210 likes | 647 Views
2.1 – Kennismaken met het Middellandse Zeegebied. Middellandse Zee: saliniteit en watertemperatuur. Horizontale stromingen:
E N D
Horizontale stromingen: Door de hete zomers is de temperatuur van de Middellandse Zee zo’n 5ºC hoger dan van open wateren op dezelfde breedte. Hierdoor is de verdamping groot (vooral in het oosten), groter zelfs dan de gemiddelde jaarlijkse aanvoer van rivier- en regenwater. Vanaf de oceaan en andere zeeën stroomt water toe. De verdamping maakt de concentratie zout hoger.
Verticale stromingen: door de toename van het zoutgehalte van het zeewater wordt het water zouter (en zwaarder) en zakt naar beneden. Het zoute water stroomt over de bodem in westelijke richting en verlaat de Middellandse Zee bij de Straat van Gibraltar. Er is maar een geringe uitwisseling van water met de oceaan door de geringe breedte en geringe hoogte van de Straat van Gibraltar
Beperkte uitwisseling zeewater Atlantische Oceaan – Middellandse Zee:- geringe diepte door drempel: 320 meter diep- geringe breedte (ca. 14 km)
Middellandse Zeegebied Eenheid door: • Cs-klimaat • Mediterrane vegetatie: • Loofbos (geen bladverlies in droge tijd) • Bladverliezende struiken in droge periode • Maquis: doornachtig struikgewas • -> ingevoerd: olijfbomen
Mediterrane landbouw 1. Droge akkerbouw (dryfarming) - slechts oogsten op 1/3 oppervlakte - braakligging 2. Boom- en struikencultuur - minder oppervlakte als dryfarming (olijfbomen, wijngaarden) 3. Gemengde teelt - akkerbouw of veeteelt tussen wijnranken • irrigatielandbouw: om minder afhankelijk te zijn van neerslag (arbeids- en kapitaalsintensief) • 3 tot 5 oogsten per jaar mogelijk! • In vlakkere en vruchtbare dalen en aan de kust (teelt van gewassen die er van nature niet voorkomen – perziken, abrikozen, citrusfruit, rijst, katoen, pinda’s)
Veeteelt • Geringe economische betekenis • Transhumance (nomadische veeteelt): ’s zomers in de hogere berggebieden; ’s winters naar warmere laaggelegen gebieden.
Veeteelt • Geringe economische betekenis • Transhumance (nomadische veeteelt): ’s zomers in de hogere berggebieden; ’s winters naar warmere laaggelegen gebieden. • Transhumance neemt af (betalen voor begrazing, moeilijker overschrijden staatsgrenzen, veel gebieden in gebruik als geïrrigeerde landbouwgebieden of kustplaatsen • Geen grootschalige Europese veeteelt, dus import vlees en melk