1 / 76

Terugkomdag 21 november 2011

Terugkomdag 21 november 2011. HIV en neurologie. Judith Schouten Neuroloog-in-opleiding Promovendus “HIV, comorbiditeit en veroudering” J.Schouten@amc.uva.nl. Opzet. - Neurologie basics - HIV en neurologie - Belangrijke ziektebeelden. Neurologie basics.

kaya
Download Presentation

Terugkomdag 21 november 2011

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Terugkomdag 21 november 2011

  2. HIV en neurologie Judith Schouten Neuroloog-in-opleiding Promovendus “HIV, comorbiditeit en veroudering” J.Schouten@amc.uva.nl

  3. Opzet • - Neurologie basics • - HIV en neurologie • - Belangrijke ziektebeelden

  4. Neurologie basics

  5. Centrale en perifere zenuwstelsel • - Stappenplan bij een neurologisch probleem - Stap 1 = lokaliseren (waar zit het probleem?) - Lokaliseren met behulp van neurologisch onderzoek - Zit het in het centrale of in het perifere zenuwstelsel? - Lijstje van mogelijke aandoeningen bedenken - Lijstje van mogelijkheden afwerken mbh aanvullend onderzoek (scan, bloedonderzoek, hersenvochtonderzoek, hersenfilmpje etc)

  6. Centrale en perifere zenuwstelsel

  7. Centrale en perifere zenuwstelsel

  8. Centrale en perifere zenuwstelsel

  9. Neurologisch lichamelijk onderzoek - Bewustzijn - Algemene indruk - Cognitieve functies (spraak/taal, geheugen, orientatie etcetc) - Hersenzenuwen (12 hersenzenuwen, sturen alles “boven de kraag” aan) - Spierkracht armen en benen - Gevoel armen en benen - Coördinatie armen en benen - Reflexen - Evt gerichte testjes (nekstijfheid, wortelprikkelingstest bij hernia)

  10. Reflexen - Zeer belangrijk onderdeel van het neurologisch onderzoek! - Verschil tussen centraal en perifeer zenuwstelsel te maken

  11. Centraal of perifeer probleem: wat gebeurt er met de reflexen? - Centraal zenuwstelsel remt continu - Bij beschadiging van het centrale zenuwstelsel valt deze remming weg - Gevolg: reflexen worden hoger

  12. Centraal of perifeer probleem: wat gebeurt er met de reflexen? - Centraal zenuwstelsel remt continu - Bij beschadiging van het centrale zenuwstelsel valt deze remming weg - Gevolg: reflexen worden hoger - Voor een intacte reflex moeten de perifere zenuwen intact zijn (om het signaal over te brengen) - Bij beschadiging van een perifere zenuw wordt het signaal vertraagd of niet doorgegeven - Gevolg: reflexen worden lager

  13. Bijzondere reflexen - Andere reflexen dan de spierrekkingsreflexen - Voetzoolreflex, buikhuidreflex, palmomentale reflex, masseterreflex etc - Voetzoolreflex zeer belangrijk - Verschilt nl tussen centraal en perifeer probleem

  14. Bijzondere reflexen: de voetzoolreflex - Hoe wordt de voetzoolreflex uitgevoerd? - Normaal: tenen buigen (naar beneden) - Bij probleem aan het centrale zenuwstelsel: tenen gaan uit elkaar grote teen omhoog buiging in de knie/heup - Voetzoolreflex volgens Babinski

  15. Hersenen: anatomie basics • - Zicht bovenop de hersenen:

  16. Hersenen: anatomie basics • - Zicht bovenop de hersenen: • - Linker hersenhelft / rechter hersenhelft

  17. Hersenen: anatomie basics • - Zicht bovenop de hersenen: • - Linker hersenhelft / rechter hersenhelft • - Linker hersenhelft stuurt rechter lichaamshelft aan en vice versa

  18. Hersenen: anatomie basics • - Zicht bovenop de hersenen: • - Linker hersenhelft / rechter hersenhelft • - Linker hersenhelft stuurt rechter lichaamshelft aan en vice versa • - Dominante hersenhelft: meestal links

