610 likes | 830 Views
E N D
5. We kunnen eigenlijk 4 kwaliteitsgebieden onderscheiden: de medisch inhoudelijke kwaliteit (handelen van zorgverleners volgens richtlijnen/mate van succes van het zorg en behandelproces; bv. bij IUI: startdosering 75IE recombinant FSH of HMG, % meerlingzwangerschappen), organisatorische kwaliteit (processen/mate van efficiency; bv. wachttijden, doorlooptijden, afstemming verschillende processen); relationele kwaliteit (bejegening, tevredenheid patinten en medewerkers) en de context. De resultaten op de verschillende gebieden van de kwaliteit van zorg dienen in balans te zijn: een hogere efficiency binnen de organisatie mag bijvoorbeeld niet ten koste gaan van de medisch-inhoudelijke kwaliteit.
Voor het bepalen van het effect (=d.w.z. zijn de doelen gehaald) van de gekozen aanpak op de kwaliteit en de doelmatigheid van zorg is het dus wenselijk om met een gebalanceerde set indicatoren een goed inzicht in gerealiseerde veranderingen te krijgen.
De uiteindelijke kwaliteit van zorg die geleverd wordt aan de patient wordt bepaald door de kwaliteit van het professioneel handelen, van de wijze waarop de zorg georganiseerd is, van de informatievoorziening naar en bejegening van de patient en van de omgeving waarin het hele zorgproces zich afspeelt. Bij het bepalen of een ingevoerde verandering daadwerkelijk een verbetering is, is het van belang om met deze vier kwaliteitsgebieden rekening te houden. Het invoeren van bijvoorbeeld de TZAs gynaecologie kan er bijvoorbeeld wel voor zorgen dat de organisatie van zorg verbeterd (door een verkorting van de toegangstijd tot de poli of de doorlooptijd door het ziekenhuis), maar als dit de kwaliteit van het professioneel handelen benadeeld of ten koste gaat van de relationele kwaliteit is het de vraag of de verandering daadwerkelijk een verbetering is. We kunnen eigenlijk 4 kwaliteitsgebieden onderscheiden: de medisch inhoudelijke kwaliteit (handelen van zorgverleners volgens richtlijnen/mate van succes van het zorg en behandelproces; bv. bij IUI: startdosering 75IE recombinant FSH of HMG, % meerlingzwangerschappen), organisatorische kwaliteit (processen/mate van efficiency; bv. wachttijden, doorlooptijden, afstemming verschillende processen); relationele kwaliteit (bejegening, tevredenheid patinten en medewerkers) en de context. De resultaten op de verschillende gebieden van de kwaliteit van zorg dienen in balans te zijn: een hogere efficiency binnen de organisatie mag bijvoorbeeld niet ten koste gaan van de medisch-inhoudelijke kwaliteit.
Voor het bepalen van het effect (=d.w.z. zijn de doelen gehaald) van de gekozen aanpak op de kwaliteit en de doelmatigheid van zorg is het dus wenselijk om met een gebalanceerde set indicatoren een goed inzicht in gerealiseerde veranderingen te krijgen.
De uiteindelijke kwaliteit van zorg die geleverd wordt aan de patient wordt bepaald door de kwaliteit van het professioneel handelen, van de wijze waarop de zorg georganiseerd is, van de informatievoorziening naar en bejegening van de patient en van de omgeving waarin het hele zorgproces zich afspeelt. Bij het bepalen of een ingevoerde verandering daadwerkelijk een verbetering is, is het van belang om met deze vier kwaliteitsgebieden rekening te houden. Het invoeren van bijvoorbeeld de TZAs gynaecologie kan er bijvoorbeeld wel voor zorgen dat de organisatie van zorg verbeterd (door een verkorting van de toegangstijd tot de poli of de doorlooptijd door het ziekenhuis), maar als dit de kwaliteit van het professioneel handelen benadeeld of ten koste gaat van de relationele kwaliteit is het de vraag of de verandering daadwerkelijk een verbetering is.
6. Zoals uit het voorgaande is gebleken is de eerste stap in de evaluatie het ontwikkelen van een gebalanceerde indicatorenset. Hier wil ik dan ook in de rest van mijn praatje op ingaan.
Er bestaan verschillende methoden om indicatoren te ontwikkelen. Je kunt dit niet systematisch doen, nadeel .. Daarnaast bestaan er verschillende systematische methoden waarvan ik er hier 3 genoemd heb. Voordeel van deze systematische methoden is dat ..
