210 likes | 359 Views
Deel 2 : Expertise van de kleuterleidster inzake kindvolgsystemen en begeleidende methodieken. bij onze bachelorstudenten. ZORGBREED. = elk kind krijgt optimale ontwikkelingskansen = sterke en zwakke kinderen voelen zich aangeproken door het aanbod 1 BAKO (eerste jaar)
E N D
Deel 2 : Expertise van de kleuterleidster inzake kindvolgsystemen en begeleidende methodieken bij onze bachelorstudenten
ZORGBREED • = elk kind krijgt optimale ontwikkelingskansen • = sterke en zwakke kinderen voelen zich aangeproken door het aanbod • 1 BAKO (eerste jaar) • hoe een kleuterklas functioneert • eerste bewegingsactiviteiten geven (didactiek) • welbevinden en betrokkenheid observeren
ZORGBREED • 2 BAKO (tweede jaar) • bijkomende didactieken voor het geven van bewegingsactiviteiten • zorgbreed kijken • - differentiëren voor zwakkeren en sterkeren • - observeren van welbevinden en betrokkenheid van een klasgroep (klasscreening) • - invullen van een kinddossier (PGKVS) • - observeren van motoriek • - activiteiten om socio-emotionele ontwikkeling te stimuleren (welbevinden is motor van de ontwikkeling)
ZORGVERBREDEND • = expliciete acties ondernemen om bepaalde zorgkinderen extra stimulansen te bieden voor hun ontwikkeling • 3 BAKO (derde jaar) • vanuit de klasscreening kinderen die problemen vertonen met welbevinden /betrokkenheid via handelingsplannen verderhelpen • gesteund op 7 stappen van het PGKVS (Cego) • sommige studenten volgen een kleuter met motorische problemen op (groot- of kleinmotorische problemen)
HANDELINGSPLAN VOOR KIND MET MOTORISCHE PROBLEMEN • handelingsgericht • vanuit brede observatie • de handelingsplannen zijn bedoeld om motorische ontwikkeling te stimuleren, om extra kansen te bieden /geen therapie • creatieve, kleine interventies zijn voor het kind vaak de hefboom
STAP 1 : is er een basis voor ontwikkeling • EEN LEERKRACHT MAAKT ZICH ZORGEN : • welbevinden : voelt het kind zich goed en veilig? (POS) • betrokkenheid : betrokkenheid of vermijdingsgedrag • ontwikkelingsniveau motoriek (vaardigheden en bewegingsstijl) • onhandigheid-traagheid-houterigheid-slordigheid • ‘raar’ bewegen • heftig en impulsief bewegen • sociale interactie in het spel is problematisch • niet kunnen knippen
STAP 2 : observeer vanuit een ruimer kindvolgsysteem • observeren vanuit verschillende componenten en situaties die de ontwikkeling kunnen stuwen • thuissituatie • contacten met andere kinderen • belangstelling voor activiteiten • contact met de leerkracht • ontwikkelingsniveau van andere ontwikkelingsdomeinen
STAP 3 : een eerste balans • samenbrengen sterkte – zwakte • waar is het kind goed in • - ifv zelfbeeld en sociale plek in de groep • - ifv inrijpoort • * indien positief tov motoriek ideeën opdoen • * indien vermijdingsgedrag andere positieve • ontwikkelingskernen aanspreken
STAP 4 : meer gericht observeren • welbevinden in bewegingsactiviteiten? • voelt het zich veilig in de ruimte? nee advies • voelt het zich goed in zijn vel? nee advies - verdelen van de ruimte (overzicht) - kleinere groepen (hoekenwerk) • aandacht wegtrekken van het probleem • succeservaring • kans tot afreageren • kans tot ontspannen
STAP 4 : meer gericht observeren • welbevinden en betrokkenheid in volgende activiteiten : • buitenspel, toestellen, spelen met bewegingsmaterialen • spelletjes, dansjes, expressie • fijn motorische activiteiten : constructie, tactiele activiteiten • beeldende vormgeving • zelfredzaamheid • * is er deelname? • * wat doet het kind/hoe? • * krijgt het kind van thuis positieve/negatieve • boodschappen mbt bewegen?
