470 likes | 617 Views
Elektronische betalingen: een overzicht. Steven De Backer Advocaat Freshfields Bruckhaus Deringer Medewerker Centrum Jurist en Informatica - UG. Universiteit Gent, Recht en Informatica 18 december 2003. OVERZICHT. Sleutelbegrippen II. Het verloop van een betaling – de actoren
E N D
Elektronische betalingen: een overzicht Steven De Backer Advocaat Freshfields Bruckhaus Deringer Medewerker Centrum Jurist en Informatica - UG Universiteit Gent, Recht en Informatica 18 december 2003
OVERZICHT • Sleutelbegrippen II. Het verloop van een betaling – de actoren • De verwerking van een betaling • De elektronische betaalmiddelen V. Betalingen met de diverse elektronische betaalmiddelen nader toegelicht VI. Civielrechtelijke kwalificatie van de uiteenlopende betalingen VII. Regelgevend kader mbt elektronische betaalmiddelen in beweging VIII. De wet van 17 juli 2002 betreffende de transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking van geldmiddelen
I. SLEUTELBEGRIPPEN: ALGEMEEN 1. Geld • Chartaal geld • Giraal geld • Elektronisch geld? 2. Betaling • Chartale betaling • Girale betaling - Betrokken partijen: opdrachtgever, begunstigde, betalingsverkeersinstelling(en) - Verloop: transactie en verwerking
I. SLEUTELBEGRIPPEN: ALGEMEEN 3. Betalingsverkeer • Laagwaardig of laaggiraal betalingsverkeer • Hoogwaardig of topgiraal betalingsverkeer 4. Betaalmiddel of betaalinstrument • Schriftelijke betaalmiddelen • Elektronische betaalmiddelen 5. Betalingssysteem • Real-time brutovereffeningssystemen (Real Time Gross Settlement) • Nettovereffeningssystemen (Designated time Netto Settlement)
I. SLEUTELBEGRIPPEN: TRANSACTIE & VEILIGHEID 1. Identificatie • Antwoord op de vraag: “Wie bent u” = bekendmaking identiteit • “User-Id” 2. Authenti(fi)catie • Antwoord op de vraag: “Kan u bewijzen effectief diegene te zijn die u beweert te zijn” = zekerheidscontrole van de identificatie • “Paswoord” 3. Authorisatie • Antwoord op de vraag: “Mag u effectief de verrichting doen waartoe u opdracht geeft” = bevoegdheidscontrole
I. SLEUTELBEGRIPPEN: TRANSACTIE & VEILIGHEID 4. Confidentialiteit • De communicatie kan niet door een derde worden “gelezen” 5. Integriteit • De communicatie kan niet ongemerkt worden gewijzigd 6. Onweerlegbaarheid of “non-repudiation” • De opdrachtgever kan zijn identiteit bewijzen • Omgekeerd kan worden bewezen wie in een transactie participeerde • Geldt echter enkel voor verzending opdracht, niet voor ontvangst
II. HET VERLOOP VAN EEN BETALING Vereffening of « settlement » van transacties door overboekingen (in de boeken van het afwikkelingsinstituut) tussen de rekeningen van de aan het betaalsysteem deelnemende partijen (gevolgd door mutatie van tegoeden van de begustigde) Uitwisseling: verstrekking aan betalingsverkeer-instellingen van de transactie-informatie Verrekening of « clearing »: berekening van de netto som die betalingsverkeerinstellingen op grond van deze transacties aan elkaar verplicht zijn te betalen HOOGWAARDIG BETALINGSVERKEER Transport van de transactie - informatie Betalingsverkeerinstelling Betalingsverkeerinstelling Betalingsverkeerinstelling LAAGWAARDIG BETALINGSVERKEER Gebruiker Gebruiker Gebruiker Gebruiker
