240 likes | 474 Views
BTW en verkoop van reizen vanaf 1 april 2012. 1. Onderwerpen. Aanleiding voor de veranderingen in de BTW op reizen. Wat houdt de nieuwe regeling in? Welke reizen vallen onder de nieuwe regeling? Wat is de winstmarge? Winstmarge per reis of tijdvak? Aftrek van voorbelasting.
E N D
Onderwerpen Aanleiding voor de veranderingen in de BTW op reizen. Wat houdt de nieuwe regeling in? Welke reizen vallen onder de nieuwe regeling? Wat is de winstmarge? Winstmarge per reis of tijdvak? Aftrek van voorbelasting. Reis(onderdelen) buiten de EU. Overgangsmaatregelen. Resolutie van 22 maart 1971 vervalt. 2
Waarom een nieuwe regeling? De nationale BTW-wetgeving van EU-lidstaten moet overeenkomen met de Europese BTW-richtlijn (Richtlijn van 28 november 2006 betreffende gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde, nr. 2006/112). De reisbureauregeling is onderdeel van de Europese BTW-richtlijn. Doordat de Nederlandse wet deze regeling niet kende, voldeed Nederland niet aan deze verplichting. De Europese Commissie heeft Nederland gedwongen om de reisbureauregeling op te nemen in onze Wet op de Omzetbelasting 1968 3
Inhoud reisbureauregeling Volgens de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie kenmerkt een ‘reisdienst’ zich doordat doorgaans sprake is van meerdere verrichtingen met name op het gebied van vervoer en accommodatie. BTW verschuldigd in het land waar de reisorganisator is gevestigd. Het BTW-tarief van dat betreffende land is van toepassing; in Nederland: 19%. BTW verschuldigd over de winstmarge (in plaats van over de ontvangen prijs). Geen aftrek van BTW op inkopen die op deze reis of dit reisonderdeel drukken. De overige inkoop-BTW is aftrekbaar volgens de algemene regeling. 4
Voor welke reizen geldt de reisbureauregeling? De reisbureauregeling is van toepassing op= verkoop van reisdiensten, = op eigen naam verkocht,= direct aan de reiziger en= één of meer onderdelen van de reis wordt of worden ingekocht bij andere ondernemer(s). Als u een reisonderdeel verzorgt in opdracht van een andere reisorganisatie, dan geldt voor u de reisbureauregeling niet. U presteert immers niet rechtstreeks aan de reiziger. Het is niet van belang of de aanbieder van de reis zich presenteert als reisorganisator. De reisbureauregeling geldt voor reizen die op of na 1 april 2012 eindigen. 5
Belasting over de winstmarge De winstmarge is het verschil tussen- Dat deel van de ontvangen reissom dat niet ziet op ‘eigen prestaties’ en- Het bedrag dat aan derden is betaald voor onderdelen van de reis (incl. de Nederlandse en buitenlandse BTW) die rechtstreeks aan de reiziger ten goede komen. Het 19%-tarief (over de winstmarge) is van toepassing op reisbureauregeling. De kosten van reisonderdelen die niet direct aan de reiziger ten goede komen, behoren niet tot de winstmarge. Deze BTW blijft aftrekbaar van de verschuldigde BTW. 6
Wat als reis niet onder de reisbureauregeling valt? In dat geval is de normale heffing van toepassing. - Per dienst en of levering bepalen waar deze plaats heeft. - Wordt de dienst of levering in Nederland geacht dan heffing van Nederlandse omzetbelasting over het betreffende omzetdeel.
Voorbeeld reisbureauregeling Touringcarbedrijf X in Amsterdam biedt een busreis (inclusief 2 hotel-overnachtingen) naar Maastricht aan. De prijs bedraagt € 195 p.p.(incl. BTW) In het tijdvak werden 100 reizen verkocht. De busreis wordt uitgevoerd met de eigen bussen en het eigen personeel van Touringcarbedrijf X. Van de prijs is € 95 aan de hotelovernachtingen toe te rekenen. € 100 is toe te rekenen aan het busvervoer. De inkoopkosten bedragen: 8
Gevolgen voor uw administratie In de administratie moet onderscheid worden gemaakt tussen- kosten en opbrengsten die onder de reisbureauregeling vallenen- kosten en opbrengsten die onder het algemene BTW-regime vallen Bij reizen waarop de reisbureauregeling van toepassing is, mag u geen BTW-bedrag op de factuur vermelden. U moet vermelden dat de reisbureauregeling van toepassing is. 11
Winstmarge per reis of per tijdvak U mag kiezen of u de belasting over de winstmarge per reis of per tijdvak berekent. Die keuze hoeft u niet vooraf en niet apart aan de Belastingdienst kenbaar te maken. Het moet blijken uit uw administratie en aangifte. Aan de keuze bent u vijf jaren (d.w.z. 60 maanden) gebonden. De keuze beïnvloedt uw administratie, maar kan ook de hoogte van de totale belastingschuld over reisdiensten beïnvloeden. 12
