80 likes | 228 Views
Indië - overzicht. Grote periodes Vedische periode: Vedas Smriti (soetras, sastras, h.b. dharmasastra) Postklassieke periode (o.m. moslimheersers) Britse periode Periode sinds onafhankelijkheid (1947). Indië - vedische beschaving. Vedische beschaving Vedische periode:
E N D
Indië - overzicht Grote periodes • Vedische periode: • Vedas • Smriti (soetras, sastras, h.b. dharmasastra) • Postklassieke periode (o.m. moslimheersers) • Britse periode • Periode sinds onafhankelijkheid (1947)
Indië - vedische beschaving Vedische beschaving • Vedische periode: • Vedische cultuur = « grote traditie »; integreert vele volkeren in het indische kastenstelsel, met behoud van « kleine tradities » • ontwikkeling hindoeïsme: vedisme, boeddhisme & jaïnisme, brahmanisme • « Dharma » • De rol van jati (geboortgeroepen, « kasten ») • elke jati gerangschikt qua status in het kleurenstelsel (varnashrama) • 4 varna (kleuren) (brahman, kshatriya, vaishya, sudra) • binnen sudra onderscheid sudra, adivasi, avarna =scheduled classes • elke jati eigen regels en rechtspraak
Indië - bronnen in vedische periode • Veda’s of Sruti • mythische, religieuze, filosofische teksten • « gehoorde » openbaring, maar niet door God gedicteerd • Smriti (de herinnering) • soetra’s • sastra’s (leerboeken in metrische vorm) • trivarga: dharma, artha, kama • dharma: kosmische ethische wet, o.m. plichten van dankbaarheid • Bekendste dharmasastra: Manu-smriti, ca. 2e eeuw vC: 18 rechtscategorieën in 12 boeken; eerste tractaat van oorlogsrecht • andere dharmasastras uit 2e tot 4e eeuw nC • inhoud = vooral het gewoonterecht (voor zover voldoende status); wel doctrine, geleerdheid veeleer dan praktijk • in de loop der eeuwen strikter/strenger geworden
Indië - postklassieke periode • Nibandha (commentaren en digesten), v.a. 7e eeuw nC • bhasya (commentaren op één bestaande tekst) (7e/13e) • vyavahara (systematische commentaren, digesten)(12e/17e) • uitgewerkte interpretatieleer (mimansa) • Rechtsbronnen: • dharmasastra / nibandha is het religieuze geleerde recht • Ruimte voor niet-sacrale rechtsbronnen; afwijkende gewoonte heeft voorrang • Rechtspraak • koninklijke rechtbank (sabha) voor bepaalde materies • grotendeels lokaal of kaste-intern (panchayat) • Politieke geschiedenis: grotendeels door islam veroverd v.a. 11e eeuw; islamisering maar zeer gedeeltelijk gelukt • Vanaf 1526 Mogul-keizers (tolerantie onder Akbar, intolerantie Aurangzeb)
Indië - Britse periode • V.a. 16e eeuw Europese handelsposten • V.a. 1707 politieke versnippering van India • Britten krijgen langzaam heel Indië onder controle (ong. voltooid 1818), vaak door indirect bestuur via lokale vorsten • Gerechtelijke organisatie • Britse rechtbanken in handelsnederzettingen (1726 mayor courts) • vanaf 1772 ook in het binnenland reorganisatie • Common law krijgt steeds meer invloed Vanaf 1781 tweedeling: • panchayats voor recht inzake familie en religieuze instellingen, op advies van een pandit of moefti • Britse overheidsrechtbanken voor de meeste andere geschillen: in beginsel gewoonterecht, in feite langzaam verengelst (met aanpassingen)
Indië - Britse periode 2 • 1858 Government of India Act (eenmaking bestuur) • 1861 Eenmaking gerechtelijke organisatie; verstaatsing gerecht en recht; advies pandit /moefti afgeschaft (1864) • V.a. 1859 codificatie op grote schaal: Anglo-Indian Codes • procesrecht, strafrecht, strafvordering • ook grote delen privaatrecht uit common law & equity • Op het gebied van familierecht e.d. • wetgevende correcties op het hindoerecht (vb caste disabilities removal act 1850) • rechtspraak op basis van in Engelse terminologie « vertaalde » nibandha (eigenlijk vaak een archaïsche versie van het levende hindoerecht) • invoering stare decisis leidt naar een door Engelse methoden beheerst hindoerecht (Anglo-Indian law) • verstaatsing rechtbanken leidt tot sterkere juridisering • gedeeltelijke codificatie van de religieuze familierechten
Indië - onafhankelijkheid • 1935 Government of India Act; grote autonomie maar geen dominion • Dekolonisatie 1946-47; Britten gaan voor verdeling in 2 staten • Verdeling leidt tot grote etnisch-religieuze zuiveringen (in Pakistan) • Indië ingericht als federale staat op basis van taalgrenzen • Grondwet in werking 1950 • In het recht: revivalism weinig succes; uitz. Panchayats • Federalisme • exclusieve en concurrerende bevoegdheden • Sinds 1992/1993 grote versterking lokale autonomie • Gerechtelijke organisatie • Deelstatelijke rb. 1e aanleg en beroep; Supreme Court • Nyaya panchayats in de dorpen (soort vrederechters; lekencolleges)
Indië - privaatrecht • Buiten het familierecht sterk common law • Familierecht: nog steeds personaliteitsbeginsel; grondwet voorziet eenmaking maar nooit uitgevoerd (tegenstand moslims) • Hindoe-familierecht verspreid over meerdere wetten • Naast de religieuze rechten ook een burgerlijk huwelijk mogelijk • Transformatie kastestelsel: • publiekrechtelijk officieel afgeschaft • in feite in stand gehouden door de « positieve discriminatie » van de scheduled castes • jati grotendeels getransformeerd in privaatrechtelijke verenigingen met verenigingsinterne rechtspraak