410 likes | 979 Views
Critically Appraised Topic : PRV-1 gen “Een nieuwe moleculaire merker voor Polycythemia Rubra Vera”. Danielle Van der beek Assistent klinisch biologie UZ-Leuven 14-12-2004. Inhoud. Polycythemia Rubra Vera Symptomen Diagnose
E N D
Critically Appraised Topic:PRV-1 gen “Een nieuwe moleculaire merker voor Polycythemia Rubra Vera” Danielle Van der beek Assistent klinisch biologie UZ-Leuven 14-12-2004
Inhoud • Polycythemia Rubra Vera • Symptomen • Diagnose • PRV-1 gen overexpressie: een nieuwe moleculaire marker voor Polycythemia Rubra Vera • PRV-1 gen en RQ-PCR • Critical Appraisel • Analytische performantiekarakteristieken • Diagnostische performantiekarakteristieken • Klinische impact • Organisatorische impact • Kostprijs • Decision making
PolycythemiaRubra Vera • Myeloproliferatieve ziekte • Verworven mutatie van een hematopoëtische pluripotente stamcel • Afwijkingen in de drie mergreeksen • Klassiek onderscheidt men (FAB): • Polycythemia Rubra Vera • Essentiële trombocytose • Myelofibrose • Chronische myeloïde leukemie
Symptomen • 6e – 7e levensdecade, Incidieus • Hyperviscositeit: hoofdpijn, duizeligheid, visusstoornissen, neusbloedingen, diffuse pijnen in de ledematen en abdomen • Tromboseneiging (perifeer + centraal) • Jeuk • Plethora • Splenomegalie • Bloedingen (GI)
Diagnose (1) Verhoogde rode bloedcel massa • Absolute of relatieve erytrocytosis? • HTC > 56% (♀) of 60% (♂): PV na uitsluiten secundaire oorzaken (PVSG) • Hb > 16,5 g/dL (♀) of 18,5 g/dL (♂): major criterium (WHO) Heike L Pahl, Diagnostic approaches to polycythemia vera in 2004, Expert Rev. Mol. Diagn. 4(4), 2004
Diagnose (2) Primaire of secundaire polycytemie? Carboxyhemoglobine gehalte? UpToDate Online version 12.2 (2004)
Diagnose (3) • EPO dosage • Relatief eenvoudig - CHU Sart TilmanLuik • Laag erytropoëtine gehalte: primaire erytrocytosis • Hoog erytropoëtine gehalte: secundaire erytrocytosis • Beenmergkweek: • Autonoom in vitro laten groeien van endogene erytroïde koloniën (EEK’s) • Omslachtig, arbeidsintensief, moeilijk te standaardiseren, niet kosten-effectief • Morfologisch onderzoek van het beenmerg: • Weinig zinvol, enkel in DD. andere myeloproliferatieve ziekten • Geen criterium voor diagnosestelling van PV
Diagnose (4) • Histologisch onderzoek van beenmergbiopt: • Kan diagnose van PV bevestigen • ↑ aantal grote megakaryocyten in clusters, proliferatie van de 3 mergreeksen met vooral proliferatie van de erytropoïese hyperplasie van gedilateerde sinussen • Cytogenetische afwijkingen: • Slechts in 10 – 20% afwijkend • Bewijs klonale aandoening
Diagnose (5) Gemodifieerde PVSG-criteria volgens Berlin (2000) WHO. Tumors of the Hematopoietic and lymphoid tissues. IARC Press, Lyon, France (2001)
Diagnose – nieuwe testen (6) • Verminderde expressie van de TPO receptor (c-Mpl) in plaatjes en megakaryocyten[Moliterno et al] • Proliferatie van plaatjes in PV is onafhankelijk van TPO, cfr. RBC – epo • Mbv. ELISA platelet-rich plasma (PRP) serotonine levels meten in pt met myeloproferatieve aandoeningen: lagere levels in patiënten met PV, ET en myeloïde metaplasie in vergelijking met secundaire polycytemie en controle patiënten • Overexpressie van PRV-1 mRNA
2. PRV-1 gen “Een nieuwe moleculaire merker voor Polycythemia Rubra Vera”
PRV-1 gen? • PRV-1 mRNA overexpressie in de granulocyten van perifeer bloed bij PV i.t.t. SE, CML, AML In fysiologische toestand expressie in het beenmerg perifeer bloed, geen beenmerg! • PRV-1 proteïne levels verschillen niet tussen PV en gezonde personen geen flowcytometrie, geen ELISA • PRV-1 gen • Behoort tot de uPAR/Ly6/CD39 receptoren • Chromosoom 19 band region q13.12-2 • Overexpressie mogelijks door aberrante transcriptie, geen structurele wijziging van het gen • Rol in de pathofysiologie van PV?
Principe real-time PCR • Oligo dT primer bindt mRNA • RT maakt 1e streng cDNA aan • RT heeft endo H aktiviteit • Dubbelstrengs cDNA
Principe real-time PCR • Denaturatie = splitsen van ds cDNA (95°) • Annealing = binden van de primers (60°) • Extension = vormen van een complementaire cDNA-streng mbv Taq-polymerase (60°) R Q Real-time PCR: fluorofoor gelabelde probe!