Winstmarge per reis De marge is, voor de BTW-berekening, minimaal nihil. Als de marge negatief is, levert het negatieve deel geen belastingvoordeel op. Dat verlies mag niet van de winst van een andere reis worden afgetrokken. 13
Voorbeeld winstmarge per reis winstmarge reis 1in tijdvak april 2012 reissom 1.000 inkoop kosten 750 winstmarge 250 verschuldige BTW: 19/119 x 250 = 39 winstmarge reis 2 in april 2012 reissom 400 inkoop kosten 700 winstmarge negatief 300 verschuldige BTW: 19/119 x nihil = 0 In dit tijdvak € 39 BTW verschuldigd, terwijl de totale marge negatief is. 14
Marge per tijdvak De winstmarge wordt per tijdvak bepaald door het saldo van alle ontvangsten en kosten, die onder de reisbureauregeling vallen. De baten en lasten van verschillende reizen worden gesaldeerd. Een verlies op een reis vermindert de marge van een ‘winstgevende’ reis in het betreffende tijdvak. De marge per tijdvak is minimaal nihil. Een negatieve tijdvakmarge mag worden verrekend met de positieve marge van een volgend tijdvak binnen hetzelfde kalenderjaar. Een negatief jaarsaldo, dat door de inspecteur bij beschikking is vastgesteld, mag worden verrekend met een positief saldo van een volgend jaar. 15
Voorbeeld Winstmarge Uitwerking 1e kwartaal + € 9.000 x 19/119 = te betalen € 1.437 2e kwartaal -/- € 2.000 x 19/119 = € 0 3e kwartaal + € 3.000 3.000 -/- 2.000 = 1.000 * 19/119 = 159 4e kwartaal -/- € 12.000 x 19/119 = € 0 € 1.596 -/- € 2.000 17
Aftrek van voorbelasting Alleen gefactureerde Nederlandse BTW kan voor verrekening in aanmerking komen, mits de kosten niet onder de reisbureauregeling vallen. Aftrek is niet mogelijk als de kosten betrekking hebben op vrijgestelde prestaties. De goedkeuring van de Staatssecretaris om 96% van de voorbelasting toe te rekenen aan aftrekbare prestaties, blijft bestaan. Verzoeken om teruggaaf van BTW van de andere EU-lidstaten worden elektronisch ingediend bij de Nederlandse Belastingdienst. Deze zorgt voor doorzending naar de andere lidstaat. De andere lidstaat verleent teruggaaf. 18
Reis(onderdelen) buiten de EU De reisbureauregeling is niet van toepassing op het deel van de ontvangen vergoeding dat ziet op een ingekochte dienst die buiten de EU plaatsvindt. Voorts komt de BTW die betrekking heeft op dat deel van de reis voor teruggaaf in aanmerking. 19
Overgangsregeling 1 De reisbureauregeling geldt voor reizen die op of na 1 april 2012 eindigen. Overgangsmaatregel 1:U ontvangt vóór 1 april 2012 een aanbetaling voor een reis die op of na 1 april 2012 eindigt.Over deze aanbetaling bent u BTW verschuldigd in het tijdvak waarin 1 april 2012 valt (d.w.z. april 2012 of 2e kwartaal 2012 of kalenderjaar 2012). 20
Overgangsregeling 2 Overgangsregeling 2 Deze overgangsregeling is van toepassing als u de winstmarge per reis toepast. Het gaat dan om een reis die eindigt op of na 1 april 2012, terwijl u voor die datum al reisonderdelen heeft ingekocht. Voorbeeld: U heeft gekozen de reisbureauregeling per reis toe te passen. De reis vindt plaats van 1 t/m 8 juni 2012.De reissom (€ 1.500) ontvangt u op 15 april 2012.Een rekening voor ingekochte reisonderdelen (€ 1.000 plus € 190 BTW) ontvangt u al op 15 januari 2012. De BTW ad € 190 is in januari 2012 gewoon aftrekbaar. Zonder de overgangsregeling zouden de kosten van dit reisonderdeel (€ 1.000) ten laste van de winstmarge komen. Dat zou dubbel op zijn. Immers: teruggaaf van € 190 en een winstmarge van € 500. Door de overgangsmaatregel is de (belaste) winstmarge € 1.500, terwijl het bedrag van € 190 wordt teruggegeven. 21
Overgangsregeling 3 Bij de keuze voor margeberekening per tijdvak, moet de ingangsdatum gelijk zijn aan de begindatum van uw aangiftetijdvak. Bij maand- of kwartaalaangifte is dat geen probleem. Als u bijvoorbeeld het kalenderjaar als tijdvak heeft, dan zou pas per 1 januari 2013 kunnen kiezen. Door de overgangsregeling kunt u al met ingang van 1 april 2012 kiezen voor tijdvakberekening. 22
Oude resolutie wordt ingetrokken Tot 1 april 2012 is de Resolutie van de Staatssecretaris van Financiën van 22 maart 1971 van kracht. Vanaf die datum is die resolutie niet meer van kracht. In punt 11 van die resolutie is goedgekeurd dat in sommige gevallen geen BTW is verschuldigd over bemiddelingsprovisie. Voor reizen die u niet onder eigen naam aanbiedt, is doorgaans sprake van bemiddeling. Deze bemiddelingsdienst valt niet onder de reisbureauregeling. De oude goedkeuring, om in bepaalde gevallen geen BTW te berekenen, geldt dan niet meer. Vanaf 1 april 2012 bent u daarover in beginsel Nederland 19% BTW verschuldigd als u bemiddelt voor een in Nederland gevestigde ondernemer. 23