Het herkennen van ego-toestanden

1. Het herkennen van ego-toestanden Hoofdstuk 5

2. De 4 manieren om ego-toestanden te herkennen GEDRAGSDIAGNOSE Sociale diagnose Historische diagnose Fenomenologische diagnose

3. Gedragsdiagnose Door observatie Woorden Intonatie Gebaren Lichaamshouding gelaatsuitdrukking

4. Standaard gedragsaanwijzingen B.v. Vermanende vinger KO Dreinende stem AK Hoi, Hoera VK Gedragingen in het algemeen

5. Sociale diagnose Andere verhouden zich compliment aan mijn ego-toestand Ouder ego ..................................Kind Volwassene.....................Volwassende Aangepast Kind.........................Ouder

6. Historische diagnose Hoe voelde je toen als kind Hoe reageerde je toen als kind Hoe waren je ouders Hoe reageerde je ouders toen

7. Fenomenologische diagnose Herbeleven van situaties uit verleden

8. Model nauwgezet gebruiken Kind gedraag, denk en voel als het kind dat ik zelf was Voedende Ouder gedraag, denk en voel als een van je echte ouders

9. Diagnose in de praktijk Alle 4 optimaal Gedragsdiagnose verfijnen Bijstellen met hulp van evt. video of audio

10. Het uitvoerende zelf en het werkelijke zelf Mens slecht in 1 ego toestand?? Gedragen bij een bepaalde ego Zichzelf ervaren in andere ego-toestand

11. Incongruentie Zo noemen wij het niet overeenkomen tussen de uitvoerende macht en het werkelijke zelf

12. Transacties Hoofdstuk 7

13. Transactie Transactie begint als er een stimulans/ prikkel wordt aangeboden Antwoord noemen we respons Bassiseenheid van sociale omgang

14. Complementaire transacties Vraag? Hoe laat is het Antwoord een uur Een transactie is complementair als de transactionle vectoren parallel lopen en vanuit de gelijke ego-toestanden komen

16. Complementaire transactie Prikkel alweer te laat Respons sorry, zal proberen niet meer te laat te komen

18. Teken zelf op model a Prikkel ik ben moe, wil jij mij rugmassage geven Repons heel lief ... Ja, zeker wil ik dat

19. Kruistransactie prikkel vanuit v .......respons van o naar k

21. Teken zelf in op model B Prikkel............(boos) je bent le laat Respons..........(rustig en vlakke stem) Ik hoor dat u boos bent, Ik kan ook begrijpen waarom. Zegt u mij aub wat u wilt dat ik daaraan doe.

22. Teken zelf in op model C Prikkel .......... wat ben ik moe. Zou je mijn rug willen masseren Respons........ (scherpe stem) Ben je mal, Denk je dat ik tijd heb voor een rugmassage

23. Transacties met bijbedoelingen Boodschap op openlijk/sociaal niveau Verborgen boodschap of boodschap op psychologisch niveau Sociaal niveau meestal ...... V-V Psychologisch niveau ........ O-K of K-O

25. Teken zelf in op model D • vast lijn op sociaal niveau B. Stippel lijn op psychologisch niveau Prikkel (ruw, gefronsde wenkbrouwen) waar heb je mijn overhemd gelaten Respons (bevende stem, hoge stem) ik heb het in je la gelegd hoektransactie

26. De derde regel van communicatie Het gedrag dat het resultaat is van een transactie met bijbedoelingen wordt bepaald op het psygologische en niet op het sociale niveau Gedrag willen begrijpen, aandacht schenken aan psygologisch niveau van communivcatie .... (Martiaans denken)

27. Oplossing model A

28. Oplossing model B

29. Oplossing model C

30. Oplossing model D