270 likes | 422 Views
Betalingen valuta- & wisselcontrole. In het nationale recht vinden we uiteenlopende beperkingen op het wisselen van valuta: - voor de bescherming van de nationale munt - met statistische oogmerken - om het financieren van misdaad en witwassen te bestrijden
E N D
Betalingen valuta- & wisselcontrole • In het nationale recht vinden we uiteenlopende beperkingen op het wisselen van valuta: - voor de bescherming van de nationale munt - met statistische oogmerken - om het financieren van misdaad en witwassen te bestrijden • Het IMF (internationaal monetair fonds) (187 lidstaten) beoogt • Munststabiliteit • Liberalisering van betaling en overdrachten voor courante transacties - Waarbij de lidstaten hun monetaire soevereiniteit inperken in ruil voor de voordelen van lidmaatschap
Betalingen valuta- & wisselcontrole • art. VIII IMF-overeenkomst: in beginsel (d.i. behoudens toelating IMF) verbod op beperking internationale betalingen voor courante transacties • Hieruit volgen volgende convertibiliteitsverplichtingen voor de lidstaten: • Ingezetenen toelaten courante transacties te betalen met nationaal geld of vreemd geld aan te schaffen voor die betalingen • Niet-ingezetenen die betaling ontvangen hebben in nationaal geld toelaten dit te gebruiken voor courante transacties • Waar dit nodig is voor courante transacties, wisselen toelaten van nationale munt gehouden door een ander land voor vreemd geld of SDR (speciale trekkingsrechten, zie infra). • Beperkingen inzake kapitraalsbewegingen worden hierdoor niet beroerd (>< vrij verkeer van kapitaal in bv. EU)
Betalingen valuta- & wisselcontrole • (art. VIII IMF-overeenkomst – vervolg) Wel compatibel met art. VIII zijn beperkingen: • waar het niet om courante transacties gaat (maar om kapitaalsoverdracht) • of er toestemming is van het IMF (enkel indien noodzakelijk en tijdelijk)
Betalingen valuta- & wisselcontrole • Gevolgen: art. VIII (b): • indien *de beperking door een lidstaat compatibel is met IMF, zijn *exchange contracts *die de munt van dat land betreffen en *de beperking schenden *niet afdwingbaar w.b. in alle IMF-landen • Dit is een voorrangsregel ongeacht het toepasselijke recht. Vgl. Art. 9, 3 Rome-I-Verordening: De rechter kan ook gevolg toekennen aan de bepalingen van bijzonder dwingend recht van het land waar de verbintenissen krachtens de overeenkomst moeten worden nagekomen of zijn nagekomen, voor zover die bepalingen van bijzonder dwingend recht de tenuitvoerlegging van de overeenkomst onwettig maken. Bij de beslissing of aan deze bepalingen gevolg moet worden toegekend, wordt rekening gehouden met hun aard en doel alsmede met de gevolgen die de toepassing of niet-toepassing van deze bepalingen zou kunnen hebben. «
Betalingen valuta- & wisselcontrole • Interpretatie van art. VIII (b): « indien *de beperking door een lidstaat compatibel is met IMF-overeenkomst, zijn *exchange contracts *die de munt van dat land betreffen en *de beperking schenden *niet afdwingbaar in alle IMF-landen » • Interpretatieverschillen: - « exchange contract »: restrictieve uitleg in UK & US (enkel een ruil tussen geldsoorten), in andere landen een ruimere uitleg. ‘Ruilhandel’ is nergens een exchange contract • « De munt betreffen » : ook ruime t. enge uitleg • Gaat enkel over schendingen van de wisselcontroleregels • Wat de compatibiliteit betreft moet de opinie van het IMF worden gevraagd • Wat « niet afdwingbaar » juist betekent, kan ook verschillen van rechtssysteem tot rechtssysteem.