STAP 4 : meer gericht observeren • fitheid • indruk bewegingsstijl • indruk lichamelijke expressie • competenties (ontwikkelingslijnen) adhv observatieformulieren en begeleidingsformulieren van kleuterstappen (OA) • groot motorische vaardigheden • klein motorische vaardigheden • evenwicht • eigen lichaam aanvoelen en organiseren • zich bewegend organiseren in de ruimte • zich bewegend organiseren in de tijd • bewegingsproblemen oplossen (transfer-bijleren)
OBSERVATIEOPDRACHT : filmpje • welbevinden is ok • betrokkenheid scoren tussen 1 en 5 • Score 1 : geen activiteit • Score 2 : vaak onderbroken activiteit • Score 3 : min of meer aangehouden activiteit • Score 4 : activiteit met intense momenten • Score 5 : volgehouden intense activiteit • criterium : kleuter raakt bij elke slag/trap de bal • Score 1 : nooit • Score 2 : zelden • Score 3 : geregeld • Score 4 : vaak • Score 5 : altijd
STAP 4 : meer gericht observeren • Zij kunnen ook gebruik maken van andere kindvolgsystemen : • Groeiboek (vclb) • Kleuterstapjes (Wolters Plantyn) • Kleuters met extra zorg (Marc Boone : Plantyn) • Kindvolgsysteem van de school zelf • …
STAP 5 : doelen kiezen en een actieplan bedenken • vanuit een positieve ontwikkelingsvisie : op welke manier kan dit kind met zijn specifieke mogelijkheden en beperkingen het best meedoen (deelnamebekwaamheid) : GRAAG BEWEGEN • wat kan het kind zelf? (interesse en belangstelling?) SUCCESBELEVING • het kind blijft in de groep (AANBOD SLUIT AAN BIJ DE EIGENHEID VAN DE KLASGROEP) • kans tot diep leren : herhalen ZELFDE AANBOD OOK BUITEN DE KLAS
METHODIEKEN bij bedenken van interventies • klassieke didactieken (groot materiaal, klein materiaal, kinderdans, dansexpressie, watergewenning, bewegingshoek, …) en differentiatiemogelijkheden hierbinnen • stimuleren van socio-emotionele vaardigheden via bewegingsopvoeding • kennismaking van Toeka, Huis vol gevoelens en Axen, Kinderen en hun sociale talenten, talentgerichte visie • spelletjes rond lichaamsbeleving, veilig gevoel van kinderen verhogen in de turnzaal, turnlessen structureren door rituelen
METHODIEKEN bij bedenken van interventies • methodiek van Veronica Sherborne • methodiek van schrijfdans • relaxatie, yoga bij kleuters • methodiek van Pnina Klein • methodiek bewegingsschool Achilles
STAP¨6 : uitvoeren en reflecteren • OBSERVEREN • UITVOEREN ACTIE ONDERNEMEN
STAP 7 : verdere stappen of afbouwen • geef tijd • niet drillen • dagelijkse bewegingskansen • samenwerking met ouders • overleg voor doorverwijzing • Indien er geen evolutie is : specifieke vraag naar CLB • Bij duidelijk afwijkend bewegingsgedrag : specifieke vraag naar CLB • als er al extra hulp is (gon of revalidatie) • Communicatie met CLB • Hulp voor dagdagelijkse situatie
KLEUTERLEIDSTERS OBSERVEREN • welbevinden (kleurt de compententie) • betrokkenheid moet gegarandeerd zijn (situatie moet betekenisvol zijn voor het kind) • kwaliteit van het gedrag • meerdere keren in verschillende situaties • de norm : beter/zwakker dan de doorsnee kleuter • intuïtief aanvoelen/ gekoppeld aan beelden van bewegende kinderen (= goede indicator) • risico/valkuil • kleuteronderwijzers zien kleuters niet meer bewegen • uitvergroten/veralgemenen van prestaties in één of meer situaties • gedrag stoort hen niet • persoonlijke norm