1 / 30

Kortdurende psychodynamische psychotherapie

Kortdurende psychodynamische psychotherapie. Prof. Dr. Jan J.L. Derksen Sectie Klinische Psychologie KUN Klinische Psychologie VUB KP opleiding 2003. Welke modellen bestaan er?. Klassieke langdurige psychoanalytische psychotherapie Focale Psychotherapie

ganit
Download Presentation

Kortdurende psychodynamische psychotherapie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Kortdurende psychodynamische psychotherapie Prof. Dr. Jan J.L. Derksen Sectie Klinische Psychologie KUN Klinische Psychologie VUB KP opleiding 2003

  2. Welke modellen bestaan er? • Klassieke langdurige psychoanalytische psychotherapie • Focale Psychotherapie • In tijd gelimiteerde dynamische psychotherapie • Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie

  3. Modellen; vervolg • Overdrachtsgerelateerde psychotherapie voor borderline patiënten • Cognitief-analytische therapie, eclectisch • Interpersoonlijke psychotherapie • Supportieve psychotherapie • Psychodynamisch georiënteerde groepstherapie • Psychodynamische benaderingen in de kindertherapie • Korte dynamische psychotherapie voor specifieke stoornissen: PTSD, middelen misbruik, etc

  4. Klassieke psychoanalytische psychotherapie • Enkele malen per week, jarenlang • Vis à vis • Vrij associatie • Verheldering, confrontatie, interpretatie • Overdrachtsanalyse, overdrachtsneurose • Neurotische stoornissen

  5. Focale Psychotherapie • David Malan • Focus is richtinggevend en draagt zorg voor het verkorten van de behandeling • Conflictdriehoek • Persoonsdriehoek • Neurotische stoornissen bij gemotiveerde patiënten

  6. In tijd gelimiteerde dynamische psychotherapie • Mann • Tijd is de wijze van verkorten van de behandeling • Geboorte----------------------dood • 12 zittingen • Speciaal voor separatie-individuatie thema’s

  7. Kortdurende Psychodynamische Psychotherapie • Davanloo, Sifneos, Magnavita, Osimo • Affect activeren, weerstand (D) angst, diep interpreteren, weerstand ontwrichten (S) • Verkorting vindt plaats door acceleratie van het therapeutisch proces • Twee driehoeken, spiegelingsfunctie, activeren onbewuste conflicten, herstructureren van afweer, angst reguleren, emoties ervaren • Tamelijk brede indicatiestelling

  8. Overdrachtsgerelateerde psychotherapie voor borderline patiënten • Kernberg, Clarkin, Yeomans • Object-relationele benadering • Werken met de overdracht • Identiteit, afweermechanismen, realiteitstoetsing • Borderline persoonlijkheidsorganisatie

  9. Cognitief-analytische therapie (CAT) • Ryle, Kerr in Engeland vormgegeven • Combineert: common factors (Frank), cognitieve en object-relatie theorie, Kelly’s Personal Construct theorie, theorieën van Vygotsky. • Contract, 16 zittingen, huiswerk, actie • http://www.acat.org.uk

  10. Interpersoonlijke psychotherapie • Klerman, Weissman • Verlies, interpersoonlijke tekorten, roltransities • 14-18 wekelijkse zittingen • Speciaal voor depressies

  11. Supportieve psychotherapie • Luborsky, Pinsker, Rockland • Angst reduceren, ventileren, zelfgevoel verbeteren, ontwikkelde afweer stimuleren, reframing, aanmoedigen, adviseren, anticiperen • Voor de zware en moeilijke patiënten

  12. Psychodynamisch georiënteerde groepstherapie • Yalom, MacKenzie, Scheidlinger • Efficiënt en kosteneffectief (-20 sessies) • Tijdlimiet, actieve therapeut, focus, doelen, selectie en voorbereiding van de patiënten • Veel verschillende type groepen (van klacht tot ontwikkelingsgebied), supportief-expressief-interpreterend • Speciaal voor interpersoonlijke problemen

  13. Psychodynamische benaderingen in de kindertherapie • Greenspan, Benedict, Hastings • DIR-model (developmental, Ind-diff, relationship-based), object-relationele speltherapie • Veel nieuwe ontwikkelingen met een sterk integrerend karakter • Allerlei stoornissen bij kinderen

