340 likes | 611 Views
Variatie in negatieve concordantie. Henri ëtte de Swart. NPIs en NC I. In veel gevallen lijken NPIs en NC hetzelfde te ‘doen’. Binnen één taal: Personne n’a rien dit à personne. Personne n’a dit quoi que ce soit à personne. Personne n’a rien dit à qui que ce soit. NPIs en NC II.
E N D
Variatie in negatieve concordantie Henriëtte de Swart
NPIs en NC I • In veel gevallen lijken NPIs en NC hetzelfde te ‘doen’. • Binnen één taal: • Personne n’a rien dit à personne. • Personne n’a dit quoi que ce soit à personne. • Personne n’a rien dit à qui que ce soit.
NPIs en NC II • Tussen talen heen: • Nobody said anything • Personne n’a rien dit • Mario non a parlato con nessuno (di niente) • Overeenstemming in waarheidscondities. • Is NPI licensing en NC hetzelfde proces?
Vergelijkingen • In welk opzicht zijn NPIs en n-woorden hetzelfde? • In welk opzicht zijn NPIs en n-woorden verschillend?
Overeenkomsten I • Overeenkomsten tussen NPIs en n-woorden. • Contekstafhankelijke interpretatie: relatie tussen verschillende elements in de zin. • Beide relevant in ‘negatieve’ conteksten, vaak met zinsnegatie. • Vaak dezelfde whc voor de zin, type: xy …
Overeenkomsten II • Interventie effecten. • Personne n’a rien dit à personne. • Niemand heeft iets tegen iemand gezegd. • Personne n’a dit quoi que ce soit à personne. • ?Personne n’a tout dit à personne/qui ce ce soit.
Overeenkomsten III • Soms lijken n-woorden ook als NPI op te treden (diachronische ontwikkeling). • Personne ne dit jamais rien. • Niemand zegt ooit iets. • Si jamais tu le vois, dis-lui de m’appeler. • Als je ‘m ooit ziet, zeg hem dan dat hij mij moet bellen. • As-tu jamais été à Paris? • Ben je ooit in Parijs geweest?
Verschillen I • Verschillen tussen NPIs en n-woorden. • N-woorden hebben geen licenseerder nodig: ‘zelf’ licenserend. • Mario non ha visto nessuno. • Nessuno ha visto Mario. • Nessuno ha parlato con nessuno.
Verschillen II • Zinnen kunnen vergelijkbare whc hebben, maar in elliptische conteksten hebben n-woorden een negatieve betekenis. • A: What did you see? • B: Nothing/*Anything. • A: Qué viste? B: Nada • A: Qu’est-ce que vous avez vu? • B: Rien/*Quoi que ce soit.
Verschillen III • Geen lange afstands licensering voor n-woorden. NC is ‘clause bound’. • Personne n’a dit qu’il (n’)inviterait personne. xy/ *xy • Niemand heeft gezegd dat hij niemand zou uitnodigen. xy
Verschillen IV • N-woorden alleen in anti-additieve conteksten, NPIs ook in mon en niet-veridicale conteksten. • Il ne dit jamais rien. • Hij zegt nooit iets. • Il dit rarement quoi que ce soit. • Hij zegt zelden ook maar iets. • #Il (ne) dit rarement rien.
Verschillen V • Geen links/rechts of subject/object assymmetrie. • Personne n’a rien dit. • Niemand heeft iets gezegd. • Personne n’a dit quoi que ce soit. • *Qui que ce soit n’a rien dit.
Links-rechts asymmetrie II • ‘Andere’ links-rechts asymmetrieën in Spaans: • Mario non ha visto nessuno. • Mario heeft niemand gezien. • * Mario ha visto nessuno. • Nessuno ha parlato con nessuno. • Niemand heeft met iemand gepraat.
Samenvatting • Verschillen in rol als licensor: versus betekenis • Verschillen in licensee: anti-additief versus mon/niet-veridicaal. • Verschillen in licenseringsrelatie: verplicht contekst-afhankelijk of mogelijk zelf-licenserend; lange afstand of niet.
Ladusaw (1992) • N-woorden zijn ‘zelf’ licenserende ‘sterke’ NPIs. • N-woorden betekenen x, maar dragen ook feature [neg] met zich mee. • [Neg] features worden ‘meegenomen’ naar boven in de boom; worden op zinsniveau geïnterpreteerd.
Evaluatie • Wat zijn de sterke kanten van Ladusaw’s analyse? Motiveer! • Wat zijn de zwakke kanten van Ladusaw’s analyse? Motiveer!
