. De jongens, voor wie... rest: thuis (8-15)

  8. Oef. 3.2 g. 1. Hij vraagt wie dat gedaan heeft. vrag. vnw. 2. Al wie hij op straat zag, beschouwde hij als zijn vijand. betr. vnw. 3. Ik neem de wijn, die hij me geeft, heel graag aan. betr. vnw.

More Related