120 likes | 415 Views
H6 Stoffen en stofeigenschappen. Vragen over vragen. Vraag 8d. van EPN. Gebruik de site! Wat weet je van een stof als de snelheid van moleculen veranderen?. Vraag 8e. Tip Het atoomnummer zegt iest over de massa Hoe zwaarder de massa des te langzamer het atoom beweegt. Vraag 13.
E N D
H6 Stoffen en stofeigenschappen Vragen over vragen
Vraag 8d van EPN • Gebruik de site! • Wat weet je van een stof als de snelheid van moleculen veranderen?
Vraag 8e • Tip Het atoomnummer zegt iest over de massa Hoe zwaarder de massa des te langzamer het atoom beweegt.
Vraag 13 • Wat weet je van de ruimte tussen moleculen bij temperatuur verhoging? • Wat is het gevolg hiervan voor de stof (bol)? • Wat gebeurd er met de warmte van de bol als deze de ring raakt? • Wat gebeurd er met de ring.
Vraag 16 • Gebruik veronderstelling 5 • Wat gebeurd er als de bakstenen zomers warmer worden?
Vraag 21 • Je hebt een pistool in de hand die ballen weg schiet door olie de lucht in. • Wanneer zou de de bal makkelijker ontsnappen: • Als de bal weggeschoten word met een lage snelheid. • Als de bal wordt weggeschoten met een hoge snelheid
Vraag 23 • Gebruik bij het zoeken op internet het plus teken. Dan wordt er gezocht op alle woorden. • vier +elementen +kleine +deeltjes • Gebruik wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/John_Dalton
Vraag 24 t/m 36 • Weet goed het verschil tussen: • Fase toestand van een stof (zijn er drie s,l,g) • Faseovergang zijn er zes. De fase verandert. (Denk aan vastpakken zien en niet zien)
Vraag 37 t/m50 • Maak een schets Zoek smelt en kookpunt op. Zet gevraagde temp. er bij. Bepaal de fase g s l Smeltpunt Kookpunt
Vraag 68 • Wat betekend g/cm³ • Wat weet je van de massa bij 1, 2, 3, 4 cm³ • Hoe ziet de grafiek er uit? • Wat betekend evenredig?
Vraag 70 • Wat is het volume als het een massief blokje is? • Welke vorm heef de binnenkant? • Hoe bereken je het oppervlak van een cirkel? • Hoe bereken je het volume van een cilinder? • Als je het volume van de lucht afhaalt van het totaal wat kijg je dan?
Drijven en zinken • Dichtheid groter: zinken • Denk aan lood in water • Dichtheid kleiner : drijven • Denk aan piepschuim op water • Dichtheid gelijk: zweven • Denk aan zwemmende vis.