Betalingen valuta- & wisselcontrole • Wisselbeperkingen opgelegd door het volkenrecht: • Wanneer de VN veiligheidsraad economische sancties oplegt • sancties tegen terroristen en terroristische organisaties
Betalingenrekenmunt en betaalmunt • Rekenmunt : waarin de prijs is uitgedrukt > prijs gaat dus mee op en neer met de rekenmunt maar blijft nominaal gelijk – beginsel van nominalisme • Volgens het contractenrecht is de schuldenaar altijd gerechtigd in rekenmunt te betalen • Om meerdere redenen kan de betaalmunt een andere zijn
Betalingenrekenmunt en betaalmunt • Er kunnen meerdere redenen zijn om de betaling in een andere munt te verrichten (de betaalmunt, zijnde de munt gangbaar op de plaats van betaling): • indien betaling in vreemde munt aldaar beperkt wordt (valutacontrole); • indien de schuldenaar volgens lokaal recht gerechtigd is in lokale munt te betalen en dit verkiest; • indien rechterlijke uitspraken enkel in lokale munt kunnen luiden. • Vgl. UPICC 6.1.9: • (1) Is een verbintenis tot betaling van een geldsom uitgedrukt in ander geld dan op de plaats van betaling gangbaar is, dan kan de schuldenaar betalen in het geld dat op de plaats van betaling gangbaar is, tenzij: • (a) dat geld niet vrij omwisselbaar is; of • (b) partijen zijn overeengekomen dat de betaling moet geschieden in het geld waarin de verbintenis is uitgedrukt. • (2) Is betaling in het geld waarin de verbintenis is uitgedrukt voor de schuldenaar onmogelijk, dan kan de schuldeiser vorderen dat de betaling zal geschieden in het geld dat op de plaats van betaling gangbaar is, ook in het geval bedoeld in lid 1, onder b.
Betalingenrekenmunt en betaalmunt • Indien rekenmunt en betaalmunt verschillen, rijst het probleem van – tijd en plaats van - conversie (omrekening) • Contract kan regels voor omrekening bevatten (plaats en tijd) • Nationaal recht verschilt inzake het tijdstip van conversie: vervaldag of dag van feitelijke betaling ? Schuldeiser kan bij laattijdige betaling vergoeding schade eisen • Vgl. UPICC 6.1.9: • (3) Betaling in geld gangbaar op de plaats van betaling moet geschieden overeenkomstig de wisselkoers die gangbaar is op het tijdstip waarop de betaling is verschuldigd. • (4) Heeft de schuldenaar evenwel niet betaald op het tijdstip waarop de betaling is verschuldigd, dan kan de schuldeiser betaling vorderen overeenkomstig de wisselkoers die geldt op het tijdstip waarop de betaling verschuldigd is, dan wel die op het tijdstip waarop de betaling is geschied.
Betalingenwisselrisico • Bescherming tegen wisselrisico - 3 technieken • 1° Waardebeveiligingsbedingen, zoals: • prijs gekoppeld aan een (vreemde) munt. Vroeger vaak gekoppeld aan goudprijs (achterhaald), nu vaak SDR (speciale trekkingsrechten, gebruikt door IMF sinds 1969) = een korf van 4 munten (sinds 2005: 44 % US $, 34 % EU €, 11 % JP ¥ and 11% UK £). • muntkeuzebedingen (optie voor een der partijen) • prijs gekoppeld aan een index (vooral binnenlandse contracten) • Prijsherzieningsbedingen 2° Wisselrisicoverzekering: op private verzekeringsmarkt beperkt; wel bij overheidsinstellingen
Betalingen wisselrisico • 3° Hedging transacties: zich indekken door een tegentransactie e.d.m. • soms binnen een bedrijf zeker evenwicht tussen transacties in beide richtingen (matching) • Forward exchange contract: schuldeiser verkoopt de te innen prijs in vreemde munt op voorhand tegen vaste som in de eigen munt aan een « forward exchange rate » (of omgekeerd voor de schuldenaar) • Cross-currency Swaps tussen kruiselingse schuldeisers (ruil van geld op termijn tegen overeengekomen rentevoet) • Bankrekeningen in vreemde munt • Nu lenen in de te ontvangen vreemde munt en onmiddellijk omruilen (en omgekeerd: deponeren van vreemde munt door de schuldenaar) • Currency futures (contract om een bepaalde munt op termijn te verkopen c.q. kopen aan een vaste prijs op een bepaalde toekomstige datum) • Currency options contracten (call options: kooprecht; put option:verkooprecht); de optie wordt gekocht voor een prijs/premie
