170 likes | 309 Views
Restauratie van brieven afkomstig uit het archief van de familie Brants. Een praktijkvoorbeeld van de archiefbank. Stadsarchief Amsterdam Afdeling Restauratie Juni 2008. Introductie.
E N D
Restauratie van brieven afkomstig uit het archief van de familie Brants Een praktijkvoorbeeld van de archiefbank Stadsarchief Amsterdam Afdeling Restauratie Juni 2008
Introductie Het archief van de familie Brants en aanverwante families (toegangsnummer 88) is buitengewoon belangrijk als handelsarchief voor Amsterdam en ook voor ons land uniek in zijn soort. Dit archief, dat de periode tussen 1660 en 1942 betreft, is het handelsarchief en persoonlijk archief van een familie die van origine een groep eenvoudige vissers, viskopers en waterscheepslieden (waterschepen dienden voor het vervoeren en bewaren van vis) was. In de loop van de eeuwen wisten de opvolgende generaties het familievermogen te vergroten door de handel in verschillende producten. Een van de belangrijkste bestanddelen van het familiearchief Brants is de grote brievencollectie. Gezien het belang van deze brieven werd besloten om een deel te digitaliseren in het kader van de Archiefbank. Voordat archiefstukken gedigitaliseerd kunnen worden, moet elk stuk bekeken worden om te beoordelen of de conditie van het stuk digitalisering toelaat. Als de stukken zich in matig tot slechte conditie bevinden zodat het risico van materiaalverlies dreigt indien niet zorgvuldig gewerkt wordt, worden de stukken eerst gerestaureerd om te zorgen dat deze hanteerbaar zijn zonder gevaar voor materiaalverlies. Tijdens het evalueren van de conditie van de stukken bleek dat het inventarisnummer 866C in aanmerking kwam voor restauratie. Dit inventarisnummer betreft de correspondentie van Maria Leeuw, ca. 1696, en Rebecca Leeuw en David van Heystte (1699 - 1701 en 1711 – 1733).
Conditie De brieven zijn geschreven op handgeschept lompen papier met ijzer-gallusinkt. Over het algemeen is het papier nog in een redelijke staat. Slechts 28 brieven vertoonden zichtbare schade. Deze brieven hebben schimmelschade gelopen waardoor verval is opgetreden. Schimmel, zwarte of bruine plekken, op liggende schimmelresten waren zichtbaar; door de schimmels was het papier plaatselijk vervilt, bij sommige stukken had dit geleid tot dunne plekken en scheuren; plaatselijke verbruining van het papier was opgetreden; veel (rand-)scheuren waren ontstaan; er ontbraken papierdelen of sommige delen zaten los. In de ergste gevallen bestonden enkele brieven uit losse snippers die bij elkaar gezocht moesten worden.
Conditie: ijzer-gallusinkt De stukken zijn beschreven met ijzer-gallusinkt. Vanaf de middeleeuwen tot de tweede wereldoorlog was dit de meest gebruikte schrijfinkt die op de meeste meters archiefstukken tot in de 20e eeuw voorkomt. IJzer-gallusinkt bestaat uit een ijzerzout (vooral ijzervitriool), tannine, uit galnoten, een bindmiddel zoals Arabische gom en een transportmedium (bijvoorbeeld wijn of water). Het ijzerzout gaat samen met de tannine een chemische verbinding aan waarbij een gekleurde ijzergallus-verbinding ontstaat. Als bijproduct van de reactie ontstaat zwavelzuur. Het zwavelzuur en de vrije ijzer (II) ionen in de inkt veroorzaken het verval van papier door het katalyseren van twee processen: zure hydrolyse en oxidatie van de cellulose (het bestanddeel van papier). Deze type schade wordt inktvraatgenoemd. Er worden verschillende gradaties inktvraat onderscheiden. Eerst ontstaat verbruining langs de inktlijnen (die halo’s worden genoemd) tot aan de achterzijn van het papier. De inktlijnen worden steeds zwakker totdat breuken in de lijnen ontstaan en dat kan uiteindelijk lijden tot het uitvallen van de geschreven gedeeltes.
Conditie: ijzer-gallusinkt Hoe snel inktvraat plaatsvindt, wordt bepaald door verschillende factoren (o.a. soort papier, hoeveelheid inkt). Éen van de belangrijkste factors is vocht. Om de brieven te kunnen repareren is het gebruik van lijm nodig. Stijfsel, maar ook gelatine en methylcellulose (die gebruikt worden in de papierrestauratie) zijn lijmen op basis van water. Het vocht wat door het gebruik van de lijmen in de objecten geïntroduceerd wordt kan de schadelijke zuren en transitie metalen die in de inkt aanwezig zijn door het object transporteren waardoor het verval verder versnelt wordt. Archiefstukken beschreven met ijzer-gallusinkt vragen daarom een heel andere aanpak dan bijvoorbeeld gedrukte archiefstukken. De aanwezigheid van ijzer-gallus inkt kan aangetoond worden door de inkt te testen op aanwezigheid van ijzer-ionen. Een teststrookje geïmpregneerd met bathopheanthroline wordt bevochtigd op een inktlijn gelegd. Als een magenta lijn verschijnt, toont deze de aanwezigheid van ijzer (II) ionen aan, wat naar ijzer-gallusinkt wijst. Het driehoek papier is het testpapier dat in contact is geweest met de inkt.
