220 likes | 426 Views
Vlees, pijn en gelijkheid Over de publieke betekenis van lichamelijke opvoeding. Joris Vlieghe Centrum voor wijsgerige pedagogiek K.U.L. Pedagogendag, Leuven 15/05/09. Vlees, pijn en gelijkheid Over de publieke betekenis van lichamelijke opvoeding.
E N D
Vlees, pijn en gelijkheidOver de publieke betekenis van lichamelijke opvoeding Joris Vlieghe Centrum voor wijsgerige pedagogiek K.U.L. Pedagogendag, Leuven 15/05/09
Vlees, pijn en gelijkheidOver de publieke betekenis van lichamelijke opvoeding Aanleiding om het over lichamelijke opvoeding te hebben = onderwaardering van het thema “lichamelijkheid” binnen de wijsgerige reflectie op opvoeding en onderwijs Nochtans: - alle opvoeding is lichamelijk geïncarneerd - de publieke betekenis van opvoeding is ondenkbaar zonder het lichaam mee in rekening te brengen
In het bijzonder bestaat er een bepaald type van ervaring van lichamelijkheid die een belangrijke publieke en educatieve betekenis heeft. • Meerbepaald gaat het dan om die momenten waarin we geconfronteerd worden met het autonoom, oncontroleerbaar, anoniem functioneren van het vlees dat wij zijn. • Voorbeeld: lachen, wenen, ondergaan van uitputting; maar ook: transpireren, winden laten • In deze ervaring van onderworpenheid aan onze biologische natuur verliezen we onszelf en ondergaan de democratiserende werking van het vlees
Deze “democratie van het vlees” manifesteert zich overal, ook in de dagelijkse pedagogische realiteit • Men tracht men zich echter, vooral binnen de wereld van opvoeding/onderwijs tegen deze egaliserende ervaring te immuniseren. • Nochtans heeft dit soort ervaring een belangrijke educatieve betekenis: • Gedwongen opgave van elke vaste positie/identiteit • Ondergaan van een gemeenschap waarin enkel nog het vlees ertoe doet
MAAR: de thematiek van lichamelijkheid is anathema - zowel binnen de reflectie op onderwijs en opvoeding -als in de maatschappelijke context waarin wij vandaag leven • illustratie: de irrationele aversie tegenover lijfstraffen Deze afkeer kan verklaard worden vanuit de gedachte dat pijn de grote gelijkmakeris en dat we ons hier constant tegen trachten te immuniseren. • In wat volgt verken ik de publieke en educatieve betekenis van lichamelijkheid via L.O. Staat hier immers het lijf niet centraal?
Algemene tendens: wereldwijd is er een groeiende onderwaardering voor het vak L.O. Mogelijke verklaringen: • Traditioneel Bildungsideaal en westerse somatofobie • Exponentieel toenemende sedentaire levensstijl • Invloed van georganiseerde sport en recreatieve bezigheden op het vak L.O.: “Van turnen naar sport”
Ondanks deze feitelijke negatieve waardering, klinkt in het actuele (beleids)discours soms een heel ander geluid. Mogelijke legitimeringen: (1) burgerschapsvorming, sociale integratie, gelijkheid: sport en L.O. als “socialglue” - eenvoudig en helder samenwerkingsverband biedt meer mogelijkheden tot (groeps)identificatie dan de huidige hypercomplexe samenleving - onderzoek van Elchardus & Glorieux (2002) - belang van sportsocialisatie op jonge leeftijd (via L.O.) MAAR: actieve levensstijl = habitus van de hogere sociale klassen VERGELIJK: Correlaties tussen sociale klasse en sportvoorkeuren
Mogelijke legitimeringen: (1) Sport en L.O. als “socialglue” (2) Sport en L.O. werken gezondheidsbevorderend MAAR: • Maakt sport gezond en fit OF zijn gezondheid en fitheid een voorwaarde om sportief te kunnen presteren? • Is sport überhaupt gezond? Of een efficiënt middel om gezond te blijven?