Sterke kanten • Verantwoording van overeenkomsten NPI en n-woorden: contekstafhankelijke interpretatie; whc xyz. • Verantwoording verschillen: ‘sterke’ NPI; ‘zelf’licenserend. • NC vs. DN: n-woorden versus negatieve kwantoren.
Links-rechts asymmetrie • N-woord is NPI+[neg] feature. • Negatie moet bereik hebben over zin. • N-woord buiten VP: [neg] feature wijd bereik. • N-woord binnen VP: [neg] feature geen zinsbereik; zinsnegatie nodig voor zinsbereik.
Zwakke kanten I • Spaans, Italiaans, Portugees: contrast tussen n-woord in pre-verbale en post-verbale positie: motiveert L’s analyse. • Zien we dat ook in andere Romaanse talen? • Zien we dat ook in niet-Romaanse talen?
Verplichte negatie I • Negatie altijd verplicht in Roemeens, Grieks, Afrikaans, etc. • Nimeni nu a venit. [Roemeens] • Niemand niet is gekomen. • *Nimeni a venit. • Nu a venit nimeni. • *A venit nimeni.
Verplichte negatie II • Jan het gehoop dat niks met hom sou gebeur nie. [Afrikaans] • Sy hou nooit op met werk nie.
Verplichte negatie III • I Ilektra dhen enekrine kanena sxedhio. [Grieks] • Electra niet goedkeurde geen plan. • *I Ilektra enekrine kanena sxedhio. • Kanenan dhen idha. • Nobody not saw. • *Kanenan idha.
Verplichte negatie IV • ‘ne’ verplicht in geschreven/formeel Frans. • Il a rien dit. [spreektaal] • Il n’a rien dit. [geschreven taal] • ‘Hij heeft niks gezegd’ • Wat is de status van ‘ne’?
Drukt ‘ne’ negatie uit? • ‘Negatief ne’: savoir, pouvoir • Je ne saurais vous donner la réponse à votre question. Ik zou u niet het antwoord kunnen geven op uw vraag. • Verder: zonder pas of personne/rien, etc geen negatie. • *Il ne vient. Il ne vient pas. • Hij komt niet.
Typologie • N-woorden verschillen tussen talen in hun combinatie met zinsnegatie. NPIs in principe cross-linguïstisch gelijk. • Zinsnegatie verplicht (Grieks, Roemeens). • Contrast preverbaal/postverbaal (Sp/It/Port). • Geen combinatie met zinsnegatie pas (Frans).
Zwakke kanten II • Geen verklaring voor ambiguïteit DN/NC in Frans. • Personne n’a rien payé • = Niemand heeft iets betaald [NC] • = Niemand heeft niets betaald [DN] • Personne n’est le fils de personne • Niemand is de zoon van niemand
Alternatieve analyse • Ladusaw: focus op vergelijkbaarheid met NPI en contrast met negatieve kwantor. • Alternatief: focus op vergelijkbaarheid met negatieve kwantor, en verschil met NPI.
Varianten • Zanuttini (1991): negatieve absorptie • • Déprez (2000): cumulatieve analyse van telwoorden. |AB| = 0 • De Swart & Sag (2002): resumptie. • Nox, Noy, Noz Nox,y,z
Evaluatie • Overeenkomsten: in alle gevallen interpretatie van n-woord als negatief. • Verschillen: implementatie/techniek. • Sterke kanten? • Zwakke kanten?
Sterke kanten • Verantwoording van elliptisch gebruik en ‘zelf’licenserend vermogen door inherent negatieve interpretatie. • Mogelijke verantwoording van DN en NC binnen één taal. • Niet alleen Frans, ook Welsh
Welsh DN en NC • Welsh is NC taal, maar laat ook DN lezingen toe. • Doesneb yn caru neb. [Welsh] NEG.is no-one Prog love no-one. = No one loves anyone [NC] = No one loves no one [DN]
Sterke kanten II • Licensering n-woord niet afhankelijk van negatie, dus minder gevoelig voor cross-linguïstische variatie. • Andere verklaring mogelijk voor pre-verbaal/post-verbaal contrast in Spaans, etc. versus verplichte negatie in Grieks, etc. • Rol van pas in varianten van het Frans.
Zwakke kanten • Nadeel: niet-compositioneel (Zanuttini) • Of technisch complex (polyadische kwantificatie). • Geen verklaring voor gebruik n-woord als NPI (in vraagzinnen, conditionals, etc.), en voor diachronische ontwikkeling.
Hoe verder? • Is het mogelijk om te kiezen tussen analyse in termen van NPI en analyse in termen van negatieve kwantor? Motivatie! • Hoe verantwoorden we typologie van negatie? OT analyse.