  14. Korte dynamische psychotherapie voor specifieke stoornissen • PTSD, middelenmisbruik, echtparen, hartpatiënten, persoonlijkheidsstoornissen, etc. • Vaak combinaties van eerder genoemde methodieken

  15. Essentiële ingrediënten • Geen waarheden, maar hypotheses en zoekschema’s • Essentieel is en blijft het proces van vrije invallen als criterium voor effectiviteit • Heden, verleden, toekomst, realiteit en fantasie, gevoelsbeleving tijdens de zitting • In en met de overdracht werken, tegenoverdracht snel en dynamisch gebruiken

  16. Essentiële ingrediënten: vervolg • Een sterk focus op kernkwesties, het proces niet laten afdrijven; • Activiteitsniveau van de therapeut is hoog; in begin hoger dan later; • Interpretaties worden gebruikt in een vroeg stadium; • Emoties worden stevig geactiveerd;

  17. Essentiële ingrediënten: vervolg • Tijdsbeperking; • Voorzover de ego-structuur het toelaat snel bewust maken van onbewuste inhouden; • Diepte van behandeling is niet per se gerelateerd aan lengte;

  18. Conflictdriehoek • afweer angst blokkerend gevoel • onbewust gevoel

  19. Persoonsdriehoek • therapeut actuele ander • persoon uit verleden

  20. De spiegelfunctie • De therapeut spiegelt de minder bewuste aspecten van de patiënt die: • Emoties; • Angst; • Defensieve attitudes. • Het is constante feedback van hetgeen de patiënt uitstraalt gevolgd door verhelderingen en interpretaties

  21. Activeren van onbewuste conflicterende emoties • Een therapeutisch proces gericht op dynamische verandering noodzaakt het ervaren van conflicterende gevoelens in een voldoende sterke intensiteit. • De krachten die deze ervaring blokkeren worden snel geneutraliseerd of verminderd middels:

  22. Vervolg; • Afweer herstructureren; • Angst reguleren; • Emotionele expressie vergemakkelijken

  23. Afweer herstructureren • Rijpheid van de afweer • Karakterafweer, “position defenses” die samen het karakter vormen: gezichtsuitdrukking, houding • Tactische afweer, functioneren in de interactie met de therapeut: “ik denk dat ik boos ben”, effect op therapeutische relatie.

  24. Angst reguleren • Angst schaamte, schuld of pijn als rem op een verdrongen conflictueus gevoel • Afweer herstructureren mobiliseert vaak de angst die in de zitting hanteerbaar moet zijn. • De diepere gevoelens worden in acceptabele intensiteit beleefd zodat het een correctieve emotionele ervaring wordt.

  25. Angst reguleren • Helpen bij de herkenning van hoe ze de angst ervaren (b.v. psychosomatisch). • Bewustmaken van de connectie tussen het onderliggende conflictueuze gevoel en de angst. • Therapeut is emotioneel actief, sterk en gericht op samenwerken.

  26. Emotionele expressie vergemakkelijken • Helpen bij het ontdekken, ervaren, tot expressie brengen en accepteren van de nieuwe emotie. • Aanwezigheid van de therapeut, acceptatie van de gevoelens van de patiënt. • Alles dat via het lichaam wordt uitgedrukt zien, steunen en vergemakkelijken.

  27. Empirisch onderzoek • Naar bankanalyses was dit moeilijk door de lengte • Nu nog is het model in veel opzichten strijdig met wat we kennen als de empirische onderzoeksmethodieken • Naar de korte therapieën is nu veel meer onderzoek gedaan, audio en videobanden in opmars

  28. Empirisch onderzoek: vervolg • Uitkomsten van psychotherapieonderzoek hebben beperkte invloed op de klinische praktijk • Clinici vinden een discussie met collega’s waardevoller dan de onderzoeksverhalen • Deze twee dichter bijeenbrengen ligt nog voor ons

  29. Uitkomsten empirisch onderzoek (Gabbard, 1997) • Dynamische therapie is niet beter of slechter dan de andere therapieën • Supportieve en expressieve therapie in combinatie doen het beter bij ernstig gestoorde patiënten • Weinig studies met een RC design

  30. Uitkomsten empirisch onderzoek • Er is weinig steun voor de superioriteit van klassieke analyse boven KPP, de grenzen zijn vervaagd; • Techniek en (echte) relatie hebben stuivertje gewisseld; • Patiënt en observator taxeren de therapeutische relatie beter dan de therapeut.

More Related