Mogelijke legitimeringen: (1) Sport en L.O. als “social glue” (2) Sport en L.O. werken gezondheidsbevorderend (3) Sport en L.O. hebben een maatschappelijk pacificerende functie - uitlaatklep voor potentieel agressieve en destructieve tendensen - compensatie voor de vraag om constant zijn/haar eigen gezondheidsrisico’s te bewaken leidt tot een snel groeiende interesse in gevaarlijke sporten
Al deze legitimeringen die we vinden in het huidige discours (1) Sport en L.O. als “socialglue” (2) Sport en L.O. werken gezondheidsbevorderend (3) Sport en L.O. hebben een maatschappelijk pacificerende functie … doen het lichaam op een louter instrumentele manier verschijnen Het gaat om competenties die aan het bewegen extrinsiek zijn Vandaar de kritiek van Carl GORDIJN: • De term “L.O.” draagt zelf bij tot het in stand houden van deze instrumentele en dualistische visie op lichamelijkheid • We moeten terug aandacht hebben voor de intrinsiekezinvan (samen) bewegen op school (i.p.v. in sportclub) • Vandaar de term: bewegingsonderwijs • Educatieve betekenis van dit vak: confrontatie met onvermogen en oproep tot barmhartigheid
Kerngedachte van Gordijn: het zich samen bevinden in een bewegingssituatie heeft uit zichzelf een educatieve betekenis • c.q.: demonstratie van onmiskenbare gelijkheid in het samen ondergaan van pijn, vermoeidheid en uitputting • In de confrontatie met het afgematte vlees ervaren we een soort gemeenschappelijkheid die het niet langer toelaat vast te houden aan duidelijke en hiërarchische posities. • Dit betreft dus een PUBLIEK gebeuren, waar we ons al te dikwijls tegen trachten te immuniseren. • Negatief geformuleerd: botsen op een grens, zelfverlies • Positief geformuleerd: niet gemedieerde en onvoorwaardelijke vorm van gemeenschap die als zodanig (immanent) gegeven is
Drie mogelijke kritieken: • L.O. = BIOPOLITIEK • Een goed functionerende samenleving heeft nood aan fysiek maximaal inzetbare en onkwetsbare wezens • Historisch gaat het vak L.O. terug op de nood aan “kanonnenvlees” (cfr.: Olympische Spelen) • J.M. BROHM: L.O. als fascistische technologie (cfr.: Pasolini, Salo) ANTWOORD: L.O. kan werken als een disciplinerende techniek, maar dit verraadt precies dat er zich tijdens de les L.O. een democratie van het vlees kan manifesteren.
Drie mogelijke kritieken: • L.O. = BIOPOLITIEK • Pijn = PRIVATISEREND (Levinas, Scarry) - we kunnen ons niet tot onze pijn verhouden, we vallen er volledig mee samen - spatiotemporele constrictie (Buytendijk) ANTWOORD: Deze analyse snijdt houdt, maar dat neemt niet weg dát er feitelijke contexten zijn waarbinnen pijn positief wordt gewaardeerd. Vandaar de vraag welke voorwaarden deze positieve appreciatie mogelijk maken: -binnen religie: transcendente betekenis van het lijden -binnen L.O.: gedeelde immanentie in ons vlees-zijn (die pas in tweede instantie, hetzij een morele/sociale betekenis krijgt, of waartegen we ons precies trachten te immuniseren).
Drie mogelijke kritieken: • L.O. = BIOPOLITIEK • Pijn = PRIVATISEREND (Levinas, Scarry) • Flirten met risico = symptoom van een samenleving waarin alle symbolische zingevingskaders betekenisloos zijn geworden (Le Breton, Passions du risque) MAAR: waarom zouden we dit bewust opzoeken van mogelijke verwondingen en het doodsrisico niet begrijpen als zeer directe en immanente eravring van een “democratie van het vlees”?