200 likes | 481 Views
Politieke ideologieën. Beknopt overzicht. Anarchisme. Anarchisten verwerpen politieke autoriteit in al haar vormen . Politieke autoriteit = het kwaad Regelen van zaken gebeurt door vrijwillige overeenkomsten en samenwerkingsverbanden. Twee stromingen:
E N D
Politieke ideologieën Beknopt overzicht
Anarchisme • Anarchisten verwerpen politieke autoriteit in al haar vormen. • Politieke autoriteit = het kwaad • Regelen van zaken gebeurt door vrijwillige overeenkomsten en samenwerkingsverbanden. • Twee stromingen: • Individualistisch anarchisme: vrijheid van de keuze van het individu maximaliseren. Privébezit mogelijk. • Communistisch anarchisme: Gelijkheid tussen allen en verdeling van goederen. Privébezit mag niet.
Anarchisme • Anarchistische experimenten plaatsgevonden in Spanje, Portugal, Mexico, Frankrijk en Rusland maar nooit doorgebroken in ons land. • Meeste anarchistische bewegingen zijn ontstaan uit vakbonden. • Ook vakbonden zijn in hun oorsprong ‘anarchistisch’ omdat er vroeger een verbod op vereniging bestond waardoor niemand kon samenspannen tegen werkgever. semi-revolutionair karakter van vakbonden
Liberalisme Historisch • Liberalisme (en kapitalisme) kwamen op met de opkomst van de marktgerichte samenleving. • Initieel draaide het om rechten en vrijheden tegenover de adem en het absolutisme. • Overheid mocht zich niet moeien met de economie. Die zou zichzelf reguleren ‘laissez-faire’ kapitalisme • Opsplitsingen ontstaan door problemen die kapitalisme met zich meebracht sociaal-liberalisme
Liberalisme Principes • Individualisme: individu primeert op de groep en moet zich ten volle kunnen ontwikkelen. • Vrijheid: Vrijheid boven gelijkheid en autoriteit. Enkel ingeperkt wanneer het schade berokkend aan anderen. • Rede: Mensen zijn in staat rationele beslissingen te maken en zo vooruitgang te boeken en conflicten op te lossen. • Gelijkheid: Iedereen heeft gelijke rechten en kansen zonder dat de staat er moet voor zorgen. • Ook belangrijk zijn: tolerantie en morele neutraliteit (geen geloof opleggen) België is een liberaal land:Niet enkel de Open VLD alleen, maar alle partijen dragen gedeeltelijk deze principes in zich.
Conservatisme Historisch • Conservatieven wilden in de 18de eeuw terug naar het ‘ancien régime’ dat vóór de Franse Revolutie heerste. • Veel variatie in conservatieve partijen. • Continentaal Europa: autocratisch en reactionair • GB en VSA: meer flexibele vorm • Ingeleid door Edmund Burke: soms moet je bepaalde dingen veranderen om essentiële dingen te behouden • In praktijk werd conservatisme, paternalisme: een staat de het land leidt zoals een vader zijn gezin.
Conservatisme Principes: • Traditie: Respect voor ingeburgerde gebruiken en instituties, waarden en normen. • Pragmatisme: Actie volgt iit iets dat praktisch haalbaar en mogelijk is, niet uit abstracte theorieën. • Menselijke imperfectie: Mensen zijn beperkt, afhankelijk, egoïstisch, op zoek naar veiligheid. Criminaliteit ligt in menselijke natuur. • Hiërarchie: Iedereen heeft zijn plaats in de maatschappij. • Autoriteit: Leiderschap moet van bovenaf uitgevoerd worden. • Eigendom: Belangrijk voor veiligheid en onafhankelijkheid. Eigendom is de veruitwendiging van je persoonlijkheid.
Socialisme Historisch • Ontwikkeld als reactie op kapitalisme ter verdediging van de werknemers. • Initieel heel revolutionair en fundamentalistisch. (zie ook Karl Marx) • 2 stromingen in 19de eeuw: • Reformisten: arbeidsklasse langzaamaan integreren in kapitalistisch systeem. (via vakbonden en politieke partijen) = socialisten vandaag • Revisionisten: Vielen terug op ideeën van Marx en worden nu doorgaans communisten genoemd.