Betalingsinstrumenten alg. • Betalingsinstrumenten : • Waardepapier met abstracte verbintenis: wisselbrief en orderbriefje • Waardepapier zonder acceptatie: cheque • Geen waardepapier: kredietkaart, overschrijving (giro), documentair krediet e.d. • Heel vaak zijn het varianten van de delegatie-overeenkomst (zie nadere besprkeing verder). Algemeen kenmerk delegatie: • wie instrument aanvaardt, moet eerst instrument gebruiken (oorspr. schuldvordering intussen onbeschikbaar) • wie delegeert, heeft daarmee ook beschikt over zijn schuldvordering jegens gedelegeerde (daardoor wordt de fondsvordering intussen onbeschikbaar)
Waardepapieren alg. • « Waardepapier » • Hoofdzakelijk 2 mogelijke functies: • 1° Functie van alle waardepapieren: overdracht recht door overdracht papier (« Das Recht aus dem Papier folgt das Recht am Papier »), dus: • -- bij schuldvorderingspapier geen kennisgeving vereist aan de debiteur van de schuldvordering, • -- bij zakenrechtelijk waardepapier geen kennisgeving aan de detentor van de zaak vereist • 2° Mogelijke tweede functie van schuldvorderingspapieren: abstractie van de verbintenis; onderscheid formele abstractie (omkering bewijslast) / materiële abstractie. Ten aanzien van de verhouding tussen 2 partijen zelf is de abstractie in ons recht altijd enkel formeel, niet materieel.
Orderbriefje • Orderbriefje (« promissory note ») • Onvoorwaardelijke betalingsbelofte voor een geldsom (direct, niet getrokken) • In een geschrift : aan toonder of aan order • Dus overdraagbaar (onbeperkt) (indien aan order: door endossement) • « Abstract »: na overdracht papier kan ondertekenaar (belover) geen excepties inroepen tegen de houder van het orderbriefje uit de onderliggende verhouding (dekkingsverhouding) • Zie art. 75 en v. Geneefse en Belgische Wisselwet.
Wisselbrief • Wisselbrief: • « Getrokken » waardepapier: trekker (drawer) « trekt » wissel op betrokkene (drawee) (en overhandigt die al dan niet dadelijk aan de houder (payee) • Wisselbrief : document, vermeldt « wisselbrief » en onvoorwaardelijk te betalen som en vervaldag (dit zijn vormvereisten) (art. 1 en 2 Geneefse wet en Belgische wet) • Houdt een opdracht in door de trekker aan de betrokken om aan de houder een bepaalde som te betalen op een bepaald toekomstig tijdstip • Indien de betrokkene deze opdracht aanvaardt (acceptatie) gaat hij een onvoorwaardelijke betalingsbelofte voor een geldsom aan (vandaar: geen waardebeveiligingsbeding mogelijk) (over acceptatie, zie art. 21-29 Wisselwet) • De trekker kan zelf houder zijn (art. 3 Wisselwet) • De trekker is eveneens gehouden jegens de houder (bij acceptatie is die verbintenis wel subsidiair aan die van de betrokkene (maar wel dwingend); zolang er geen acceptatie in staat trekker in voor acceptatie (niet dwingend) – art. 9 Geneefse & Belgische). Zie voor dit regres verder art. 43 v. Wisselwet • Overdraagbaar (onbeperkt) (indien aan order: door endossement) (zie art. 11 v.) • ook elke endossant is vervolgens mede gehouden door eenzelfde verbintenis als de trekker (art. 15: staat in voor acceptatie en voor betaling) • De betalingsverbintenis is « abstract » (zie verder)
Wisselbrief • Abstractie & onafhankelijkheid: • onafhankelijk van de dekkingsverhouding tussen trekker en betrokken: de acceptant kan geen excepties inroepen tegen de houder (abstractie s.s.) • Ook onafhankelijk van de valutaverhouding tussen trekker en houder: de acceptant kan evenmin excepties inroepen uit die verhouding • (voor nuances, zie verder) • (zolang trekker nog houder is, is abstractie enkel formeel) • Wisselbrief kan « gedomicilieerd » worden op een bankrekening om incasso te vereenvoudigen (sinds 1999 is een dergelijk incasso in België door de banken gecentraliseerd bij de Nationale Bank). • Verjaring (art. 70 Geneefse en Belgische wet): • jegens de acceptant: 3 jaar vanaf vervaldag • Houder jegens endossant en trekker: een jaar vanaf protest of vervaldag • endossanten jegens elkaar of trekker: 6 maanden vanaf eigen betaling of aangesproken zijn
