1 / 26

‘Als het gaan niet meer gaat’ Chronisch perifeer arterieel vaatlijden

‘Als het gaan niet meer gaat’ Chronisch perifeer arterieel vaatlijden. Jean Tombeur ZNA-campus Middelheim. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden. KLASSIFICATIE - DEFINITIES ETIOLOGIE INCIDIENTIE – PREVALENTIE RISICOFACTOREN DIAGNOSE. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden.

kenley
Download Presentation

‘Als het gaan niet meer gaat’ Chronisch perifeer arterieel vaatlijden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ‘Als het gaan niet meer gaat’Chronisch perifeer arterieel vaatlijden Jean Tombeur ZNA-campus Middelheim

  2. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden • KLASSIFICATIE - DEFINITIES • ETIOLOGIE • INCIDIENTIE – PREVALENTIE • RISICOFACTOREN • DIAGNOSE

  3. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden 1. Klassificatie

  4. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden Definities: • “Chronisch“ perifeer vaatlijden: > 14 dagen • Claudicatio intermittens: spierpijn tijdens wandelen • Nachtelijke pijn: voetpijn tijdens slaap • Rustpijn: voetpijn continu

  5. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden 2. Etiologie • Atherosclerose: 90-95% • Andere: • Arteritis: Buerger, SLE,Art. temp, RA,Takayashu, Behçet • Post-embolie • Thrombose aneurysma • Post-vaatchirurgie, PTA • Infectieus • Post-radiotherapie • Post-traumatisch • Entrapment • Adventitiële kyste • Fibromusculaire dysplasie • Iatrogeen

  6. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden 3. Incidentie – Prevalentie • Asymptomatisch vaatlijden (E/A index < 0.9) Asympt : sympt = 3-4 : 1 • Claudicatio 3-6% mannen > 60j Rokers: niet-rokers = 3:1 • Kritische ischemie 500-1000/jaar/miljoen (europese populatie)

  7. Chronisch perifeer arterieel vaatlijden 4. Risicofactoren (atherosclerose) • Leeftijd: exponentiëel • Roken: decade vroeger, ernst > pakjaren rookstop: incidentie CI en progressie • Diabetes: CI = 2x frequenter 1% HbA1c  risk 26% • AHT • Cholesterol • CRP • Hyperviscositeit, -coagulabiliteit • Hyperhomocysteïnemie • Chronische nierinsufficiëntie

  8. ‘Ik heb pijn in mijn been’‘Ik kan niet meer gaan’ 5. Diagnose  Differentiële diagnose • Claudicatio: • Veneuze claudicatio • Rug: ischialgie • Rug: lumbaal kanaal stenose • Orthopedisch: Baker kyste arthritis, bursitis: heup arthritis: enkel

  9. Differentiële diagnose B. Rustpijn • Diabetische neuropathie • Causalgie (Südeck) • Rug: wortelcompressie • Perifere neuropathie (chemo, alcohol…) • Nachtelijke spierkrampen • Arthritis (jicht)

  10. Differentiële diagnose C. Ulcus • Veneuze insufficiëntie • Diabetische voet • Decubitus • Pyoderma gangrenosum • Osteomyelitis

  11. Diagnose • Anamnese • Sinds hoelang pijn? • Evolutie? - stabiel - toenemend  stenose? - plots  thrombose? 3) Waar pijn? - beide benen  aorta, bi-iliacaal? - bil, heup  iliacaal? - kuit  femoraal? - voet  onderb.vaten? - lateraal  neurogeen?

  12. Anamnese 4) Nevenverschijnselen? - Paresthesieën  neurogeen? - Voosheid  ischemie? 5) Wanneer pijn? - Continu gans been  neurogeen? voet  rustpijn? - Tijdens wandelen <100m: ernstig 100-500m: matig >1000m: licht - Startpijn  arthrose?

  13. Anamnese 6) Maatregelen? -étalage ziekte  claudicatio -voet uit bed, opstaan  rustpijn 7) Risicofactoren: roken, DM, AHT, Cholest. 8) Voorgeschiedenis: coronairlijden, carotis, perifere vaatHK, NI 9) Medicatie

  14. Diagnose 2. Klinisch Onderzoek 1) Inspectie -kleur: houding -capillaire refill -ulcera, gangr, -blue toe 2) Palpatie -t° voeten -abdomen: AAA? -art. pulsaties liezen knieholtes ATP,ADP,AF

  15. Klinisch Onderzoek 3) Auscultatie: souffle? -abdomen -liezen -bovenbenen -knieholtes 4) BD: beide armen (a. subclavia)

  16. Diagnose 3. Doppler 1)Wat? Doppler Klein, goedkoop Snel: screening Geluid Flowcurve (vorm, amplitudo)

  17. Diagnose 3. Doppler 1)Wat? Duplex Groot, duur Tijdrovend: gericht onderzoek Geluid + echo Flowcurve (snelheid cm/sec)

  18. Doppler 2) Waar onderzoeken? 12 plaatsen R/L - AFcommunis - AFsuperficialis - A poplitea - ATP - ADP - A fibularis

  19. Doppler 3) Enkel/arm index = syst. BD onderbeensvat / syst. BD arm normaal> 0.9 Addertjes: - aorta-iliacale stenose: na inspanning - rigiede vaatwand (DM,NI):teen/arm index - a.subclavia stenose

  20. Diagnose van Perifeer art. vaatlijden 4. Imaging 1) Duplex (echo-doppler) 2) Arteriografie (DSA) 3) CT-angiografie 4) MR-angiografie

  21. Imaging • Duplexonderzoek Voor: Tegen: -gericht - tijdrovend -goedkoop: 37euro

  22. Imaging 2)Arteriografie (DSA) Voor : -haarscherp Tegen: - invasief - contrast: jodium - embolen - X-stralen: ± 6 mSv - 367 euro

  23. Imaging 3) CT-angio Voor: - niet-invasief - 173 euro Tegen: - contrast: jodium - kalkmasker - metaalartefacten - X-stralen: ± 14 mSv - minder scherp

  24. Imaging 4) MR-angio Voor: -niet-invasief -geen kalkmasker -geen jodium -geen X-stralen Tegen: -minder scherp -metaal -claustrofobie -langdurig -247 euro

  25. CONCLUSIE Als het gaan niet meer gaat…. vasculair? anamnese klinisch onderzoek vaatlabo Doppler, Duplex DSA, CTangio, MRangio VASCULAIR BILAN

More Related