1.32k likes | 1.54k Views
Klasmanagement en Reflectie. Groepssessie 20 maart Groep 3. Overzicht. Inleiding Een conflictsituatie (= deel 2 praktijkopdracht) Conflictsituatie 1 Conflictsituatie 2 Plan uw klasmanagement (= deel 1 praktijkopdracht) Uiteenzetting praktijkopdracht. Overzicht. Inleiding
E N D
Klasmanagement en Reflectie Groepssessie 20 maart Groep 3
Overzicht • Inleiding • Een conflictsituatie (= deel 2 praktijkopdracht) • Conflictsituatie 1 • Conflictsituatie 2 • Plan uw klasmanagement (= deel 1 praktijkopdracht) • Uiteenzetting praktijkopdracht
Overzicht • Inleiding • Een conflictsituatie (= deel 2 praktijkopdracht) • Conflictsituatie 1 • Conflictsituatie 2 • Plan uw klasmanagement (= deel 1 praktijkopdracht) • Uiteenzetting praktijkopdracht
In een klas gebeuren twee zaken… • Aanreiken en inoefenen van leerstof en vaardigheden • EN er ontstaan relationele bindingen tussen alle actoren.
In een klas gebeuren twee zaken… Als die bindingen stevig en positief zijn, kan de leerstof het centrale thema zijn en blijven, gesteld dat de leerkracht die leerstof didactisch aantrekkelijk en goed gestructureerd aanbrengt. Een goed opgebouwde les is de beste preventie voor problemen in de klas.
Indien één van beide niet goed zit Risico op conflicten vergroot
Overzicht • Inleiding • Een conflictsituatie (= deel 2 praktijkopdracht) • Conflictsituatie 1 • Conflictsituatie 2 • Plan uw klasmanagement (= deel 1 praktijkopdracht) • Uiteenzetting praktijkopdracht
Verloop van conflictsituatie 1 Les Wiskunde: 3de graad ASO-klas, 5 Economie Moderne Talen met 18 lln. De meeste lln. in deze klas zijn niet sterk voor wiskunde. 6 lln. zaten in de 2de graad in een sterke wiskunderichting. Door overlappingen in het leerplan hebben zij al een deel van de leerstof gehad vorig jaar. Er is dus een groot niveauverschil tussen de lln.. Zo zijn er lln. die zich vervelen en lln. die niet begrijpen waarover lk. spreekt. Lln. met meer voorkennis krijgen extra oefeningen. Ze zeggen dat de les saai is en storen voortdurend. De leerkracht moet de les steeds onderbreken waardoor er te weinig tijd is voor extra uitleg aan de lln. die het nodig hebben. (zie het lesmateriaal voor een gedetailleerd scenario)
Wat is er aan de hand? Vooraleer je een conflict kunt oplossen is het belangrijk om een duidelijker zicht te krijgen op de situatie Stel dus eerst een aantal vragen
Waarom ontstaat dit conflict? • Wat zijn de belangen en behoeften van de leerkracht? • Wat zijn de belangen en behoeften van de leerlingen?
Waarom ontstaat dit conflict? Opdracht: • Noteer na het lezen van het scenario de belangen en behoeften van de verschillende betrokken partijen.
Belangen en behoeften van de leerkracht? • alle lln. bereiken de lesdoelen • lln. werken rustig aan hun oefeningen • lln. reageren beleefd op een opmerking
Belangen en behoeften van de leerlingen? Groep die sterk is in wiskunde: • interessante les krijgen, plezier maken • nieuwe leerstof verwerken • …
Belangen en behoeften van de leerlingen? Groep die minder sterk is in wiskunde: • interessante les krijgen, plezier maken • de leerstof begrijpen • hulp krijgen
Analyseer het gedrag a.d.h.v. 7 stappen: • Stel een gedetailleerde lijst op met concrete beschrijving van het storend gedrag • Geef de gevolgen of de reacties van het gedrag aan • Beschrijf de context waarin het ongewenst gedrag zich voordoet
Schrijf op wanneer het goed ging = de positieve momenten • Probeer stoorpatronen te ontdekken • Rangschik de storende dingen • Kies een strategie: negeren, belonen, straffen (= conflictoplossing)
Gedragsanalyse Opdracht: • Analyseer na het lezen van het scenario het gedrag van deze klas a.d.h.v. de eerste 6 stappen
Gedragsanalyse Stap 1: storend gedrag • babbelen op de achterste rij • galgje spelen • reactie Nicolas tijdens het spelen van galgje “Yes, …” • uitspraak “Het is supersaai en …”
Gedragsanalyse Stap 2: Gevolgen of reacties • lk, ‘Komaan gasten…’ • lk. merkt galgje spelen niet direct op • ‘Nicolas, is het nu zo moeilijk…’ • ‘Nu is het genoeg geweest…’
Gedragsanalyse Stap 3: Context • alle leerlingen maken individueel dezelfde oefeningen • groot niveauverschil in voorkennis • bankopstelling in rijen • laatste lesuur • lokaal zonder beschikbare media
Gedragsanalyse Stap 4: Positieve momenten • theoretische vraag wordt goed beantwoord door Nicolas. • Fatih vraagt hulp aan leerkracht door vinger in de lucht te steken. • oefeningen in Nicolas zijn werkboek zijn correct opgelost.