Wisselbrief • Gevolgen op het zakenrechtelijke statuut van de onderliggende schuldvorderingen • Gevolg voor de valutavordering: • door de aanvaarding van de wisselbrief in betaling wordt die schuldvordering onbeschikbaar voor de persoon die die wisselbrief in betaling aanvaard heeft (maar blijft in beginsel wel bestaan) • Bovendien ontstaat er ook een abstract regres tussen houder en de trekker (wisselrechtelijk regres) • Gevolg voor de fondsvordering • De schuldvordering van de trekker op de betrokkene wordt onbeschikbaar voor trekker (en diens schuldeisers) • De houder heeft een voorrecht op het fonds (de fondsvordering) en een rechtstreekse vordering, ook als betrokkene niet accepteert (enkel intern Belgisch recht, art. 81) • Uitleg: het trekken van een wissel houdt een beschikking in over de onderliggende schuldvordering jegens de betrokkene; een beschikking ten gunste van de houder meer bepaald. Ook indien die niet accepteert heeft de houder dus en voorrecht op dat fonds
Wisselbrief • Gebruik. Reeds geziene voorbeelden: • - wijze van « honoreren » van een letter of credit (door acceptatie dan wel trekken op een derde van een wisselbrief) • - cliëntendiscontokrediet (bank koopt wisselbrieven door cliënt van de bank getrokken op zijn koper) • - endossement aan forfeiter van wissel getrokken op koper (met afstand van regres op trekker) • - enz. • Rechtsvergelijking & harmonisatie: • hoofdzakelijk 2 systemen: common law landen v. Geneefse eenheidswet. • Daarnaast UNCITRAL Conventie 1987 betreffende documenten (wissels of orderbriefjes) die uitdrukkelijk naar de Uncitral Conventie verwijzen (extra model), maar niet in werking (slechts 5 ratificaties)
Wisselbrief • Common law landen: minder strikt systeem • W.b. excepties: houder enkel beschermd wanneer hij de wissel verkreeg « in due course », d.i. zonder kennis van enig verweer betreffende het instrument • Bij verkrijging wisselbrief van een beschikkingsonbevoegde: in beginsel geen bescherming van de houder (die dus niet zal verkrijgen a non domino), conform de meer beperkte bescherming van derde-verkrijgers van zaken in het common law. • Aval is een gewone borgtocht • Geneefse eenheidswet: strikter systeem (meer abstractie) • Niet-tegenwerpelijkheid van excepties, behalve aan de houder die te kwader trouw verkreeg (bedrieglijk opzet), m.b. « desbewust ten nadele van de schuldenaar heeft gehandeld » (art. 17 Geneefse en Belgische wet) • Bezitter te goeder trouw van de wisselbrief is de eigenaar (houder) (art. 16 Geneefse en Belgische wet), ligt in lijn van art. 2279 BW. • Aval is grotendeels abstracte borgtocht (abstract van verbintenis van de persoon voor wie men aval geeft): enkel de formele ongeldigheid van de wisselbrief kan door de aval worden ingeroepen als verweer (zie art. 30 – 32 Wisselwet)
Betalingsmodaliteiten • In de overeenkomst (verkoop, aanneming, ….) zal behalve prijs en munt meestal ook betalingsmodaliteit overeengekomen zijn: • indien niets overeengekomen: gelijk oversteken (levering van de goederen tegen betaling, cash on delivery). Vgl. 6.1.4. UPICC • Vaak afwijkende afspraken: • Vooruitbetaling of voorschot (bv. CWO: Cash with order, CIA Cash in advance); ev. door overschrijving • Betaling « cash » bij levering van de documenten die goederen vertegenwoordigen (CAD: Cash against documents; D/P: Documents against payment) (zie ook hoger: honoreren van kredietbrief bij levering van documents of title). Nu ook elektronische betaling « cash » mogelijk. • Betaling bij levering met documenten die een delegatie inhouden (bv. trekken wisselbrief door koper, betaling met cheque of kredietkaart). Zie UPICC 6.1.7. • Krediet: betaling pas na levering (en inspectie), eventueel nog met bijkomende termijn voor de eigenlijke betaling (bv. 1 maand, 3 m.). Vaak enkel mits de koper een wisselbrief accepteert (D/A: documents against acceptance) of een orderbriefje ondertekent. Indien geen betalingsinstrument wordt afgegeven (maar enkel een ontvangstbewijs, receipt) spreekt men van betaling « on open account »
