440 likes | 1.04k Views
Vissen en andere zeebewoners. Overzicht. Gewervelden Vissen Kraakbeenvissen versus beenvissen Rondvissen versus platvissen In de kijker Zeezoogdieren Ongewervelden Neteldieren (kwallen en anemonen) Stekelhuidigen Schaaldieren Wieren Op stap met een kruier…. Gewervelden.
E N D
Vissen en andere zeebewoners
Overzicht • Gewervelden • Vissen • Kraakbeenvissen versus beenvissen • Rondvissen versus platvissen • In de kijker • Zeezoogdieren • Ongewervelden • Neteldieren (kwallen en anemonen) • Stekelhuidigen • Schaaldieren • Wieren • Op stap met een kruier…
Gewervelden • Algemeen kenmerk aanwezigheid van wervels (wervelkolom, ruggengraat) in been of kraakbeen • Vissen • Amfibieën • Reptielen • Vogels • Zoogdieren
Drie groepen “vissen” • Beenvissen = Osteichthyes • Omvat 95% van huidige soorten • Skelet bestaat uit been • Schubben • Kraakbeenvissen = Chondrichthyes = haaien, roggen en draakvissen • Skelet bestaat uit kraakbeen • Tanden in rijen, regelmatige wissel • GEEN schubben, wel huidtanden • Kaaklozen = Agnatha • Meest primitief • Geen kaken • “rondbekken” • Geen schubben
Kraakbeenvissen • Haaien • Torpedo-vormig lichaam • Assymetrische staartvin, lange bovenlob en kortere onderlob • Meestal 5 (6-7) kieuwopeningen • Voortbeweging • Staartvin ~> voortbeweging • Borstvinnen ~> sturen • Rugvin ~> stabiliteit • Scherpe, puntige tanden • Meestal levendbarend, ook eierleggend • Voedsel: vis, kreeftachtigen, inktvissen, vogels en zeezoogdieren • Langzame voortplanting • Wereldwijd ± 360 soorten ~> ongeveer 10 soorten echt gevaarlijk voor mens (mensenhaai, hamerhaaien, stierhaai (zie foto) en tijgerhaai)
Roggen • “Schijfvormig” ~> borstvinnen sterk vergroot • Bodembewoners • Bek en kieuwopeningen onderaan • Ogen en spuitgaten bovenaan • Lange, dunne staart – doorgaans twee kleine rugvinnen • Borstvinnen om te zwemmen • Voedsel: vis, kreeftachtigen en weekdieren ~> voedsel wordt gekraakt met de vlakke tanden • Leggen eieren • Langzame voortplanting ~> overbevissing! • Wereldwijd ± 460 soorten • Mantarog
Eikapsels • Eieren van haaien en roggen • “zeemeermintasjes” • Leerachtige doosjes, uitsteeksel (hoorn) aan elke hoek ~> vasthechting aan stukken schelp, steentjes, wier • Vergelijk met kippenei: Voedselrijke dooier voor het embryo • Op het strand: meestal lege kapsels • Spoelen vooral aan na NW-wind • Zeldzaam geworden… Indicatie voor het voorkomen van volwassen haaien en roggen in de Noordzee
Eikapsel gevlekte rog • Haaienkapsels • Twee soorten (bij ons) • Langwerpig • Gekrulde hoorns • Roggenkapsels • Elf soorten (bij ons) • Breder en donkerder • Rechte hoorns Eikapsel hondshaai • Fossiele haaientanden Eikapsel stekelrog
Beenvissen • ± 24 000 soorten ~> = 95% van alle levende vissen • Kieuwen bedekt door kieuwdeksel (operculum) • Borst- en buikvinnen ~> voorste en achterste ledematen andere gewervelden • Schubben en slijm • Rondvissen versus platvissen • Beiden beenvissen • Totaal verschillend uiterlijk