Socialisme Principes: • Gemeenschap: mensen zijn sociale wezens die samen moeten leven. Nurture primeert op nature. De maatschappij moet goede mensen opvoeden. • Broederschap: Samenwerking wordt verkozen boven competitie en holisme boven individualisme. • Sociale gelijkheid: Gelijkheid van uitkomst i.p.v. gelijkheid van kansen = egalitarisme • Ook: beperking privébezit in functie van gelijkheid en nadruk op noden van mensen.
Communisme Historisch • Gebaseerd op Marxisme, voor het eerst toegepast in de voormalige sovjetunie. = ideaal van staatloze maatschappij • Lenin heeft aantal zaken aan theorie van Marx toegevoegd. essentie van revolutionaire partij die touwtjes in handen heeft na de revolutie. • Sterk anti-kapitalistisch en daarom voorstanders van volledig staatsgeleide economie zonder overproductie. • Veranderingen van Stalin leiden tot dictatuur. Sinds dood Stalin hervormingen gebeurd die uiteindelijk leiden tot ophef van sovjetunie in 1991. • Landen die nog (gedeeltelijk) communistisch zijn: China, Cuba, Noord-Korea
Communisme Principes: • Gemeenschappelijkheid: De mens ontleent zijn identiteit aan de massa en wordt gemaakt door de gemeenschap. Holisme > individualisme. • Vervreemding: Arbeidsverdeling en specialisatie van liberalisme maakt dat mensen vervreemden van het product van hun arbeid. Mens moet voldoening krijgen uit werk. • Klassenstrijd: Klassenongelijkheid en polarisering moet opgeheven worden door een revolutie van het proletariaat. • Gemeenschappelijk bezit: alle rijkdom wordt collectief en er wordt enkel geproduceerd wat nodig is.
Fascisme Historisch • Vooral ontwikkeld tijdens het interbellum in Duitsland ten gevolge van het verdrag van Versailles waarin Duitsland gestraft werd voor WO1 • Adolf Hitler verkozen tot staatsleider en schort alle verplichtingen van verdrag van Versailles op. • Hitler installeerde radicaal ondemocratisch regime met “Ein volk, einreich, einFührer” = fascisme. • Gingen in tegen het ideeëngoed van de Franse Revolutie: “1789 is dood”
Fascisme Principes: • Waarden: strijd, leiderschap, macht, heldenverering en oorlog. • Tegen: kapitalisme, liberalisme, individualisme, communisme • Centraal thema: sterkte door eenheid, individu betekent niets. • De nieuwe man is een held, gemotiveerd door plicht, eer en zelfopoffering voor de glorie van zijn staat, ras en absolute leider. • Jeugd wordt in Hitlerjugendopgeleid tot übermenschen = arische ras racisme • Enorm geloof in kunnen van de eigen staat en het eigen volk.
Nationalisme • Soevereiniteit van het volk staat centraal. • Teruggrijpen nar het romantische idee van het volk. • Twee basisprincipes: • Zelfbeschikkingsrecht: afwijzing van vreemde overheerser • Belangen van de totaliteit primeert op belangen van individu. • Natie of volk verwijst naar: gemeenschappelijk geschiedenis of taal en cultuur • Nationalisme kan ontstaan uit verschillende oorzaken: • gemeenschappelijke kenmerken, • gemeenschappelijke politiek, • gemeenschappelijke belangen, …
Nationalisme • Pattriotisme: betrekking op herdenking van oorlogen. • Actieve, strijdende vormen van nationalisme gaan terug op het besef van samen geleden onrecht. • Door nadruk op de solidariteit (intern)kan nationalisme ondanks de vrijheidsgedachte van het zelfbeschikkingsrecht ook sterk samengaan met vormen van socialisme. • Extreme vorm: ontkenning van waarde van het individu Jij bent niets, je volk is alles
Ecologisme Ontstaan in ‘60 en ‘70 van 20ste eeuw uit milieubeweging, vredesbeweging en emancipatiebewegingen. Principes: • Meerkleurendemocratie of pluralisme: Het is goed dat er verschillende meningen naast elkaar bestaan. Er is geen definitieve waarheid. • Aandacht voor het milieu en ecologische crisis. • Streven naar duurzame economie die niet weegt op ecologie en niet zorgt voor sociale schuld voor volgende generaties. • Wereldwijde sociale rechtvaardigheid: levenskansen van de minst bedeelden verbeteren en beschermen tegen industrie en uitputting van grondstoffen. • Individu in verbondenheid met mensen en met de natuur. • Zorgen voor volgende generaties door beperken van vrijheid van industrie zorgt voor meer vrijheid op termijn, niet voor minder vrijheid.