  19. Hersenen: anatomie basics • - De hersenen worden onderverdeeld in grijze stof en witte stof

  20. Hersenen: anatomie basics • - De hersenen worden onderverdeeld in grijze stof en witte stof Rood = hersenschors (cortex) Ook wel: grijze stof Geel = onder de hersenschors (subcortex) Ook wel: witte stof

  21. Hersenen: bloed-hersen-barriere - Hersenen zijn goed afgeschermd van de rest van het lichaam - Er is een barriere tussen het lichaam en de hersenen - Bloed-hersen-barriere - Virussen/bacteriën komen niet gemakkelijk de hersenen in - Als er eenmaal iets in de hersenen zit gaat het er ook niet makkelijk uit - Medicijnen dringen dus ook niet makkelijk door in de hersenen

  22. HIV-infectie

  23. HIV-infectie - HIV infecteert witte bloedcellen - Witte bloedcellen met CD4 receptor op het oppervlak (CD4-cellen) - HIV gaat dan de witte bloedcel gebruiken om zichzelf te vermenigvuldigen - Gevolg: 1) CD4-cellen gaan kapot  immuunsysteem kapot 2) aantal HIV deeltjes neemt toe  toxische eiwitten meer cellen geïnfecteerd

  24. HIV-infectie van de hersenen - Hersenen raken ALTIJD geïnfecteerd (binnen enkele uren-dagen) - Hoe kan dat…..de hersenen zijn toch afgeschermd door middel van de bloed-hersen-barriere?

  25. HIV-infectie van de hersenen: Trojan Horse model

  26. HIV-infectie van de hersenen: Trojan Horse model - Trojaanse prins Paris schaakt Helena (de vrouw van een Griekse koning) - Grieken pikken dit niet en vallen Troje aan - In eerste instantie wint Troje - Grieken doen alsof ze verslagen zijn en varen weg - Zij gaan een eindje verderop liggen en bouwen een enorm houten paard - Zij zetten dat op het strand zodat de Trojanen denken dat dit een geschenk is van de goden om de overwinning te vieren - In het paard zitten Griekse soldaten verstopt - De Trojanen brengen het paard binnen de stadsmuren en vieren feest - ‘s Nachts klimmen de Griekse soldaten uit het paard en veroveren en vernietigen Troje

  27. HIV-infectie van de hersenen: Trojan Horse model

  28. HIV-infectie van de hersenen: Trojan Horse model - HIV infecteert CD4 positieve witte bloedcel - HIV zit dus verstopt in de witte bloedcel - De bloed-hersen-barriere laat de witte bloedcel passeren (omdat de BHB denkt dat dat handig is om te beschermen tegen een eventuele infectie) - De geïnfecteerde witte bloedcel is nu doorgedrongen in de hersenen - Deze witte bloedcel gaat HIV-deeltjes produceren die weer andere cellen in de hersenen infecteert - Hierbij komen ook allerlei schadelijke eiwitten vrij die de hersenen beschadigen

  29. Neurologische ziektebeelden tgv HIV

  30. Hersenbeschadiging tgv HIV - Op den duur raken hersenfuncties verstoord - Gevolg: dementie - Voor de introductie van HIV-remmers (cART): 25-30% van de HIV-patiënten werd dement - HIV-dementie / AIDS dementie complex - Geheugenstoornissen / gedragsveranderingen / motorische problemen

  31. HIV dementie en cART - Sinds de beschikbaarheid van HIV-remmers (cART): HIV dementie zeldzaam - Heel soms komt HIV dementie nog voor: - Patiënten die de medicatie niet goed innemen - Patiënten die pas zeer laat erachter komen dat ze HIV hebben - Patiënten bij wie het virus ernstig gemuteerd is en de med niet goed meer werkt

  32. Subtiele geheugenstoornissen: HAND - Laatste jaren echter……. - Subtiele geheugenstoornissen komen vaak voor (15-60%) - Hiervoor is de term HAND bedacht (HIV Associated Neurocognitive Disorder) - HAND is een parapluterm en omvat 3 onderclassificaties: ANI = Asymptomatic Neurocognitive Impairment (minst ernstig) MND = Mild Neurocognitive Disorder HAD = HIV Associated Dementia (meest ernstig) - Meeste mensen hebben ANI en MND

  33. Subtiele geheugenstoornissen: HAND Oorzaak: ONBEKEND HIV zelf (blijft misschien toch een klein beetje actief)? HIV-remmers schadelijke effecten op de hersenen? HIV-remmers tegengehouden door de BHB? schade uit het verleden + veroudering andere oorzaak: depressie, hart- en vaatziekten, drugsgebruik?