Wij hebben in het transmurale zorgproject gekozen voor een systematische methode, namelijk de RAND-modified Delphi methode. Zoals uit het voorgaande is gebleken is de eerste stap in de evaluatie het ontwikkelen van een gebalanceerde indicatorenset. Hier wil ik dan ook in de rest van mijn praatje op ingaan.
Er bestaan verschillende methoden om indicatoren te ontwikkelen. Je kunt dit niet systematisch doen, nadeel .. Daarnaast bestaan er verschillende systematische methoden waarvan ik er hier 3 genoemd heb. Voordeel van deze systematische methoden is dat ..
Wij hebben in het transmurale zorgproject gekozen voor een systematische methode, namelijk de RAND-modified Delphi methode.
8. Consensus methode
23. Indicatorontwikkeling en evaluatie Niet-Kleincellig Longcarcinoom
24. Ontwikkeling indicatoren in 5 stappen Stap 1: Verzamelen van Potentile Indicatoren
Stap 2: Selectie van Indicatoren in Ronde 1 (schriftelijk)
Stap 3: Selectie van Indicatoren in Ronde 2 (Consensus-bijeenkomst)
Stap 4: Kernset van Indicatoren
Stap 5: Operationaliseren Indicatoren
25. Stap 1: Verzamelen van Potentile Indicatoren Uit evidence-based richtlijn, 83 aanbevelingen
Professionele kwaliteit Zorg die geleverd wordt volgens de best evidence met als doel veilige en effectieve zorg
60 aanbevelingen
Organisatorische kwaliteit: Zorg die efficint en doelmatig wordt verleend
16 aanbevelingen
Patintgerichte kwaliteit Zorg die ook gericht is op begeleiding en ondersteuning van de patint
7 aanbevelingen
26. Stap 2: Selectie van Indicatoren in Ronde 1 Schriftelijke ronde RAND-gemodificeerde Delphi
Vragenlijst
Hoe relevant vindt u deze aanbeveling:
voor de gezondheidswinst en/ behandelingsresultaat van de patint?
voor de continuteit en doelmatigheid van de geleverde zorg?
voor de begeleiding en ondersteuning van de patint?
Zeer Weinig Relevant 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Zeer Relevant
TOP 5 meeste relevante aanbevelingen
27. Stap 2: Selectie van Indicatoren in Ronde 1 Analyseren Mediaan berekenen voor elke potentile indicator
TOP 5 punten
op de eerste plaats, 5 punten
tweede plaats, vier punten
derde plaats,3 punten
vierde plaats, 2 punten
vijfde plaats, 1 punt
Voorselectie maken volgens criteria
Mediaan: 7 of hoger
Top 5 score: 5 punten of hoger
Geen disagreement volgens Campbell
28. Disagreement 30 % van de scores vallen zowel aan de ene kant van de schaal (1-3), als aan de andere kant (7-9)
Mediaan = 3 (zwarte vakje)
X= eigen beoordeling
Onderste balk: keuzes van alle panelleden (n=11)
29. Stap 3: Selectie van Indicatoren in Ronde 2 Consensusbijeenkomst Voorselectie besproken
TOP 3
Analyse
Mediaan: 7 of hoger
Geen disagreement volgens Campbell
TOP 3: topscores
Uiteindelijk:
8 aanbevelingen geselecteerd: omgezet in 15 indicatoren
30. Stap 4: Kernset, Professioneel inhoudelijke Indicatoren Een patint met NSCLC die na conventioneel disseminatie-onderzoek in aanmerking komt voor in opzet curatieve chirurgie, dienen voorafgaand aan de mediastinoscopie een FDG-PET te ondergaan.
Bij een patint met aanwijzingen voor NSCLC bij wie geen metastasen buiten de thorax zijn gevonden en bij wie op basis van CT en/of PET-scan aanwijzingen* voor lymfekliermetastasen bestaan, dient een mediastinoscopie te worden verricht.
*Criteria voor aanwijzingen voor mediastinale lymfeklieren bij beeldvormend onderzoek zijn:
a)Op de CT-scan tenminste 1 lymfeklier met een korte-as diameter >1 cm
b)Op de FDG-PET scan bij focaal verhoogde activiteit in de hilus of mediastinum
Bij een patint met een NSCLC in klinisch stadium III dient skelectscintigrafie of PET van het skelet en CT of MRI van de hersenen te worden uitgevoerd om onterechte combinatiebehandelingen te vermijden.
