1 / 39

STRUCTUUR VAN DE UITEENZETTING

LEREN JONGEREN BIJ IN HUN EERSTE BAAN? Walter Van Trier Dieter Verhaest Eddy Omey Studiedagen SSL Leuven, 24-25/02/2011 Sessie C2 Bijdrage 1. STRUCTUUR VAN DE UITEENZETTING. Waarom is ‘opbouw van vaardigheden tijdens de initiële arbeidsloopbaan’ belangrijk (er dan vroeger?) ?

amaris
Download Presentation

STRUCTUUR VAN DE UITEENZETTING

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. LEREN JONGEREN BIJ IN HUN EERSTE BAAN? Walter Van TrierDieter VerhaestEddy OmeyStudiedagen SSL Leuven, 24-25/02/2011Sessie C2 Bijdrage 1

  2. STRUCTUUR VAN DE UITEENZETTING • Waarom is ‘opbouw van vaardigheden tijdens de initiële arbeidsloopbaan’ belangrijk(er dan vroeger?)? • Hoe meet men (meestal) ‘bijleren tijdens de eerste baan’? • Wat zijn de belangrijkste vaststellingen? • Analyse 1: Welke relatie is er tussen de verschillende componenten van bijleren in eerste job? • Analyse 2: Welke relatie bestaat er tussen formeel onderwijs en de opbouw van vaardigheden tijdens de eerste baan? • Analyse 3: Welke factoren bepalen dat jongeren tijdens hun eerste baan (meer) bijleren (dan anderen)? • Algemene conclusies Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  3. ANALYSES GEBASEERD OP • VERHAEST, Dieter, OMEY, Eddy (2010), The Measurement and Determinants of Skill Acquisition in Young Workers’ First Jobs, Economic and Industrial Democracy, vol.31 n°1, pp.116-149 • VERHAEST, Dieter, OMEY, Eddy (2009), The relation between formal education and skill acquisition in young workers’ first job, Brussel (HUB-Research Paper, augustus 2010) • VAN TRIER, Walter (2010), Leren jongeren bij tijdens hun eerste baan? En zo ja wat?, in: Jan VRANKEN, e.a. (eds.), Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek Armoede 2010, Leuven: Acco, pp.359-384 Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  4. WAAROM AANDACHT VOOR ‘BIJLEREN’? • ‘Employability’/‘Levenslang leren’/‘Elders verworven competenties’ • Empirisch onderzoek: belang van ‘ervaring’ en ‘anciënniteit in lonen (Mincer-vergelijkingen) • Sterke verschillen in participatie aan opleidingen binnen de werknemersgroep met grotere participatie door hoger opgeleiden • Heckman-model van productie van vaardigheden • Potentieel risico op toenemende ongelijkheid Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  5. DEEL 1HOE MEET MET ‘BIJLEREN’? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  6. HOE MEET MEN ‘KLASSIEK’? • Klassiek: indirect via ‘jaren ervaring’ en/of ‘jaren anciënniteit in de job’ • Indicatoren van participatie aan ‘on-the-job-training’ • Geven weinig zicht op en onderschatten dus informeel leren • Meten opbouw van vaardigheden slechts indirect • Maken geen onderscheid tussen verschillende vormen van vaardigheden (bv. algemene of specifieke vaardigheden • Bevraging van werknemers zelf Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  7. HOE MEET SONAR? (a) • Indirecte metingvia participatie aan opleidingen in het kader van de job • Formele opleiding buiten het bedrijf • Formele opleiding binnen het bedrijf • Informele opleiding door collega of supervisor • Informeel ‘leren door afkijken’ • Informeel ‘leren door te doen’ Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  8. RESULTATEN INDIRECTE METING Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  9. HOE MEET SONAR? (b) • Directe meting via (allesomvattende?) (subjectieve) indicator voor bijleren van vaardigheden in de eerste baan • “Heeft u in uw eerste job een aantal nieuwe vaardigheden geleerd die u tevoren niet bezat?” • “Zo ja: Zijn deze vaardigheden te gebruiken a) enkel in de job die u toen uitoefende, b) ook in gelijkaardige jobs, maar dan bij andere werkgevers, c) ook in andere jobs dan uw eerste job?” Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  10. RESULTATEN DIRECTE METING Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  11. DEEL 2 EERSTE ANALYSE: IS ER EEN VERBAND TUSSEN DE VERSCHILLENDE VORMEN VAN BIJLEREN ? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  12. CORRELEREN VORMEN VAN BIJLEREN? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  13. EERSTE ANALYSE: DRIE VRAGEN • Welke kenmerken van individuen verhogen de kans op participatie in opleiding? • Welke kenmerken van individuen verhogen de kans op de opbouw van vaardigheden? • Welke opleidingen hebben de grootste invloed op de opbouw van vaardigheden? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  14. EERSTE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (1) • Formele opleiding vormt slechts een gedeelte van het totale pakket • Sommige types van informele opleiding zijn complementair met formele opleiding; andere werken eerder als substituut • De determinanten van informele (en totale) opleidingsparticipatie zijn niet dezelfde als deze van participatie aan formele opleidingen. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  15. EERSTE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (2) • Analyse onderscheidt drie grote categorieën van determinanten: • Gelijkaardig effect: lager opgeleiden, vrouwen, tijdelijke contracten en arbeiders in algemeen minder deelname • Slechts beperkt effect op bepaalde vormen van participatie: deeltijds werken, starten via tewerkstellingsmaatregel, anciënniteit • Tegengestelde effecten: wie werkt in kleine bedrijven, bedienden in de privé en jongeren met een niet-westerse afkomst compenseren minder formele met meer informele opleiding Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  16. EERSTE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (3) • Opleidingsindicatoren meten slechts deel van tijd besteed aan opbouw van vaardigheden; incorporeren effectiviteit van proces van vaardighedenverwerving niet. • Incidentie van verwerven van bijkomende vaardigheden is lager dan de incidentie van deelname aan opleidingen. • Karakteristieken van werknemers en banen die het verwerven van vaardigheden bepalen zijn grotendeels dezelfde als deze die deelname aan opleidingen bepalen. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  17. EERSTE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (4) • Effectiviteit van de opleiding verschilt sterk per type. • Al doende leren en formele opleidingen buiten het bedrijf lijken de meest effectieve vaardighedenproducenten. • Naast type van opleiding hangt de effectiviteit ook af van de onderwijsachtergrond van de werknemer. • Een hoger niveau van formeel onderwijs vermindert de opbrengst van extra formele opleidingen, maar versterkt het effect van al doende leren. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  18. EERSTE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (5) • Kleine minderheid zegt enkel niet draagbare vaardigheden te hebben bijgeleerd. • Doorsnee mening is dat vooral geformaliseerde opleidingen tot bijleren van draagbare vaardigheden aanleiding geven, informele opleidingen enkel tot bedrijfsspecifieke vaardigheden. Gegevens bevestigen dit beeld niet • Al doende leren, vooral in combinatie met een hoog niveau van formeel onderwijs heeft een substantiële impact op verwerven van algemene vaardigheden. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  19. EERSTE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (6) • Indien geen rekening gehouden met duur van de opleiding • Alle types van opleiding hebben positieve invloed op de opbouw van vaardigheden • De types van opleiding met de sterkste impact zijn formele opleiding buiten het bedrijf en learningbydoing • De invloed van learningbydoing blijft overeind indien enkel rekening gehouden wordt met de opbouw van algemene vaardigheden • Indien wel rekening gehouden met duur van de opleiding • Impact van een week formele opleiding is groter dan impact van een week learningbydoing Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  20. DEEL 3 TWEEDE ANALYSE: WELKE RELATIE IS ER TUSSEN HET GEVOLGDE FORMELE ONDERWIJS EN BIJLEREN TIJDENS DE EERSTE BAAN ? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  21. TWEEDE ANALYSE: SIMPEL BEELD Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  22. TWEEDE ANALYSE: WERKWIJZE (1) • Afhankelijke (of te verklaren) variabele • Participatie in formele opleidingen • Participatie in informele opleidingen • Aantal formele opleidingen • Verwerven van bijkomende vaardigheden • Verwerven van bijkomende draagbare of algemene vaardigheden • Verwerven van bijkomende algemene vaardigheden Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  23. TWEEDE ANALYSE: WERKWIJZE (2) • Onafhankelijke (of verklarende) variabelen: • Onderwijsniveau gemeten als aantal jaren onderwijs • Onderscheid tussen algemene en beroepsgerichte opleiding • ASO = algemeen • BSO, DBSO en VIZO = beroepsgericht • TSO en HO = specificatie hangt af van aantal maanden stage • Beroepsgericht indien minstens drie maanden stage • Onderscheid tussen drie effecten van het onderwijsniveau • Globaal effect van het scholingsniveau • Effect van het vereiste scholingsniveau van het beroep • Effect van over- en onderscholing Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  24. TWEEDE ANALYSE: WERKWIJZE (3) • Controle variabelen • Cohorte • Geslacht • Niet-westerse afkomst • Leeftijd • Werkervaring tijdens onderwijs • Regio van tewerkstelling • Bedrijfssector • Contracttype • Percentage tewerkstelling • Anciënniteit Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  25. TWEEDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (1) GLOBALE EFFECTEN VAN HET ONDERWIJSNIVEAU • Hoger opleidingsniveau leidt tot • hogere kans op formele en informele opleiding • hogere kans op verdere opbouw van vaardigheden • Effect van het opleidingsniveau is hoger indien algemene opleiding • Participatie in informele opleiding • De opbouw van algemene vaardigheden Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  26. TWEEDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (2) EFFECTEN TUSSEN BEROEPEN • Grotere kans voor hoger opgeleiden om tijdens hun eerste baan nieuwe vaardigheden te verwerven, omwille van geselecteerd in beroepen die meer additionele opbouw van vaardigheden vereisen. • Meest uitgesproken effect voor de opbouw van bedrijfsspecifieke vaardigheden. • Minder groot effect op het verwerven van algemene vaardigheden, maar afhankelijk van de aard van de opleiding. • Jongeren met meer jaren algemeen vormend onderwijs lijken, in vergelijking met technisch of beroepsgericht onderwijs, eerder in beroepen te worden geselecteerd die verdere opbouw van algemene vaardigheden vereisen. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  27. TWEEDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (3) EFFECTEN BINNEN BEROEPEN • Hangt van type mismatch en verschilt naar type vaardigheden. • Ondergeschoolden: tekort aan formeel onderwijs niet aangevuld met grotere opbouw van vaardigheden op de job • zij verwerven minder jobspecifieke en transfereerbare vaardigheden dan adequaat geschoolde werknemers in dezelfde jobs. • Overgeschoolden: substitueren teveel aan formeel onderwijs door minder additionele algemene en transfereerbare vaardigheden te verwerven. • Gegeven de negatieve tussen-beroepen effecten hebben overgeschoolde werknemers ook kleinere kans op verwerven van bijkomende vaardigheden dan adequaat geschoolde werknemers met een gelijke onderwijsachtergrond.. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  28. DEEL 4 DERDE ANALYSE: Welke factoren maken dat (sommige) jongeren (meer) bijleren (dan anderen) tijdens hun eerste baan? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  29. DERDE ANALYSE: WERKWIJZE (1) • Sonar-gegevensbank C76_78(23-26) • Oorspronkelijke steekproef: 6017 eenheden • Waarvan 5517 met een eerste job voor leeftijd van 26 jaar • En 4723 zonder missings op één van de gebruikte variabelen • Let wel: categorie ‘onbekend’ ingevoerd voor bepaalde variabelen • Binaire logistische regressies • Risico (of kans) op niets bijleren • Kans op bijleren van draagbare vaardigheden • Kans op bijleren van ruim draagbare vaardigheden Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  30. DERDE ANALYSE: WERKWIJZE (2) • Geslacht • Sociale afkomst • Etniciteit • Onderwijsniveau moeder • Jobniveau vader • Statuut vader • Onderwijsloopbaan respondent • Niveau diploma bij intrede arbeidsmarkt • Parcours door secundair onderwijs • Zelfevaluatie resultaat einde secundair onderwijs • Stage gevolgd of niet • Specificiteit opleiding • Karakteristieken van de baan • Horizontale match • Verticale match • Karasek-type • Contracttype • Deeltijds of niet • Karakteristiek van het bedrijf • Bedrijfsgrootte • Sector Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  31. DERDE ANALYSE: WERKWIJZE (3) VERSCHILLEN MET VORIGE ANALYSES • Variabele ‘onderwijs’ niet ‘lineair’ (= aantal jaren onderwijs), maar opgedeeld in categorieën • Introductie van variabelen die ‘menselijk kapitaal’ of ‘signaal voor werkgevers’ beter capteren • Geen rekening gehouden met invloed vormen van ‘on-the-job-training’ • Wél met karakteristieken van baan en bedrijf Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  32. DERDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (1) Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  33. DERDE ANALYSE: VASTELLINGEN (2) Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  34. DERDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (3) • Mannen lopen kleiner risico om niets bij te leren en hebben grotere kans om draagbare en algemeen bruikbare vaardigheden bij te leren dan vrouwen • Wie een eerste baan aanvat met een lager onderwijsniveau loopt een groter risico om niets bij te leren en ook een kleinere kans om draagbare of algemeen bruikbare vaardigheden bij te leren • Blijven deze vaststellingen nog gelden na controles voor baankarakteristieken? • JA – maar baankarakteristieken ook belangrijk Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  35. DERDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (4) • Wie niet in een ‘actieve’ job terecht komt, loopt groter risico om niets bij te leren en heeft een kleinere kans om draagbare of algemeen bruikbare vaardigheden bij te leren. • Tussen de andere types van jobs is er niet echt heel veel verschil inzake bijleren • Niet enkel jobtype, maar ook aard van de ‘match’ is van belang • Overgeschoolden (ondergeschoolden) lopen een groter (kleiner) risico om niets bij te leren dan adequaat geschoolden. Idem voor bijleren draagbare vaardigheden. • Resultaten voor horizontale mismatch zijn veel minder eenduidig Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  36. DERDE ANALYSE: VASTSTELLINGEN (5) • Aard van het arbeidscontract is duidelijk van belang • Deeltijds werken lopen groter risico om niets bij te leren dan voltijds werkenden • Uitzendwerkers een groter risico dan wie loopbaan begint met contract onbepaalde duur • Tewerkstellingsmaatregelen !?! • Geen statistisch significant verband voor bedrijfsgrootte. Waarom? Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  37. DEEL 5 ALGEMENE CONCLUSIES Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  38. ALGEMENE CONCLUSIES • Informele vormen van bijleren hebben een aanzienlijk aandeel in de opbouw van vaardigheden. • Wie meer onderwijs genoten heeft voor hij aan de arbeidsloopbaan begint, zal in de eerste baan relatief meer bijleren. • Proces van verwerven van vaardigheden is complementair aan (en geen substituut voor) formeel onderwijs. Formele opleidingen lijken substituut voor formeel onderwijs; informele opleidingen eerder complementair. • Aard van eerste baan waarin men terecht komt, evenals adequaatheid van opleiding is niettemin van (bijna even) groot belang. • Starten in eerste baan als ‘overschoolde’ blijkt geen goede manier om via verwerven van vaardigheden terug aan te pikken als adequaat geschoolde. Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

  39. En tenslotte … BEDANKT VOOR DE AANDACHT !!! Voor meer informatie: www.steunpuntloopbanen.be walter.vantrier@ugent.be dieter.verhaest@hubrussel.be Studiedag SSL - C2/1: Bijleren

More Related