II. ACTOREN BIJ EEN BETALING 1. Gebruikers • Opdrachtgever • Begunstigde 2. Betalingsverkeersinstellingen • Kredietinstellingen • Bank van de Post • NBB • Banksys • Europay • BCC 3. Uitwisselings- en verrekeningsinstellingen • Uitwisselingscentrum en Verrekening (‘UCV’) • ELLIPS • Verrekenkamer
II. ACTOREN BIJ EEN BETALING 4. Transport van gegevens • S.W.I.F.T. 5. Toezichthouders • NBB • CBF
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALING Schematische weergave binnenlands giraal betalingsverkeer
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT Verloop: • Betalingsopdracht • Ontvangst en uitvoering controles door de bank • Doorzenden betalingsopdracht naar een clearingsinstituut • Clearingsproces: saldering van alle opdrachten tot een nettoresultaat per bank • Nettoposities worden aangeboden aan de NCB waar banken rekening aanhouden • Settlementproces: debetbanken betalen creditbanken Twee soorten overdrachten: • Overdracht van informatie 2. Overdracht van waarden
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT III. WERKING VAN DE SYSTEMEN: credit betalingen Geschiedenis van de verwerking van Belgische betalingen: • 1971: standaard rekeningnummer (3-7-2 systeem) & standaard overschrijvingsformulier • 1974: oprichting UCV als geautomatiseerd clearinghouse & start toepassing ‘elektronische debitering” • 1975: start toepassing ‘elektronische creditering” • 1977: oprichting Mister Cash en Bancontact & oprichting SWIFT & invoering OGM • 1980: eerste POS toepassingen in tankstations • 1987: start UCV-continu
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT III. WERKING VAN DE SYSTEMEN: credit betalingen • 1988: TRASEC • 1994: lancering Proton • 1995: oprichting Isabel • 1996: oprichting Ellips • 1 januari 1999: Afwikkeling in Euro
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT III. WERKING VAN DE SYSTEMEN: credit betalingen Drie interbancaire afwikkelingssystemen in België: 1. Uitwisselingscentrum en Verrekening, kortweg ‘UCV’: = het multilaterale netto-vereffeningssysteem voor de zogenaamde detailbetalingen • Structuur: vzw, waarvan de beslissingsorganen onder het voorzitterschap van de Nationale Bank staan • Deelneming: elke in België wettelijk opererende kredietinstelling kan deelnemen • Transacties: detailbetalingen: “gewone” betalingen tussen consumenten en bedrijven en consumenten tot € 500.000; dagelijks volume van bijna 4 miljoen operaties; 99% van het aantal interbancaire betalingen, maar slechts 2,5 % van de totale waarde ervan
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT III. WERKING VAN DE SYSTEMEN: credit betalingen • Werking: • Continue verwerking – 24 uren op 24 gedurende vijf dagen en zaterdag van 9uur tot 17uur • Data worden sinds 1 januari 2001 nog uitsluitend (zij het in loten) doorgestuurd via telecommunicatie (teleprocessing) (of magnetische banden in een back-up situatie) • Truncage: niet uitwisseling van papieren betalingsopdrachten • Multilaterale verrekening: éénmaal daags berekening netto-saldo per deelnemer • Vereffening van het saldo gebeurt via boeking op de rekening die elke deelnemer aanhoudt bij de NBB