31. Stap 4: Kernset, Professioneel inhoudelijke Indicatoren
Een patint met lokaal uitgebreid NSCLC (klinisch stadium III op basis van cT4 en/of cN2,3) dient behandeld te worden met combinatietherapie (chemo-radiotherapie) met in opzet een curatieve intentie.
Bij een patint met een negatieve mediastinale FDG-PET kan een mediastinoscopie achterwege gelaten worden indien wordt voldaan aan de volgende vier criteria:
a.De primaire tumor neemt duidelijk FDG-PET op
b.Er zijn geen aanwijzingen voor hilaire metastasen op PET
c.De tumor ligt niet tegen het mediastinum aan
d.Op de CT-scan zijn de zichtbare mediastinale lymfeklieren < 1 cm langs de korte as gemeten.
32. Stap 4: Kernset, Organisatorische indicatoren
De maximale aanvaardbare wachttijd voor uitvoering van diagnostiek (CT-abdomen, bronchoscopie met PA, PET) is drie (zonder mediastinoscopie e.d) of vijf weken (bij mediastinoscopie, TBNA, EUS-FNA of EBUS van mediastinale lymfeklieren) vanaf het eerste bezoek longarts.
Wachttijden: 80 % therapie binnen 2 weken na sluiten diagnostiek (= CT-scan, bronchoscopie met PA, PET en eventueel een mediastinoscopie)
Alle nieuwe patinten met NSCLC dienen besproken te worden tijdens de multidisciplinaire (long)oncologie bespreking
33. Stap 4: Kernset, Patintgerichte indicatoren
Percentage patinten dat zegt dat er voldoende tot goed aandacht is besteed aan hun fysieke symptomen zoals pijn, benauwdheid, misselijkheid, vermoeidheid, gewichtsverlies, slapeloosheid
Percentage patinten aan wie,volgens de patint, gevraagd is naar psychosociale klachten
Percentage patinten aan wie, volgens de patint, gevraagd is naar mogelijke problemen in de leefomstandigheden: gezin, naasten, werk
Percentage patinten die volgens eigen zeggen psycho-sociale zorg nodig hadden van gespecialiseerde hulpverleners en deze ook daadwerkelijk hebben ontvangen
34. Stap 4: Kernset, Patintgerichte indicatoren
Percentage patinten dat zegt voldoende tot goed te zijn bejegend
Percentage patinten dat zegt op de hoogte te zijn geweest van het bestaan van gespecialiseerd verpleegkundige op het gebied van de (long)oncologie
Percentage patinten dat zegt voldoende tot goed genformeerd te zijn over 10 informatie-items
35. Stap 4: Kernset Meten van indicatoren: Retrospectieve dataverzameling
Terugkijken of iets wel of niet is uitgevoerd
Via statusonderzoek (door IKO olv M. de Kok)
Via patinten-enqutes
Extra gegevens registreren, zoals:
datum uitvoering diagnostiek
co-morbiditeiten
perfomance status
multidisciplinair besproken
cTNM volgens longarts
36. Stap 5: Operationaliseren
37. Stap 5: OperationaliserenVoorbeeld
38. Stap 5: OperationaliserenVoorbeeld
39. Stap 5: OperationaliserenVoorbeeld
Aantal patienten met NSCLC waarbij therapie is gestart binnen 14 dagen na de verslaglegging van de laatste diagnostische verrichting.
Aantal patienten met NSCLC waarbij therapie is gestart.
40. Meten van indicatoren Participatie 6 ziekenhuizen IKO-regio
Inclusie: PA-incidentie NSCLC sept 2004-febr 2005
CWZ 77
Rijnstate /Zevenaar 62
Radboud/ULD 38
Slingeland 40
Gelderse Vallei 35
Maasziekenhuis 19
TOTAAL 276 PATIENTEN
41. Resultaten
42. Resultaten
43. Resultaten
44. Resultaten
45. Conclusies Ontwikkeling:
Rand-gemodificeerde Delphi-methode + top 5 + consensusbijeenkomst is goede methode om indicatoren te ontwikkelen.
Meting:
Niet alle indicatoren zijn meetbaar
Op veel punten is zorg voor NSCLC-patinten nog verbeterbaar
Grote variatie tussen ziekenhuizen