R Q • Probe bestaat uit 5’ reporter label en een 3’ quencher label • Probe wordt afgebroken door de 5’ nuclease aktiviteit van het Taq- polymerase => fluorescentie ↑ • Ontstaan van 2 nieuwe identieke ds cDNA ketens • Opnieuw denaturatie, annealing,
R R Q Q R R Q Q • extension, denaturatie, annealing, … • Exponentiële vermenigvuldiging van de gewenste DNA-sequentie
Afbraak van de probe => R komt vrij => toename in fluorescentie, uitgedrukt in CT-waarde • De CT-waarde (cycle treshold) is die cyclus waarbij een bepaalde drempelwaarde voor fluorescentie overschreden wordt • Kwantitatieve bepaling: aan de hand van een IJKLIJN met standaard DNA en CT-waarden
Standaardcurve (1) • Met behulp van een plasmide: • 4018 Kbp lang • Bevat fragmenten van het PRV-1 gen en het house-keeping gen GAPDH (Dr. M.R. Veldwijk, German Cancer Research Center, Heidelberg) • Plasmide transformatie naar E. coli DH5α, dan amplificatie • Plasmideconcentratie meten in het lysaat • Lineariseren van het plasmide • Dn concentratie geknipt plasmide meten • M.b.v. MW : aantal kopieën plasmiden berekenen • GUS (ß-glucuronidase): commerciële kit
Standaardcurve (2) • Seriële standaardreeks: • 103 kopieën/5µL • 104 kopieën/5µL • 105 kopieën/5µL • Na uitvoeren PCR: aantal kopieën t.o.v. CT-waarde • Standaardcurve voor GUS • Standaardcurve voor PRV-1 • Elk staal (in triple): • Aantal kopieën PRV-1 • Aantal kopieën GUS => Ratio kopieën PRV-1/GUS
Clinical bottom line • Kwantitatieve analyse van PRV-1 mRNA expressie met behulp van ‘real-time polymerase chain reaction’ is nuttig bij de diagnose van Polycythemia Rubra Vera of ziekte van Vacquez. • De nieuwe parameter kan gebruikt worden bij patiënten met erytrocytosis, gestegen hematocriet en/of gestegen hemoglobine voor de differentiële diagnose tussen primaire en secundaire erytrocytosis.
1. Analytische performantiekarakteristieken • Pre-analytische variabelen • Perifeer bloed, EDTA-staal • Flebotomie, hydroxyurea en interferon-α hebben een invloed op PRV-1 overexpressie • Bij pt met erytrocytosis moet een infectieus probleem uitgesloten worden alvorens PRV-1 expressie te gebruiken bij de diagnosestelling • Staalstabiliteit: RNA extractie / aanmaken van cDNA gebeurt best binnen de 24u
2. Analytische parameters • intra-assay variatie: • Elk staal wordt in triple uitgevoerd • Het gemiddelde van het aantal cDNA kopieën, corresponderend bij de respectievelijke CT waarden, wordt gebruikt voor de PRV-1/GUS ratio • Gemiddelde intra-CV (%CT) (n = 23): 0,83% • 1,27% voor PRV-1 • 0,39% voor GUS
inter-assay variatie: • Bij elke run wordt er een standaardcurve gemaakt m.b.v. een plasmide • Voor 5 runs: CV’s van de CT’s voor 1000, 10000 en 100000 kopieën/5µL
Accuraatheid (bias):afhankelijk van accuraatheid van de standaarden. Het opstellen, synthetiseren, zuiveren en kalibraties van DNA standaarden is van belang • Vergelijking met EPO dosage (n = 16): • Sensitiviteit PRV-1 100%, specificiteit PRV-1 100% • Groot aantal stalen met normaal EPO gehalte! • Prijs EPO: 17 € Prijs PRV-1 expressie: +/- 105 €
Lineariteit: correlatiecoëfficiënt Binnen de range van 1 tot 1.106: lineair verband tussen log cDNA en de CT waarden. • Referentie range: • ≥ 130: PV bevestigen! (TO DO) • < 130: geen PV • Analytische range: Rekening gehouden met de amplificatie limiet (betrouwbaar vanaf 50 kopieën), is het analytische bereik 20 tot 40 CT’s. • Turn around time (TAT):max. 1x/maand en min. 1x/2 maanden
Inschatting van het aantal te verwachten aanvragen • a.d.h.v. EPO dosage: • 51 aanvragen in 2003 • 48 aanvragen in 2004 (jan-okt) • 52 aanvragen verkregen, waarvan 9 uit de periferie (17%) • Kwaliteitscontrole: doel = de reproduceerbaarheid van de PCR bevestigen. • IQC: Het plasmide met zijn verdunningen is een controle op de verschillende stappen van de PCR Bij elke PCR moet de efficiëntie hetzelfde zijn E=10(-1/slope)-1 • EQC: (nabije?) toekomst