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT III. WERKING VAN DE SYSTEMEN: credit betalingen 2. ELLIPS = ELectronic Large value Interbank Payment System = het bruto-vereffeningssysteem in reële tijd voor betalingen met grote bedragen = Belgische component van TARGET • Structuur: vzw, waarvan de beslissingsorganen onder het voorzitterschap van de Nationale Bank staan • Deelneming: elke in België wettelijk opererende kredietinstelling kan deelnemen; deelnemen aan ELLIPS betekent toegang tot TARGET • Transacties: interbancaire transfers en cliëntentransfers (enkel overschrijvingen) boven € 500.000; dagelijks volume van ca 4000 operaties; 1% van het aantal interbancaire betalingen, maar meer dan 97% van de totale waarde ervan
III. DE VERWERKING VAN EEN BETALINGSOPDRACHT III. WERKING VAN DE SYSTEMEN: credit betalingen • Werking: • Open van 6u30 tot 17u (voor cliëntentransfers) en 18u (voor interbancaire transfers) • Data worden verstuurd via S.W.I.F.T. • Bruto vereffeningssysteem: betalingen worden één voor één vereffend en onmiddellijk geboekt in de rekeningen die de deelnemers aanhouden bij de NBB (NBB stelt de tegenpartijen een renteloos intraday krediet ter beschikking) 3. De Verrekenkamer • Manuele afwikkeling van betalingsdocumenten • Aantal verwerkte operaties is marginaal • Belangrijkste operaties zijn cheques met een waarde van meer dan € 10.000, niet-genormaliseerde cheques en sommige verrichtingen met handelswissels
IV. DE ELEKTRONISCHE BETAALMIDDELEN 1. Verschillende criteria mogelijk om tot een indeling te komen 2. Criterium gehanteerd in deze uiteenzetting: Dient het betaalmiddel ter mutatie van een tegoed op afstand of ter directe elektronische betaling als ware het een instrument aan toonder? • Elektronische betaalmiddelen met toegang op afstand • debet betaalsystemen • credit betaalsystemen • elektronische overschrijving • Elektronisch geld (‘oplaadbaar instrument’) • elektronische pulsen opgeslagen op een magneetstrip of chip • netwerk- of softwaregeld
V. DE BETALING - overschrijvingen 1. Elektronische overschrijvingen • Wat Betalingen waarbij de consument rechtstreeks aan zijn financiële instelling opdracht geeft zijn rekening met een bepaald bedrag te debiteren en de rekening van een door hem aangewezen begunstigde met hetzelfde bedrag te crediteren. • Betalen met elektronische overschrijvingsopdracht • Phonebanking • Internetbanking (PKI)
V. DE BETALING - overschrijvingen • Verloop van de betaling
V. DE BETALING - debet betalingen 2. Debet betalingssystemen • Wat Betalingen waarbij het verschuldigde bedrag direct en rechtstreeks ten laste van de rekening van de consument wordt afgeschreven. • Betalingen met debet kaart In de praktijk steeds authenticatie vereist • Geldafhalingen met kaart en PIN code • Betalingen met kaart en PIN code m.b.v terminal • C-ZAM/PC
V. DE BETALING - debet betalingen • Verloop van de betaling
V. DE BETALING - credit betalingen 3. Credit betalingssystemen • Wat Betalingen waarbij de rekening van de consument slechts een bepaalde tijd na de transactie wordt belast. • Betalingen met Credit Card • met authenticatie: • geldafhaling: kaart en code • betaling aan de hand van kaartlezer en handtekening • beveiligde credit betaling via Internet met SET systeem
V. DE BETALING - credit betalingen • Betalingen met Credit Card • zonder authenticatie: • betaling aan de hand van kaartlezer zonder handtekening • “mail en phone” orders • Beveiligde credit betalingen via Internet met SSL Protocol Let op: Credit Card betalingen zonder authentificatie kunnen niet worden ontleed als delegatie.