  34. Subtiele geheugenstoornissen: HAND Beloop: ONBEKEND Wisselingen in de loop van de tijd Soms verbetering Heel soms verslechtering

  35. Subtiele geheugenstoornissen: HAND Therapie: ONBEKEND - HIV-remmers intensiveren zodat ze goed doordringen in de hersenen? - Of juist niet intensiveren omdat de HIV-remmers schadelijk zijn? - Andere middelen die de hersenen beschermen? - Van alles is geprobeerd (van groene thee tot lithium)  geen effect

  36. Subtiele geheugenstoornissen: HAND Momenteel wordt hier veel onderzoek naar gedaan!

  37. Hersenaandoeningen tgv lage afweer - Ieder mens draagt vele bacteriën en virussen bij zich zonder daar last van te hebben (latente virussen en bacteriën) - Ieder mens komt in aanraking met allerlei virussen en bacterien waar we niet ziek van worden - Iemand met een goede afweer wordt niet ziek door deze bacteriën/virussen

  38. Hersenaandoeningen tgv lage afweer Slechte afweer  deze bacteriën en virussen worden niet genoeg onderdrukt en worden te actief Gevolg: die persoon wordt ziek Dit wordt een opportunistische infectie genoemd (Dat is dus een infectie tgv een virus/bacterie waar iemand met een goed afweersysteem niet ziek van zou worden)

  39. Opportunistische infecties van de hersenen 1) Toxoplasmose 2) Progressieve multifocale leukoencephalopathie (PML) 3) Cryptococcen meningitis

  40. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose - Parasiet: Toxoplasma Gondii - Besmetting via kattenpoep - De meeste mensen zijn ooit in hun leven in aanraking gekomen met Toxoplasma zonder daar ziek van te worden - Bij een verminderde afweer kan Toxoplasma de doordringen in de hersenen  hersenabces

  41. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose - Het hersenabces verdringt het gezonde hersenweefsel  uitval - Klachten zijn afhankelijk van de plaats van het abces in de hersenen - Ook vaak koorts, hoofdpijn, apathie, epilepsie - Bij HIV en neurologische uitval en aanwijzingen bij het neurologish onderzoek dat het probleem in het centrale zenuwstelsel zit: Toxoplasma?? - Welk onderzoek moet er worden gedaan?

  42. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose - CT of MRI scan van de hersenen (liefst met contrastmiddel)

  43. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose - CT of MRI scan van de hersenen (liefst met contrastmiddel) - CT-hersenen met contrast

  44. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose - CT of MRI scan van de hersenen (liefst met contrastmiddel) - CT-hersenen met contrast - Wat zien jullie op deze scan?

  45. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose

  46. Opportunistische infecties van de hersenen:Toxoplasmose - Therapie  Toxoplasma dodende middelen: sulfadiazine pyrimethamine folinezuur - Na 2 weken wordt de CT-scan herhaald en hoort deze te verbeteren (en de patiënt hoort natuurlijk ook te verbeteren)

  47. Toxoplasmose vs lymfoom - Als de CT-scan/patiënt niet verbeteren met Toxoplasma-therapie dan is het waarschijnlijk geen Toxoplasma abces maar een lymfoom van de hersenen! - Deze aandoeningen zijn nl op de CT niet van elkaar te onderscheiden - In dat geval moet er een hersenbiopt worden gedaan om te kijken of het inderdaad een lymfoom is - Een lymfoom wordt behandeld met bestraling - Overleving niet goed (5-6 maanden)

  48. Opportunistische infecties van de hersenen:PML - Progressieve Multifocale Leukoencephalopathie Progressief  wordt erger Multifocale  meerdere plekken tegelijk Leuko encephalo  witte stof de hersenen (het binnenste deel) Pathie  stoornis - Veroorzaakt door het JC-virus - JC-virus: initialen van de patiënt bij wie dit virus is ontdekt

More Related