2.Diagnostische performantiekarakteristieken M. Bossuyt, “Towards complete and accurate reporting of studies of diagnostic accuracy: The STARD initiative.” Clin. Chemistry 2003;49:1,1-6
PV Niet-PV
Diagnostisch aspect: • nut bij diagnose PV (DD. prim/sec erytrocytosis) • Evt. EPO dosage en/of EEK’s vervangen • Cytologie levert geen meerwaarde op in de diagnostiek van PV (tenzij DD. myeloproliferatieve ziekte) • Botboorbiopsies: richtinggevend • cytogenetica: minderheid + • Behandeling: • interferon: down-regulatie van PRV-1 expressie • PRV-1 expressie: merker voor klinische respons? • Health outcome: juiste diagnosestelling! In de literatuur (nog) geen evidentie dat PRV-1 gen bepaling de outcome verbetert • Prognose en follow-up: / 3. Klinische impact
4. Organisatorische impact • Impact in het ziekenhuis: • Beenmergcytologie is geen criterium. Morfologisch onderzoek vergt +/- 1 uur werk voor MLT/GSO-ASO/supervisor • Beenmergkweek is tijdrovend en kostelijk. Momenteel wordt het enkel uitgevoerd bij twijfel over de diagnose (http://intranet/patientenzorg/procedures.protocols.html) • Er is geen verkorting hospitalisatieduur (meestal ambulante setting) • Is PRV-1 geïncorporeerd in klinische richtlijnen of guidelines? H. L. Pahl “Diagnostic approaches to polycythemia vera in 2004” Expert Rev. Mol.Diagn., 2004;4(4) • ‘European Leukemia Network’ zal binnen enkele maanden guidelines publiceren voor de standaardisatie van het RQ-PCR assay • Voorstel PVSG criteria verder aan te passen
Diagnose PV: A1 + A2 + A3 of A4 A1 + A2 + twee B’s H. L. Pahl “Diagnostic approaches to polycythemia vera in 2004” Expert Rev. Mol.Diagn., 2004;4(4)
5. Kostprijs: binnen en buiten het labo • Actuale kost Rekening houdend met de reagenskost, distributiekosten, primaire en secundaire activiteiten: 105 € per patiëntenstaal in batch van 10 stalen • Terugbetaling CMD’s ontvangen een ‘enveloppe’, geen RIZIV tussenkomst • Voordeel elders in het ziekenhuis • PRV-1 kan EPO dosage vervangen • PRV-1 expressie + EPO dosage kan beenmergkweek vervangen (moeilijke standaardisatie, arbeidsintensief, niet kosten-effectief) • RBC-massa bepaling is niet steeds nodig (volgens clinici routinematig aangevraagd) – HTC > 56% (♀), HTC > 60% (♂) => PV (PVSG) – Hb > 16,5 g/dL (♀), Hb > 18,5 g/dL (♂) : major criteria volgens WHO
6. Decision making • Impact van PRV-1 op het klinisch beslissing proces • VOORSTEL DIAGNOSEREGEL: • Klinische vermoeden van PV Uitsluiten ET ! • HTC > 52 % (♂), HTC > 48 % (♀) (uptodate) • HTC > 50% (♂), HTC > 48% (♀) (http://intranet/patientenzorg/procedures.protocols.html) • Beenmergmorfologie is een overbodig onderzoek • RBC massa bepaling is niet steeds nodig • Past de test binnen het eigen labo profiel? • De test staat volledig op punt. De PCR is gelijkaardig aan andere real-time PCR’s: minimum aan opleiding MLT • Lage frequentie test: uitvoeren indien er tijd is • Stalen opsturen naar ander labo: verlies kwaliteit (cfr. Stabiliteit!) • Besluit: flowchart
Vermoeden PV WHO Trombocytosis (> 400 x 109/l) WBC (> 12 x 109/l) Splenomegalie (klinisch/echo) Gestegen hematocriet / hemoglobine STAP 1 DD Absolute of relatieve erytrocytose? STAP 2 PVSG WHO * HTC > 56% vrouw HTC > 60% man Hb > 16,5 g/dl vrouw Hb > 18,5 g/dl man Relatieve erytrocytose: diurectica, dehydratatie, vochtsequestratie Ja: stap 3 Neen: RBC-massa bepalen STAP 3 Absolute erytrocytose: secundaire of primaire erytrocytose? • zuurstofsaturatie: gedaald • carboxyhemoglobinegehalte verhoogd: rookstop 3-4m • PRV-1 expressie • botbiopsie • cytogenetica • (EPO) • (beenmergkweek) *Dit criterium is minder streng aangezien 18,5 g/dl en 16,5g/dl ongeveer overeenkomt met een hematocriet van 54 en 48
TO DO / ACTIONS • Reëvalutie cut-off • Opstellen van een werkvoorschrift indien de test in de routine komt • Aanvragers uit periferie verwittigen voor staalstabiliteit
Dank u voor uw aandacht! Speciale dank aan: Dr. N. Boeckx Dr. J. Frans Frans Houtmeyers Prof. F. Van Stapel