Hoe een platvis plat wordt • Platvis wordt “recht” geboren ~> larven zijn symmetrisch en zwemmen normaal • Tijdens ontwikkeling migreert één oog • Ogen op linkerkant • Ogen op rechterkant • Oogzijde meestal donker gepigmenteerd • Andere zijde meestal kleurloos • Meeste soorten kunnen kleur aanpassen aan omgeving ~> camouflage
In de kijker • Kleine pieterman • Tot 15 cm lang • In ondiepe kustwateren • Eerste rugvin zwart (kroontje) • Lange stekel op kieuwdeksel • ! Stekels eerste rugvin en kiewdeksel bevatten gif! • Graaft zich in, waarbij giftige stekels net boven zand komen • Pijnlijke steek voor de mens • EHBO-tip: wonde spoelen met heel warm water ~> gif (eiwit) ontbindt
Zeenaalden • VIS! • Langwerpig (uitzondering: zeepaardjes) • Benige platen over het heel het lichaam • Lange snuit Buisvormig ~> opzuigen van voedsel • Broedzorg: mannetjes dragen de eieren • Sommige soorten tot 50 cm lang • Wereldwijd: • ± 215 soorten zeenaalden, vooral in tropische wateren • ± 35 soorten zeepaardjes
Zeezoogdieren • Zeehonden • Gewone zeehond(Phoca vitulina) • Grijze zeehond(Halichoerus grypus) • Dolfijnen • Bruinvis(Phocoena phocoena)
Ongewervelden • Algemeen kenmerk: Afwezigheid van wervels (geen wervelkolom of ruggengraat) • Sponzen • Neteldieren • Ribkwallen • Wormen • Weekdieren • Stekelhuidigen • Schaaldieren
Neteldieren • Cnidaria ~ holtedieren/neteldieren • Heel eenvoudig lichaam • Tentakels met netelcellen • Levenscyclus: • Poliep-stadium • Asexueel • Vastgehecht aan substraat • Meduse-stadium • Sexueel • Vrijzwemmend of -zwevend • Indeling: • Hydrozoa ~ hydroïden • Scyphozoa ~ schijfkwallen • Anthozoa ~ bloemdieren
Netelcellen • “Harpoen”-systeem • Verdediging • Vangen van prooi • Aanraking tentakels • Verlamming prooi • Via tentakels naar mond • Mens: van onschadelijk tot dodelijk • Netelcellen afgevuurd in duizendsten van een seconde ~> één van de snelste bewegingen in het dierenrijk • EHBO-tip: • zout water ~> verwijderen tentakels • Azijn ~> neutraliseren vergif
Neteldieren - schijfkwallen • Oorkwal (Aurelia aurita) • Vier “oren” ~> voortplantingsorganen (gonaden) • Langs onze kust van april tot september, spoelt vooral aan in lente • Tot 40 cm doorsnede • Ongevaarlijk voor de mens • Blauwe haarkwal (Cyanea lamarckii) • Spoelt aan in juni • Tot 30 cm doorsnede • Ongevaarlijk voor de mens • Gele haarkwal (Cyanea capillata) • Spoelt aan eind juli • Tot 50 cm doorsnede • Kan sterk netelen oorkwal Blauwe haarkwal Gele haarkwal
Kompaskwal (Chrysaora hysoscella) • V-vormige tekeningen • Tot 30 cm doorsnede • Spoelt aan in augustus • Kan sterk netelen • Zeepaddestoel (Rhizostoma octopus) • “bloemkoolkwal” • Tot 1 m in doorsnede • Voetbalvorm • Spoelt aan in het najaar • Geen tentakels, wel grote mondlobben • Ongevaarlijk voor de mens Kompaskwal Zeepaddestoel
Neteldieren - anemonen = Bloemdieren • Enkel poliepstadium • Vastgehecht op hard substraat of ingegraven in zand of slib • In water ~> bloemvorm ~> gebruik tentakels vangen prooi (visjes, kreeftjes, …) • Bij droogkomen of aanraking ~> tentakels worden ingetrokken tot slijmerig hoopje ~> water mee naar binnen om te kunnen overleven • Asexuele voortplanting door tweedeling