betalingsprocedures • Betalingsprocedures - vervolg: inschakeling van een of meerdere tussenpersonen als lasthebber om te innen (vnl. Banken) • voornamelijk indien: • a) door de schuldenaar verschafte betalingsinstrumenten (financial documents) worden geïnd (wisselbrieven aanbieden ter betaling, cheques, ….), en/of • b) aan de schuldenaar documenten moeten worden afgeleverd voor de betaling (documents of title,transportdocumenten, enz.). • Indien enkel a) spreekt men van « clean » collection, indien ook b) van « documentary collection » • Mogelijke betrokken partijen: • Lastgever inningsmandaat (principal) • Remitting bank (ontvangende bank), lasthebber van de principaal • Presenting bank: bank bij wie de documenten of de vordering wordt geïnd • En/of de schuldenaar bij wie de vordering wordt geïnd
betalingsprocedures • Betalingsprocedures: Inschakeling van een of meerdere tussenpersonen als lasthebber om te innen (meestal banken) - Vervolg • Rechten en plichten betreffende die tussenkomst: de gebruiken zijn door de IKK gecodificeerd in de Uniform Rules for Collections (1956). Zij regelen op welke wijze de banken de « handling » van documenten moeten doen. • Hoe moet de bank handelen voor de aanbieding en inning van financial documents • Bepaalt onderlinge rechten en plichten, i.h.b. van de lastgever en de bank (informatieplicht, zorgplicht, wijze van afrekenen interest en kosten, …)
betalingsprocedures • Betalingsprocedures - Inschakeling van tussenpersonen om te betalen: • Inschakeling bank als gedelegeerde voor uitgfite l/c en betaling • Inschakeling kredietkaartmaatschappij als gedelegeerde • Banken kunnen ingeschakeld worden als gedelegeerde voor een overschrijving (giro), d.i. opdracht tot betaling (gegeven op papier of electronisch) door een opdrachtgever (payor, solvens) ten gunste van een begunstigde (payee) die bij aanvaarding door de bank resulteert in een creditering van de begunstigde (op zijn bankrekening) als en wijze van betaling • Overschrijving via 1 bank: zie schema (betalingsorder; aanvaarding; uitvoering door crediteren) • Vaak overschrijving via 2 banken (verzendende bank, ontvangende bank) • UNCITRAL modelwet 1992 on international credit transfers. Bevat: • - conflictregel • - regels betreffende rechten en plichten van de betrokken partijen (uitvoeringsverplichtingen en -termijnen, interest en kosten, enz.) • Daardoor geïnspireerd: EU-Richtlijn 1997/5 betreffende grensoverschrijdende overmakingen: regelt o.a. transparantie van de contractsvoorwaarden, verplichting aangaande termijnen, verplichtingen ingevolge instructies, enz. • Intussen vervangen door de SEPA-richtlijn nr. 2007/64 van 2007 (omzettingstermijn verstreek 1-11-2009), in B. omgezet door de Wet Betalingsdiensten
Countertrade • Counter-trade: ruilhandel, rechtstreeks, of onrechtstreeks (door koppeling van meerdere overeenkomsten tot verkoop, overeenkomst tot wederinkoop, compensatie-overeenkomsten bv. voor militair materieel) • Kaderovereenkomsten: bepalen welke goederen in aanmerking komen als ruil, hoe de waarde en prijs bepaald wordt, hoe en wanneer het saldo betaald wordt (meestal via een clearing-rekening), beperkingen op doorverkoop, kredietzekerheden, enz. • Toegelaten onder GATT ? • Is een kwantitatieve beperking, dus in beginsel verboden • Maar kan toegelaten zijn: • a) krachtens de afwijkingen voor ontwikkelingslanden • b) o.g.v. de exceptie voor betalingsbalans • Verboden in de Government Procurement Agreement.