160 likes | 346 Views
Jozua Hoofdstuk 12 en 13 De strijd bij Gibeon. Op de kring Bijbelstudie Van de VEG Amstelland 2 Emmeloord Over het boek Jozua Hoofdstuk 4. Wat was Israëls verantwoordelijkheid?.
E N D
Jozua Hoofdstuk 12 en 13De strijd bij Gibeon • Op de kring Bijbelstudie Van de VEG Amstelland 2 Emmeloord Over het boek Jozua Hoofdstuk 4
Wat was Israëls verantwoordelijkheid? • De vijanden verslaan. Ex 23 Want Mijn Engel zal voor uw aangezicht gaan, en Hij zal u inbrengen tot de Amorieten, en Hethieten, en Ferezieten, en Kanaänieten, Hevieten, en Jebusieten; en Ik zal hen verdelgen. • Niet handelen naar hun goddeloosheid. Ex 23:24 24 Gij zult u voor hun goden niet buigen, noch hen dienen; ook zult gij naar hun werken niet doen; maar gij zult ze geheel afbreken, en hun opgerichte beelden ganselijk vermorzelen.
De Afgoden blijven trekken • Psalm 106:38 En zij hebben onschuldig bloed vergoten, het bloed hunner zonen en hunner dochteren, die zij den afgoden van Kanaän hebben opgeofferd; zodat het land door deze bloedschulden is ontheiligd geworden.
De koningen en steden. Zijn typisch in hun namen profetieën van wat er zal gaan gebeuren in de toekomst van Israël. Laten wij eerst eens kijken naar hun namen: • Koning Adonisedek van Jebus, • Hoham, de koning van Hebron, • Piram, de koning van Jarmut, • Jafia, de koning van Lachis, en • Debir, de koning van Eglon.
Koning Adonisedek Koning Adonisedek is koning van Jeruzalem. Vroeger werd Jeruzalem Salem, Jebus genoemd. Het was in de tijd van Abraham een gelovige stad; Want de voorganger van Adoni Zedek heette Melchizedek. Hij was een koning en Priester van de Allerhoogste. Hij bracht Abraham boord en wijn. Zijn naam komt van Melech = koning en sedek = rechtvaardigheid. Tsadiek = een rechtvaardige of vrome. Adoni = Heer met een grote letter bedoeld wordt God of heer met een kleine letter = De mens als meester of rechter. Jebus = dorsvloer. Verwijst naar de dorsvloer van Arouna.
Adoni sedek = een beeld Van de mens die staat in eigen gerechtigheid. Het is de (demonische)macht van rebellie. De eerste koning van Israël valt in handen van deze geest uit kanaän. 1 Sam. 15:23 Want wederspannigheid ( lees eigen gerechtigheid of rebellie )is een zonde der toverij, en wederstreven is afgoderij en beeldendienst. Omdat gij des HEEREN woord verworpen hebt, zo heeft Hij u verworpen, dat gij geen koning zult zijn.
Hoham, de koning van Hebron Zijn naam betekent verwarring. Hebron = vereniging De vijanden van de Heere zaaien verwarring en verenigen zich tegen het volk van God. Lees bijvoorbeeld Nehemia 4:7 Maar toen Sanballat, Tobia, de Arabieren, de Ammonieten en de Asdodieten gehoord hadden, dat de herstelling van de muren van Jeruzalem vorderde, dat de bressen zich begonnen te sluiten, ontstaken zij in hevige woede, 8 en maakten allen met elkander een samenzwering, om ten strijde te trekken tegen Jeruzalem en er verwarring te stichten. 9 Doch wij baden tot onze God, en vanwege hun houding zetten wij dag en nacht een wacht tegen hen uit.
Piram, de koning van Jarmut Als een wilde Ezel. Van Ismaël wordt gezegd: Gen 16 : 12 En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen. Het is de geest van verdeeldheid en `valse godsdienst. Zie nakomelingen van Ismaël. Jarmut = n.l. hoogten ( zie ook offerhoogten) = beeld van afgodendienst.
Jafia, de koning van Lachis Betekenis van Jafia = glanzend en beroemd Lachis = onoverwinnelijk. De mens zonder God is beroemd en acht zich onoverwinnelijk. Dit is de geest van Vertrouwen op eigen kracht en opstand tegen God.
Debir • De betekenis van Debir = heiligdom • De betekenis van Eglon = als een kalf • Denk hierbij aan Jerobeam en het gouden kalf. Toen overlegde de koning ( Jerobeam) en maakte twee gouden kalveren, en zeide tot het volk: Het is te veel voor u om op te trekken naar Jeruzalem. Dit zijn uw goden, o Israël, die u uit het land Egypte hebben geleid. • Het verwijst profetisch naar de geest van afgodendienst en hoererij. In de woestijn.
Wat moest`Israël doen? • 10:24 Treedt nader, zet uw voet op de nek dezer koningen. Zij kwamen naderbij en zetten hun de voet op de nek. 25 Toen zeide Jozua tot hen: Vreest niet en weest niet verslagen, weest sterk en moedig, want aldus zal de HERE doen aan al uw vijanden, tegen wie gij strijdt. 26 Vervolgens sloeg Jozua hen, doodde hen en spietste hen op vijf palen, en zij bleven hangen op de palen tot de avond.
Wat moeten gelovigen doen? • In God blijven Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. • Zich beschermen Doet de wapenrusting Gods aan • om te kunnen standhouden • tegen de verleidingen des duivels; • want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. Uit Efeze 6
Zon sta stil te Gibea en Gij maan in het dal van Ajjalon Ajjalon = vlakte van herten. Daar waar de jacht geopend wordt op de koningen. • Wat betekent dit wonder : • Jozua spreekt uit wat God hem openbaart. (zie in dit verband ook bidden in de Heilige Geest) • God werkt mee door middel van wonderen in de natuur. (zie ook de Hagelstenen.) • Praktisch betekent dit, dat God ons boven bidden en denken kan verhoren.
Samenwerken met God. • God schept de voorwaarde (zegen) • Het volk moet er wel iets voor doen. (strijden) • Nieuwtestamentisch betekent het: • God heeft ons gezegend met alle geestelijke zegeningen. • De gemeente Gods volk moet het wel in geloof aanvaarden. Om het in bezit te nemen. • 1 Joh 5:4 “Want al wat uit God geboren is, overwint de wereld; en dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof”.
Snelle resultaten • Ze verslaan op een dag vijf Kanaänitische stammen. Hoe kon dit gebeuren? • Jozua 10:42 “En Jozua nam al deze koningen en hun land op eenmaal; want de HEERE, de God Israëls, streed voor Israël”.
Rust waar kan je dat vinden? • In Gilgal. ( Oude testament ) • De plaats waar God de omwenteling geeft. • De plaats waar het verbond door besnijdenis bezegeld is. (mensenbloed) • De plaats waar het pascha gevierd wordt. • De plaats waar de ark van het verbond stond. • In de gemeente ( Nieuwe testament ) • De plaats waar God de mens bekeert. • De plaats waar het nieuwe verbond door belijdenis en doop bezegeld is. ( bloed van Jezus) • De plaats waar het avondmaal gevierd wordt. ( Ons Paaslam) • De plaats waar God troont op de lofzangen van zijn volk.