Calcium-fytaat behandeling: voorbereiding Om de stukken te kunnen behandelen met vocht (en de inktvraat te remmen) moeten eerst de in de inkt aanwezige ijzer-ionen als het ware “verpakt” worden, waardoor ze niet meer met het vocht kunnen reageren. Het “verpakken” van ijzer-ionen gebeurt door middel van de calcium-fytaat behandeling. Dit is een ingrijpende behandeling die slechts is toepast op de brieven waar het papier echt te zwak was om plaatselijk te repareren. Uiteindelijk zijn 13 van de 28 brieven uitgebreid behandeld en de rest is plaatselijk gerepareerd. De calcium-fytaat behandeling wordt hierna stap voor stap uitgelegd. Voorbereiding van de calcium-fytaat oplossing
Calcium-fytaat behandeling: drager plaatsen De calcium-fytaat behandeling is een natbehandeling. Dat houdt in dat de stukken in verschillende baden worden ondergedompeld. Om te zorgen dat alle papieren stukjes op hun plek zouden blijven tijdens het in- en uithalen van de baden, is gebruikt gemaakt van een zeef. De zeef was een houten lijst met een opgespannen synthetische vel dat het water toeliet. Op de zeef is eerst een drager gelegd. Deze synthetische drager kon heel makkelijk en egaal water in zich opnemen. Op de drager is een brief per keer gelegd en op de brief is alweer een drager geplaatst. Gedurende de natbehandeling bevonden de brieven zich dus tussen twee dragers die op een zeef waren gelegd.
Calcium-fytaat behandeling: 4 baden De fytaat-behandeling bestaat uit 4 baden: • Bad van lauwwarm kraanwater: om de wateroplosbare vervalproducten van het papier, zuren en ijzer-ionen uit te spoelen. • Bad van oplossing calcium-fytaat: om de niet-wateroplosbare ijzer-ionen te “verpakken”. • Bad van lauwwarm kraanwater: om de resten van de fytaat-oplossing uit te spoelen. • Bad van calciumbicarbonaat: om de nog aanwezige zuren in het papier te neutraliseren. De zeef is in elke bad gedurende 20 minuten gedompeld. 1 2 3 4
Calcium-fytaat behandeling: fytaat Het belangrijkste bad is het bad met de oplossing van calcium-fytaat. Deze oplossing die een melkachtige kleur heeft, moet ervoor zorgen dat alle vrije ijzer(II) ionen worden “verpakt”. 10 minuten nadat het stuk zich in de oplossing van calcium-fytaat bevond, is gecheckt of er inderdaad geen vrije ijzer-ionen meer waren. Met een ijzer-teststrookje is dat getest. Toen het teststrookje niet magenta kleurde, kon de behandeling in fytaat oplossing beëindigd worden. De melkachtige calcium-fytaat oplossing. IJzer-test tijdens de behandeling met calcium-fytaat oplossing
Calcium-fytaat behandeling: drager afhalen Na de baden zijn de dragers uitgehaald. Eerst is de bovenste drager uitgehaald (1). Daarna is er een stapel filtreerpapier opgelegd. De hele stapel is in één keer omgedraaid (2). Dat is om te zorgen dat het papier niet buigt en dat er geen spanningen op inktlijnen ontstaat dat scheuren zou kunnen veroorzaken. Tenslotte is de tweede drager weggehaald (3). 1 2 3
Reparaties Als de objecten gedroogd zijn, kunnen de reparaties plaatsvinden. Eerst zijn de missende delen aangestukt met een dikkere soort Japans papier. Japans papier is een relatief dun papier dat tevens zeer sterk is door het bezit van lange papiervezels. Om de missende papierstukken precies aan te vullen is gewerkt op een lichttafel (1). Het aan te brengen stuk Japans papier werd gescheurd. Zo ontstaan lange vezels die zorgen voor een betere hechting met het papier (2). Het Japans papier is geplakt met behulp van gelatine type B lijm (3). Indien nodig, zijn de scheuren verstevigd met strookjes van een dunnere soort Japans papier. Deze zijn ook met gelatine type B geplakt. 2 3 1
Doubleren Het papier van sommige brieven was zo broos dat besloten is om deze brieven te doubleren. Doubleren is het aanbrengen van een vel papier op het hele object. Nadat de reparaties hebben plaatsgevonden is een dun vel Japans papier (iets groter dan de brief zelf) ingesmeerd met gelatine type B op de brief aangebracht. Het vel Japans papier is op de brief gelegd met behulp van een kwast die zorgde voor een goede hechting tussen twee lagen, zonder plooien. Omdat voor een zeer dun soort Japans papier gekozen is, is de tekst nog altijd goed leesbaar terwijl het papier aanzienlijk verstevigd is.
Eindresultaat De behandeling van de 28 brieven heeft circa twee weken geduurd. Zeer tijdrovend was het repareren van alle missende stukken en scheuren en het uitzoeken van de papiersnippers. Voor behandeling Na behandeling
Eindresultaat De fytaatbehandeing zal zorgen dat de conditie van de inkt stabiel blijft en dat inktvraat niet verder kan optreden. Voor behandeling Na behandeling
Eindresultaat De conditie van het papier is aanzienlijk verbeterd na de natbehandeling en het uitvoeren van de reparaties. De brieven zijn nu veilig te hanteren en te digitaliseren zonder risico dat nog meer materiaalverlies optreedt. Na behandeling Voor behandeling