120 likes | 366 Views
Zakelijk Schrijven II. college 1, week 1. oprea@hr.nl. Promotie NSE. Introductie. Basisafspraken Aanwezigheid en afmelden a.j.de.zeeuw-oprel @ hr.nl Huiswerk en samenwerking Schrijfportfolio Terugblik op zakelijk schrijven I. Literatuur.
E N D
Zakelijk Schrijven II college 1, week 1 oprea@hr.nl
Introductie • Basisafspraken • Aanwezigheid en afmelden a.j.de.zeeuw-oprel@hr.nl • Huiswerk en samenwerking • Schrijfportfolio • Terugblik op zakelijk schrijven I
Literatuur • Renkema, J., De Schrijfwijzer (2012). Amsterdam: Uitgeverij Boom (verplicht, uitgave 2005 mag ook) • Burger, P. & Jong, de, J., Handboek Stijl (2009). Houten: Noordhoff Uitgevers (niet verplicht, behandeld tijdens colleges) • Europees Referentiekader • Referentieniveaus Meijerink
Samenstellen schrijfteams • Studenten maken individueel een schrijfportfolio • Iedereen is lid van een vast schrijfteam • Een schrijfteam bestaat uit 3 personen • Binnen een team lezen de leden elkaars werk en geven feedback
Feedback geven, ontvangen en verwerken • Ontvangers van feedback geven aan op welke onderdelen zij feedback willen krijgen. • Gevers van feedback voldoen specifiek aan deze vraag, maar geven daarnaast breder feedback. • De feedback betreft nadrukkelijk ook de positieve punten van het schrijfproduct. • Ontvangers van feedback noteren in het portfolio of de feedback bruikbaar was en of en hoe ervan gebruik is gemaakt. Eventueel voegt de schrijver ook eigen feedback toe (voortschrijdend inzicht). • Na feedback wordt het schrijfproduct herschreven.
Taalniveau 2F (Meijerink)/ ERK B1 • De leerling: • beschikt over voldoende woorden om zich te kunnen uiten, kan redelijk en vloeiend een probleem verhelderen en kan informatie vragen, verzamelen, verwerken en geven; • kan instructieve teksten en betogende teksten lezen en eenvoudige adolescentenliteratuur; • kan de hoofdgedachte van een tekst weergeven en legt relaties tussen tekstdelen en kan die evalueren en beoordelen; • kan samenhangende teksten schrijven met een eenvoudige, lineaire opbouw, over uiteenlopende en vertrouwde onderwerpen. De tekst bevat een volgorde met inleiding, kern en slot; • beheerst nog niet alle spellingsproblemen, heeft kennis van de lijdende, bedrijvende en vragende vorm, en beheerst moeilijke gevallen van de persoonsvorm.
Taalniveau 3F (Meijerink)/ ERK B2 • De leerling: • kan actief en effectief deelnemen aan discussies, debatten en overleg, reageert adequaat op gesprekspartners, beschikt over een goede woordenschat; • kan relatief complexe teksten lezen en de hoofdgedachte in eigen bewoordingen weergeven; • kan tekstsoorten benoemen en trekt conclusies over intenties, opvattingen en gevoelens van de auteur; • kan adolescentenliteratuur en eenvoudige volwassenenliteratuur kritisch lezen; • kan met leeftijdgenoten discussiëren over de interpretatie en kwaliteit van de literaire teksten; • kan gedetailleerde teksten schrijven waarin informatie en argumenten uit verschillende bronnen bijeengevoegd en beoordeeld worden; • kan aantekeningen maken van een helder gestructureerd verhaal.
Taalniveau 4F (Meijerink)/ERK C1 • De leerling: • kan in alle soorten gesprekken de taal nauwkeurig en doeltreffend gebruiken; • kan luisteren naar een grote variatie aan teksten; • kan een oordeel geven over de waarde en de betrouwbaarheid van informatie en de aanvaardbaarheid ervan; • kan meer complexe teksten lezen en volwassenenliteratuur, en kan de interesse in bepaalde schrijvers motiveren • kan goed gestructureerde teksten schrijven over allerlei onderwerpen waarbij het woordgebruik rijk is en zeer gevarieerd en de lay-out bewust en consequent is toegepast.
Opdracht: schrijversprofiel • Schrijf met behulp van Rubric in bijlage 3 je schrijversprofiel • Maak gebruik van wat je geleerd hebt bij Zakelijk Schrijven I • Gebruik de Rubric om te omschrijven waar je nu staat • Maak ook duidelijk wat je wilt leren • Je schrijversprofiel is het begin van je schrijversportfolio • Tip voor je portfolio: houd een logboek bij!
Opdracht 1 • Kies een van de drie korte films en bekijk die • Formuleer een stelling • Schrijf een betoog waarin je je stelling onderbouwt (500 woorden) • Doelgroep: leerlingen havo-5 Rotterdamse binnenstadschool • Je begint met ideeën uitwisselen in het schrijfteam • Je schrijft individueel je eerste (klad)versie • Je geeft elkaar feedback: inhoudelijk, over opbouw, over stijl • Schrijf je eindversie • Maak afspraken in je schrijfteam
Huiswerk • Volgende week af: • Schrijversprofiel af • Kladversie tekst 1 van bijeenkomst 2 af • Feedback vragen en geven • Korte beschrijving feedback en verwerking • Gemaakte afspraken in het schrijfteam • Tip: zorg ervoor dat je vanaf het begin je werk bijhoudt, want in week 8 móet je portfolio af zijn…