V. DE BETALING - credit betalingen • SSL = beveiligingslaag die het mogelijk maakt om via het Internet datacommunicatieprotocol TCP/IP een beveiligde en geëncrypteerde verbinding op te bouwen. Via deze beveiligde verbinding worden dan de door de consument ingegeven creditcard gegevens verstuurd. = is in beginsel mogelijk voor alle types creditcards. • SET = wallet waarin certificaten worden opgeslagen voor credit- en debetcards. Deze wallet draait op de PC van de consument. Er wordt gebruik gemaakt van elektronische certificaten voor het identificeren van de verschillende partijen. • SSL EN SET VERGELEKEN
V. DE BETALING - Elektronische pulsen 4. Betalingssystemen o.b.v. elektronische pulsen • Wat Betalingen waarbij het verschuldigde bedrag direct en rechtstreeks wordt gedebiteerd van de monetaire waarde opgeslagen op een magneetstrip of chip. De opgeslagen elektronische pulsen vormen een digitale titel. • Indeling • Single purpose SmartCards (vb. telefoonkaart) • Multi Purpose SmartCards (vb. Protonkaart) • Limited Purpose SmartCards (vb. Pretparkkaart)
V. DE BETALING - Software geld 5. Software geld • Wat Een op software gebaseerd betalingssysteem waarbij betaling gebeurt aan de hand van digitale munten die bestaan uit een uniek serienummer. • … als paddestoelen uit de grond • E-cash • Cybercoins • Netbill • Millicent
VI. CIVIELRECHTELIJKE KWALIFICATIE • Credit betalingen Onvolmaakte delegatie = Driepartijenovereenkomst waarbij de delegant, die een bepaalde prestatie mag verwachten van de gedelegeerde, aan deze partij vraagt om een persoonlijke verbintenis aan te gaan tegenover een derde (delegataris). = onvolmaakt want geen schuldvernieuwing 2. Debet betalingen • Steeds het accessorium van een rekeningovereenkomst • Onvolmaakte delegatie
VI. CIVIELRECHTELIJKE KWALIFICATIE 3. Overschrijvingen Mandaat: de consument geeft aan zijn financiële instelling de opdracht om in zijn naam en voor zijn rekening een bepaalde som geld ter beschikking te stellen van een door hem aangewezen begunstigde. 4. Electronische pulsen • Inbetalinggeving? • Delegatie? • Elektronisch toonderstuk !!! 5. Software geld • Elektronisch toonderstuk
VII. Het regelgevend kader in beweging 1. Europese initiatieven • Aanbeveling 87/598/EEG van de Commissie van 8 december 1987 met betrekking tot een Europese gedragscode inzake het elektronische betalingsverkeer. • Aanbeveling 88/590/EEG van de Commissie van 17 november 1988 inzake de betalingssystemen en met name inzake de betrekkingen tussen de kaarthouder en de verstrekker van de kaart. • Gedragscode van de Europese banken-federaties in 1990. • Aanbeveling 97/489/EG van de Commissie van 30 juli 1997 betreffende transacties die met een elektronisch betaalinstrument worden verricht, in het bijzonder inzake de betrekking tussen uitgever en houder. • Richtlijnen 2000/28/EG en 2000/46/EG van het Europees parlement en de Raad betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het bedrijfseconomisch toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld.
VIII. De nieuwe wet 2. Wet van 17 juli 2002 betreffende transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking van geldmiddelen • Omzetting van Europese aanbeveling van 30 juli 1997 • In werking treding: 1 februari 2003 • Overzicht • Definities en Toepassingsgebied Elk middel dat toelaat volgende verrichtingen geheel of gedeeltelijk langs elektronische weg te verwezenlijken: a) Overmaking van geldmiddelen b) Opnemingen en deposito’s van contant geld c) Toegang op afstand tot een rekening d) het op- en ontladen van een oplaadbaar instrument Uitgesloten: met de hand geschreven tot stand gebrachte betaalopdracht, cheque, wisselbrief, single-purpose cards Opgelet: houder wordt gedefinieerd als een natuurlijk persoon • Informatieverplichtingen van de uitgever • Verplichtingen en aansprakelijkheid van uitgever en houder
IX. Juridische aspecten (wet betreffende transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking van geldmiddelen) 1. Aansprakelijkheid bij foutieve en laattijdige uitvoering • Uitgever is aansprakelijk indien: • bij instrumenten voor elektronische overmaking van geldmiddelen: de transacties werden ingeleid op apparaten, terminals of met behulp van uitrusting die door de uitgever werden aanvaard en waarop hij al dan niet toezicht heeft; • bij oplaadbare instrumenten: de gebrekkige uitvoering te wijten is aan een ondeugdelijk functioneren van het oplaadbaar instrument, van de apparaten of terminals of van elke andere uitrusting door de uitgever aanvaard. • Uitgever is aansprakelijk tot tijdstip waarop de rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd • Uitgever kan onmogelijk ontsnappen aan aansprakelijkheid
IX. Juridische aspecten (wet betreffende transacties uitgevoerd met instrumenten voor de elektronische overmaking van geldmiddelen) • Vergoedbare schade: • het bedrag van de niet of gebrekkig uitgevoerde transactie vermeerderd met de eventuele rente op dat bedrag; • de eventueel verdere financiële gevolgen, in het bijzonder het bedrag van de door de houder gedragen kosten ter bepaling van de ter vergoeden schade.
