WET BETREFFENDE DE INTERNERING VAN PERSONEN DIE LIJDEN AAN EEN GEESTESSTOORNIS

1. WET BETREFFENDE DE INTERNERING VAN PERSONEN DIE LIJDEN AAN EEN GEESTESSTOORNIS

2. waarom? justitiehervormingen - commissies VI - strafuitvoeringsrechtbanken - meer rechten voor het slachtoffer - bestrijding seksueel delinquentie kritiek op interneringsbeleid evolutie op vlak van psychiatrie, criminologie, …

3. belang van uniformiteit: slechts één rechtbank is nog bevoegd voor: - uitvoering van vrijheidsberoving - voor veiligheidsmaatregelen zowel voor: - veroordeelden - geïnterneerden de strafuitvoeringsrechtbank (SUVR)

4. een nieuwe definitie van geestesziekte “krankzinnigheid” “ernstige staat van zwakzinnigheid” “ernstige staat van geestesstoornis” “geestesstoornis die zijn onderscheidingsvermogen of de controle van zijn daden volledig heeft doen verdwijnen of ernstig heeft aangetast”

5. geestesstoornis die zijn onderscheidingsvermogen of de controle van zijn daden volledig heeft doen verdwijnen of ernstig heeft aangetast gevaar voor de maatschappij (= risico op hervallen) (hervallen > recidive) een nieuwe definitie van geestesziekte

6. er moet een causaal verband zijn tussen de begane feiten en de geestesstoornis het moet om een ernstige en aanhoudende geestesstoornis gaan een nieuwe definitie van geestesziekte

7. beslissingen feiten: ontoerekeningsvatbaar nu: ontoerekeningsvatbaar internering feiten: ontoerekeningsvatbaar nu: toerekeningsvatbaar vrijspraak feiten: toerekeningsvatbaar nu: ontoerekeningsvatbaar internering feiten: toerekeningsvatbaar nu: toerekeningsvatbaar veroordeling

8. een nieuwe definitie van geestesziekte wanneer het om een voorbijgaande geestesstoornis gaat: art. 71 SWB (er is geen misdrijf, wanneer de beschuldigde of de beklaagde op het ogenblik van het feit in staat van krankzinnigheid was of wanneer hij gedwongen werd door een macht die hij niet heeft kunnen weerstaan)

9. men zal een delinquent dus interneren: wanneer de feiten bewezen zijn wanneer de persoon lijdt aan een geestesstoornis (die zijn onderscheidingsvermogen of de controle van zijn daden ….) met een aanhoudend karakter in causaal verband met de feiten waardoor hij een gevaar vormt voor de maatschappij

10. de psychiatrische expertise voortaan wettelijk verplicht vóór internering moet beantwoorden aan kwalitatieve criteria expert moet wetenschappelijk opgeleid zijn expert moet beschikken over een accreditatie

11. de psychiatrische expertise er zal een standaardmodel opgelegd worden bij voorkeur multidisciplinair onder verantwoordelijkheid van de psychiater mogelijkheid van in observatiestelling

12. de psychiatrische expertise de deskundige dient een erkenning te hebben de Koning bepaalt de voorwaarden voor die erkenning binnen de twee jaar na inwerkingtreding van deze wet de rechten van de patiënt (wet 22 aug. 2002, uitz. art 6) zijn van toepassing op de expertise (art. 5)

13. de rechterlijke beslissing mogelijkheid tot onmiddellijke opsluiting bij risico van onttrekking bij onmiddellijk gevaar mogelijkheid tot beroepsverbod

14. inspraak van het slachtoffer conformiteit met – wetten van 1998 (inzake de voorwaardelijke invrijheidsstelling) - wet van 17 mei 2006 (betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidssraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten) tot nu genoot het slachtoffer van een geïnterneerde van geen enkel recht

15. inspraak van het slachtoffer het slachtoffer heeft het recht: geïnformeerd te worden over de verschillende strafuitvoeringsmodaliteiten gehoord te worden in verband met die voorwaarden die hem rechtstreeks aanbelangen

16. de vrijlating op proef vroeger moesten twee voorwaarden vervuld zijn: voldoende verbetering van de geestestoestand voorwaarden voor reclassering zijn vervuld

17. de vrijlating op proef nu spreekt men van contra-indicaties voor vrijlating op proef: een onvoldoende verbetering van de geestestoestand het ontbreken van het vooruitzicht op maatschappelijke reïntegratie het risico dat de geïnterneerde opnieuw ernstige strafbare feiten pleegt * het risico dat de geïnterneerde het slachtoffer verontrust een negatieve houding van de geïnterneerde ten overstaan van zijn slachtoffer * de weigering om een behandeling te volgen die noodzakelijk geacht wordt ° * ook opgenomen in de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de gedetineerden ° ingevoerd met het oog op behandeling van seksueel delinquenten

18. de strafuitvoeringsrechtbanken vervangen de Commissies Bescherming Maatschappij nemen iedere beslissing ivm de uitvoering vd internering wijzen de meest geschikte instelling aan in functie van: - veiligheidsvereisten - nodige zorgen beslissen ivm overplaatsingen werken samen met de coördinatoren verbinding Justitie – verzorgingsinstellingen één per ressort van Hof van Beroep

19. de strafuitvoeringsrechtbanken plaatsen van de geïnterneerde in de meest geschikte instelling in functie van: - veiligheidsvereisten (high/medium/low) - nodige zorgen beslissen ivm overplaatsingen ook in niet-federale instellingen (art. 17)

20. de strafuitvoeringsrechtbanken nemen beslissingen ivm de modaliteiten: op tegensprekelijke wijze na advies van de directeur van de instelling, die minstens om de zes maanden periodiek verslag geeft

21. diverse bepalingen verplichte bijstand van een advocaat voor alle verschijningen aanwijzen van coördinatoren - verbindingspersoon Justitie – verzorgingsinstelling - één per ressort privé-instellingen ontvangen een subsidie ten laste van de begroting van de Federale Staat (€ 185,95 per low-risk-opname)