Paardeanemoon (Actinia equina) Slibanemoon (Sagartia troglodytes)
Leuk om weten: Finding Nemo • Enkel in tropische gebieden! • Symbiotische relatie tussen anemoon en clownvisje • Visje produceert slijm dat herkend wordt door anemoon ~> anemoon ziet visje niet als prooi • In ruil voor bescherming eet clownvis parasieten van de anemoon
2 3 4 1 5 Stekelhuidigen = Echinodermata • Kenmerken • Bodemdieren, trage voortbeweging • Radiale symmetrie • Meestal 5-stralig radiaal • Onderhuids skelet van kalkelementjes ~> ondersteuning lichaam • Groot regeneratievermogen • Watervatenstelsel • Kanaaltjes & buisvoetjes • Gevuld met zeewater • Voortbeweging • Indeling • Zeesterren • Slangsterren • Zee-egels
Stekelhuidigen - zeesterren • Gewone zeester (Asterias rubens) • 5 heel beweeglijke armen • Armen niet scherp afgezet tov centrale schijf • Tijdelijke variatie in armen door amputatie en regeneratie • Talrijk op strandhoofden bij extreem laagwater • Geduchte vijand van de mossel • Voetjes als zuignappen • Mossel wordt opengetrokken • Uitstulpbare maag • Vertering mossel in schelp • Opzuigen mossel • Maag terug intrekken
Stekelhuidigen - slangsterren • Gewone slangster (Ophiura ophiura) • Lange, slang-achtige armen • Breekbare armen • Armen duidelijk en scherp afgezet van de centrale schijf • Schijf tot 3,5 cm doorsnede • Heel soepel en beweeglijk • Rover ~> springt uit het zand en achtervolgt prooi!
Stekelhuidigen – zee-egels • Sferisch of afgeplat lichaam zonder armen • Meestal: stevige, richtbare stekels • Regelmatige zee-egels: • = Regularia, bolvormig & radiaal symmetrisch • Mond onderaan, anus bovenaan • Aangepast aan hard substraat • Lantaarn van Aristoteles • Onregelmatige zee-egels • Irregularia, afgeplat en niet-symmetrisch • Mond onderaan, anus lateraal (zijkant) • Aangepast aan zachte sedimenten, ingegraven • Geen lantaarn van Aristoteles
zee bodem • Zeeboontje (Echinocyamus pusillus) • Tot 1 cm groot • Skelet op stranden • Zeeklit(Echinocardium cordatum) • sea-potato • Ingegraven levenswijze 10-20 cm diep • Tot max. 9 cm groot • Voedsel • Afvalstoffen • Kleine bodemorganismen • Skelet op stranden • Gewone zeeappel (Psammechinus miliaris) • Op strandhoofden • Soms skeletten met stekeltjes • Tot 5 cm doorsnede
Schaaldieren =Crustacea • Héél diverse groep: Krabben, kreeften, garnalen, zeepokken, eendemosselen, zeekomma’s, roeipootkreeftjes (vrijlevend & parasitair), … • ± 52 000 beschreven soorten • Gesegmenteerd lichaam • Groei door vervelling • Exoskelet bestaande uit chitine: Bij groei worden de calciumzouten uit het exoskelet geabsorbeerd en worden ze opnieuw neergezet in het nieuw gevormde skelet • Aantal vervellingen varieert • Aantal soorten heel leven lang ~> kunnen heel oud en groot worden • Aantal soorten beperkt aantal vervellingen