IX. Juridische aspecten 2. Frauduleus gebruik van het betalingsinstrument • Artikel 61 WCK • van toepassing op namaak, verlies of diefstal van kaarten verstrekt in kader van de kredietovereenkomst • in geval van namaak: risico bij uitgever • in geval van diefstal of verlies: - na kennisgeving: risico bij de uitgever - voor kennisgeving: risico bij de houder, evenwel beperkt • Artikel 81, §5 WHP • van toepassing in geval van frauduleus gebruik in het kader van een overeenkomst op afstand • na kennisgeving: houder niet aansprakelijk • voor kennisgeving: houder aansprakelijk, evenwel beperkt indien houder niet frauduleus heeft gehandeld.
IX. Juridische aspecten • Wet elektronische overmaking van geldmiddelen • na kennisgeving: houder niet aansprakelijk tenzij hij frauduleus zou hebben gehandeld • voor kennisgeving: houder aansprakelijk, evenwel beperkt indien er geen sprake is van grove nalatigheid • verzwaart het aansprakelijkheidsregime voor de consument dus in aanzienlijke mate ! • wanneer is er daarom sprake van grove nalatigheid? Kan een vermoeden van grove nalatigheid gehanteerd worden? • Let op: voor ‘oplaadbare instrumenten’ kan kennisgeving van verlies of diefstal, niet verhinderen dat opgeladen bedrag voor de houder verloren gaat. Kennisgeving kan de houder enkel beschermen tegen het opnieuw opladen van het instrument.
IX. Juridische aspecten 3. De herroeping en de annulatie • herroeping: opdracht werd gegeven door rechtmatige houder • annulatie: kan eveneens in geval opdracht niet door houder werd gegeven • Gemeen recht Of herroeping mogelijk is hangt af van de kwalificatie van de betaling: • betalingen met krediet- en debetkaarten: onherroepelijk (delegatie) • overschrijvingen: herroepbaar (mandaat), tenzij afwijkende bedingen in overeenkomst houder-uitgever • Artikel 81, §5 WHP & Wet 2002 Annulatie mogelijk op voorwaarde dat: • houder zelf niet frauduleus heeft gehandeld • het instrument niet fysiek werd gepresenteerd of/en elektronisch geïdentificeerd
IX. Juridische aspecten 4. Verzakingsrecht bij overeenkomst op afstand • Artikel 80, §3 WHP voorziet verzakingstermijn van 7 werkdagen bij koop op afstand: • betaling kan niet worden geëist • in praktijk wordt door de handelaar evenwel vaak een voorschot gesuggereerd • hoe kan de consument hierbij worden beschermd? - tijdelijke blokkering van de gestorte bedragen door derde partij (Banksys) - borgtocht door derde partij - labelisering 5. Tijdstip van betaling en bevrijdend karakter • overschrijvingen: tijdstip waarop rekening van de begunstigde wordt gecrediteerd (Cass, 30 januari 2001) • debet- en kredietkaarten: op ogenblik dat de gedelegeerde zijn verbintenis uitvoert (delegatie)
Authentication Transaction