110 likes | 288 Views
De theoretische cultuur (3a). Byzantium: van een pragmatische naar een ethische cultuur. Chronologie - Theoretische cultuur. Grafische cultuur (50.000 jaar – heden) Magische cultuur (50.000 – 10.000 jaar) Totemistische cultuur (10.000 – 5.000 vJ) Religieuze cultuur (5.000 – 700 vJ)
E N D
De theoretische cultuur (3a) Byzantium: van een pragmatische naar een ethische cultuur
Chronologie - Theoretische cultuur • Grafische cultuur (50.000 jaar – heden) • Magische cultuur (50.000 – 10.000 jaar) • Totemistische cultuur (10.000 – 5.000 vJ) • Religieuze cultuur (5.000 – 700 vJ) • Theoretische cultuur (700 vJ – heden) • Griekse oudheid (700 vJ – ) • Romeinse oudheid (300 vJ - 300) • Middeleeuwen • Oost-Europa: het Byzantijnse rijk • West-Europa: verschillende rijken
Chronologie – Byzantijnse rijk • Byzantijnse Rijk (300-) • 330 – Constantijn sticht Nova Roma (Constantinopel) • 381 – Christendom wordt uitgeroepen tot staatsgodsdienst • 725 – Keizer Leo III vaardigt zijn eerste edict tegen de iconen uit (iconoclasme – 1e periode) – duurt tot 787 • 813 – Keizer Leo V vaardigt nieuwe wetten uit tegen de iconen (iconoclasme – 2e periode) – duurt tot 843 • 1453 - Constantinopel veroverd door Ottomaanse Sultan Mehmet II
Bewering Boehmer • “Alhoewel duidelijk vast moet komen te staan dat de vroegchristelijke kerk geen enkele creatieve of vernieuwende bijdrage tot de Europese muziekcultuur heeft geleverd, dat zij het rad aanzienlijk teruggedraaid en het niveau der antieke muzikale tradities aanzienlijk heeft verlaagd, moet men toch uiterst voorzichtig zijn om hierachter een kwade opzet, een reactionair complot of wat dan ook te zoeken.”
De ‘eis van originaliteit’ is anachronistisch • Grieken: • Representatie van de werkelijkheid • Steeds nieuwe representatievormen (originaliteit) • Romeinen: • Representatie van ideologische waarden • Statische representatievormen ontleend aan de Grieken (herkenbaarheid) • Byzantijnen: • Nieuwe vorm van representatie
Aspecten van de Byzantijnse kunst 1. Nieuwe vorm van representatie • Representatie van een hogere werkelijkheid • Klein aantal vaste representatievormen (heiligheid) • Deels overgenomen van de Grieken en Romeinen, deels nieuw • Nauwelijks gelijkenis met de werkelijkheid (abstracte vormen) • Gericht op het handelen (net als Romeinen) • Maar: bij Romeinen bleef dit handelen concreet • Bij de Byzantijnen wordt het handelen abstract (het gaat om de betekenis van het handelen)
Aspecten van de Byzantijnse kunst 2. Religieus wereldbeeld • Drie belangrijke opvattingen • Religieus dualisme: Twee werelden, een goddelijke en een aardse • Menswording: God is mens geworden (Christus), waardoor de aardse wereld gered kon worden • Doel van de mens ligt in de geestelijke wereld (‘De hemel is ons ware moederland’) • Mystiek materialisme
Aspecten van de Byzantijnse kunst 3. Iconen (beeld en prototype) • Iconen worden gebruikt als representatie van Christus en de heiligen • Vooral lichamen, weinig achtergrond • Lichaam stond symbool voor de ziel • Afbeelding v/h lichaam zo abstract mogelijk • De icoon werd als middel gezien om de geest van de mens op het eeuwige te richten
De beeldenstrijd 1. Iconoclasme • Wat is iconoclamse • Motieven voor het iconoclasme • Hoofdargument: ‘geen enkele afbeelding kan het wezen van God tot uitdrukking brengen’ • Vormen van mimesis die wel mogelijk zijn: • Het kruis • De eucharistie • Een deugdelijk leven en goed bestuur
De beeldenstrijd2. Verzet tegen het iconoclasme • Andere interpretatie van de menswording van Christus: • Iconclasten zien de menswording als de overwinning van de geest op het vlees • Iconodulen zien de menswording als een overwinning van het vlees op de zonde, het lijden en de dood • Andere Bijbelse bronnen: • Iconoclasten beroepen zich op het beeldverbod in Exodus (‘U mag geen gesneden beeld maken’) • Iconodulen beroepen zich op Nieuw Testamentische bronnen die het beeldverbod ongedaan maken: • Beeld van God, de onzichtbare is hij [Jezus], eerstgeborene van heel de schepping. (Kolossenzen 1: 15) • Desondanks: iconodulen moeten voortdurend op hun hoede zijn niet te vervallen in: • 1. magische verering (het aanbidden van een levend beeld) • 2. afgodenverering (het aanbidden van een niet-levend beeld)