Garnaal • Gewone garnaal, grijze garnaal • Roze kleur pas ná koken • Alleseters • Schutkleuren => bijna onzichtbaar op zeebodem • Volwassen na 2 jaar • Leeftijd: 3 tot 5 jaar • Heremietskreeften • Week en kwetsbaar achterlijf ~> bescherming door slakkenhuisje • Twee soorten: • Gewone heremietskreeft – grote rechterschaar • Kleine heremietskreeft – grote linkerschaar
Grote eendenmossel • ‘Rankpotige’ ~> filter-voeder • Vastgehecht met “pedunculus” • “capitulum” ~> 5 gladde, witte platen • Dichte kolonies • Zeepokken • ‘Rankpotige’ ~> filter-voeder • Huisje: 4 of 6 kalkplaten • Dekseltje: 2 kalkplaten • Vastgehecht op stenen of andere dieren • Dichte kolonies
Zeewieren • Bouw: • GEEN planten! • Hechtorgaan en thallus • Indeling grotendeels gebaseerd op aanwezige pigmenten • Groenwieren • Bruinwieren • Roodwieren • Doen aan fotosynthese • Problemen • Uitdroging • Golfslag
Blaaswier • Bruinwier • Onregelmatig vertakt • Middennerf • Gepaarde, ronde luchtblazen • Tussen hoog- en laagtij • ± 30 centimeter • Knotswier • Bruinwier • Geen middennerf • Grote luchtblazen • Regelmatig vertakt (tegenoverstaand) • Spoelt aan bij storm, groeit niet bij ons • ± 1 meter
Japans bessenwier • Niet-inheemse soort! • Bruinwier • Sterk vertakt ~> eerder struikachtig • Kleine luchtblazen op korte steeltjes • Kleine, bruine bolletjes in vloedlijn ~> luchtblazen (drijfblaasjes) van het wier
Schuim op het strand • Natuurlijk proces, GEEN vervuiling of zeep • Schuimalg of Phaeocystis • Proces: • Schuimalg in zee • Losse cellen (niet zichtbaar met blote oog) • Kolonie van cellen, omgeven door gelatinematrix (zichtbaar met blote oog) • Bloei van de algen • Afsterven na bloei ~> gelatinelaag wordt opgeklopt en schuim wordt gevormd Vergelijk met opkloppen eiwit • Schuim spoelt aan door wind- en golfwerking • Schuim wordt – na tijdje – afgebroken door bacteriën • Kan geurhinder veroorzaken maar is NIET schadelijk voor mens
Op stap met een kruier • Trekken ± 2 uur vóór laag water de zee in • Doelsoort: garnaal • Bijvangst: • Juveniele platvissen (tong, schol, …) • Andere vis: kleine pieterman • Zeenaalden • Tweekleppigen en slakjes • Kwallen (oorkwal, blauwe haarkwal) • Strand- en zwemkrabben • Wier • Zeedruifjes (kamkwalletjes) • Enkel garnaal wordt meegenomen naar huis
Fauna en flora van de Belgische kust: Posterreeks van de meest voorkomende soorten Posters verkrijgbaar in het VLIZ aan 3€ per stuk
Meer lezen • Cis de strandjutter - Zeemeermintasjes uit vervlogen tijden http://www.vliz.be/docs/groterede/GR22_Strandjutter_haaienkapsels.pdf • Naar de haaien http://www.vliz.be/docs/groterede/GR22_Haaien.pdf • Zeevissen van Noord- en West-Europa (Muus & Nielsen – 1997) • Zeeboek – determinatietabellen voor flora en fauna van de Nederlandse kust • De vissen van Nederland (Nijssen & De Groot – 1987) • Kabeljauw in het nauw http://www.vliz.be/docs/groterede/GR09_Kabeljauw.pdf • Japans bessenwier - Niet-inheemse soorten van het Belgisch deel van de Noordzee http://www.vliz.be/vmdcdata/nonindigenous/pdf/nl/145559.pdf • Strandvondsten van Gravelines tot Nieuwpoort (Ecogids Tjiftjaf)