310 likes | 453 Views
Van artificieel klasseren naar fylogenetische reconstructie Historische ontwikkeling van de systematiek 2. Van het ontstaan van het natuurwetenschappelijk denken bij de antieken naar de biologie in de Renaissance. Eerste ‘natuurwetenschappelijk’ denken: Ionische filosoof-wetenschappers
E N D
Van artificieel klasseren naar fylogenetische reconstructie Historische ontwikkeling van de systematiek 2. Van het ontstaan van het natuurwetenschappelijk denken bij de antieken naar de biologie in de Renaissance
Eerste ‘natuurwetenschappelijk’ denken: Ionische filosoof-wetenschappers (ca. 625-550 v. C. - Milete) Thales: astronomie Anaximander: leven ontstaat uit verdampend vocht een diersoort kan in een andere overgaan Anaximenes: alles is aggregatietoestand van lucht Reeds biologie??
Folk taxonomy bij de antieken
Aristoteles (384-322 vC) Leerling van Plato De eerste bioloog: Hoogtepunt van de antieke natuurstudie Embryologisch onderzoek!! “Entelechie”: stapsgewijze toename van de organisatie in de reeks van mineraal naar mens (scala naturae)
Aristoteles (384-322 vC) 500 diersoorten 50 insectengroepen Geen diersysteem maarindelingscriteria * die overlappen Botanische geschriften verloren
Theophrastos (371-285 vC) De Historia Plantarum ● Optekening van de botanische gegevens van Aristoteles ● 480 erkende taxa * ● dalende volgorde (bomen → kruiden)
Plato (427-347 vC) Filosofische theorieën leverden grondslag voor begin van biologische systematiek: ● ideeënleer ● diairesis
diairesis: herhaalde tweedeling
Dioskorides (1ste eeuw n.C.) geneesheer-botanicus “botanikè” = plantkunde (botanè = gras, veevoeder). Materia Medica Alle geneesmiddelen uit Rijk der Mineralen Plantenrijk Dierenrijk Eerste “kruidboek” (herbal) – standaardwerk tot Middeleeuwen
Gaius Plinius Secundus (23-79 n.C.) Historia naturalis: encyclopedie in 37 delen alle natuurkennis van die tijd bronvermelding naar 327 geraadpleegde werken ● Dieren / Planten (maar wijst op tussenvormen zoals coelenteraten) ● Opsomming in dalende volgorde ● Tweedelige samenstellingen * (Aristolochia longa, A. rotunda, A. clematitis) >> voorloper van latere binaire nomenclatuur * In het Latijn staan adjectieven in principe na substantieven
laat-antieke periode en Middeleeuwen Bv. Albertus Magnus (1193-1280) ● kopie van raamwerk antieke kennis ● dalende lijn ● toevoeging van nieuwgekende organismen (yak, giraffe …)
Renaissance: Geboorte van de wetenschappelijke biologie Botanie = kruidkunde, kennis van geneeskruiden Otto Brunfels, Kräuterbuch (1530) Leonhard Fuchs, De Historia Stirpium (1542)
Renaissance: De kruidboeken in de Lage Landen Het Vlaamse trio Rembert Dodoens Dodonaeus (1544) Charles de l’Ecluse Clusius (1601) Mattias de l’Obel Lobelius
Mattias de l’Obel (Lobelius) innovatie: rangschikking naar botanische kenmerken Lobelia laxiflora, Mexico (Campanulaceae)
kruidboeken ● plantkundige wetenschap ● kennis van medicinale werking ● economische plantkunde Maar: mythe of bijgeloof signatuurleer (Paracelsus) astrologie
Wetenschappelijke betekenis van de kruidboeken: ● optekening van de W Europese folk-taxonomie ● informatie over toenemende botanische kennis door de ontdekkingsreizen
De vaders van de dierkunde Conrad Gesner (1551-1587) Historia animalium Quadrupedes vivipares. 1551. Quadrupedes ovipares. 1554. Avium natura. 1555. Piscium & aquatilium animantium natura. 1558.
Edward Wotton De differentiis animalium (boek 10: 1552) grondlegger van de moderne zoölogie: Wegen van kenmerken
Ulisse Aldrovandi De Animalibus Insectis libri septem (1602)
Zeventiende eeuw: Bloei van de plantkunde Stagnatie van de dierkunde Francesco Redi 1668: omne vivum ex ovo Experiment: geen maden in afgedekte schalen vlees Generatio spontanea Grondlegger van de experimentele opzet
Cesalpino: (° 1519) • De plantis (1583) • Kenmerkenweging: • Substantia versus accidentia Brassicaceae Asteraceae cryptogamen [varens, mossen, wieren, zwammen & “steenplanten” (koralen)]
Caspar Bauhin: Pinax Theatri Botanici (1623) Voorbeelden van plantennamen Asarum Crocus sativus Gentiana cruciata Gentiana major purpurea Gentiana major lutea Trifolium pratense album Trifolium pratense purpureum Trifolium alpinum flore magno radice dulci
Joseph Pitton de TOURNEFORT( 1656 - 1708 ) Elemens de botanique ou méthode pour connoître les plantes (1694) Institutiones Rei Herbariae (1700) 22 ‘klassen’, 698 genera 9000 soorten Classificatie: kenmerken van vruchten en bloemen Genera: bloemkenmerken – wegbereider van Linnaeus Expeditie naar Kreta & Klein-Azië