Gedragsanalyse Stap 5: Stoorpatronen • leerkracht begeleidt leerlingen → andere babbelen • Nicolas en enkele leerlingen hebben de oefeningen afgewerkt → galgje spelen
Gedragsanalyse Stap 6: Rangschik • reactie Nicolas tijdens het spelen van galgje • uitspraak ‘Het is supersaai en …’ • er wordt galgje gespeeld • gebabbel op de achterste rij ! Rangschikking is sterk persoonsgeboden!
Hoe kan dit conflict gekoppeld worden aan het referentiekader? Opdracht: Op welke manier hebben de elementen uit het referentiekader het klasmanagement negatief beïnvloed?
Referentiekader • Leerdoelen • Werkvormen • Leerinhoud • Media • Evaluatie • Organisatie • Context / Ouders • Instructieverantwoordelijke
Leerdoelen: • niveau van de doelen is te laag voor een groot deel van de klas • de doelen zijn enkel cognitief. Geen aandacht voor sociaal-emotionele doelen (attitudedoelen)
2. Werkvormen: • enkel klassikale instructies en individueel oefeningen oplossen (en dit in bijna elke les)
3. Leerinhouden: • overlappend met leerstof van de 2de graad voor een groot deel van de lln. • niet uitdagend voor de sterke groep • extra oefeningen voor de sterke groep • volledig aangeboden door de leerkracht
4. Media: • bord en werkboek zijn niet motiverend genoeg voor de lln. die sterk zijn in wiskunde • geen computers, ….
5. Evaluatie: • de leerkracht komt rond en evalueert bij elke lln. of de oefeningen correct opgelost zijn. • enkel cognitieve doelen worden geëvalueerd.
6. Lesorganisatie: Regels en straffen: • regels zijn opgesteld door de lk. Een overtreding (teveel lawaai maken) betekent een nota in de schoolagenda. • lk. zegt dat ze vervelend zijn • lk. merkt het spelen van galgje niet meteen op Infrastructuur: • de banken staan opgesteld in rijen met 1 gang in het midden.
7. Context/ouders: • de lk. noteert in de schoolagenda van Nicolas dat hij onbeleefd was tegen de leerkracht.
8. Instructieverantwoordelijke: Beliefs: • lk. voelt zichzelf nog niet bekwaam in klasmanagement (weinig ervaring) • lk. vindt het vervelend voor de lln. dat de leerstof overlapt, maar ziet dat niet als geldig excuus om te les te storen Relatie lk.-lln.: • lk. geeft weinig verantwoordelijkheden aan lln. • lk. heeft een onzekere houding
Conflictoplossing A. Hoe kan er worden ingegrepen in de conflictsituatie? = curatieve maatregelen B. Hoe had de conflictsituatie kunnen voorkomen worden? (cf. link met referentiekader) = preventieve maatregelen
Curatieve maatregelen 3 mogelijke strategieën (stap 7): • Negeren • Bestraffen • Belonen
Curatieve maatregelen 8 tips: • Breng kritiek positief • Maak concreet wat je verlangt • Vermijd waarom-vragen • Gebruik ik-boodschappen
Curatieve maatregelen 8 tips: • Vermijd veralgemeningen • Richt boosheid op gedrag i.p.v. op persoon • Durf ook ‘sorry’ te zeggen • Probeer eerst te kalmeren
Conflict oplossen Opdracht: • Noteer na het lezen van het scenario enkele curatieve maatregelen
Curatieve maatregelen Welke strategie? • Negeren: hier niet ideaal • Bestraffen: ja • Belonen: ja
Curatieve maatregelen Bestraffen: • lk: “Nicolas, ik ben heel blij dat je de oefeningen correct opgelost hebt. Maar als jullie nu niet stoppen met babbelen, ga ik jullie moeten uit elkaar halen” • vervolgens de lln. uit elkaar halen als ze blijven babbelen (wat je aankondigt steeds uitvoeren)
Curatieve maatregelen Bestraffen: • lk: “De andere lln. hebben mijn hulp nodig en ik vind het zeer moeilijk hen te helpen wanneer jullie niet rustig werken.” • lk: “Nicolas, als je je ongenoegen over dit vak wilt uiten, zou ik willen dat je dat op een beleefde manier doet” • Nicolas apart aanspreken na de les