1.73k likes | 2.02k Views
De inhoud van dit thema:. 1.2 Weerstand 1.3 Ziektekiemen 1.4 Voorkom besmetting 1.5 Hygiënisch werken 1.6 Tips voor de praktijk. 1-1. Weerstand krijg je door:. • gezonde voeding • voldoende nachtrust • voldoende beweging. 1-2.
E N D
De inhoud van dit thema: 1.2 Weerstand 1.3 Ziektekiemen 1.4 Voorkom besmetting 1.5 Hygiënisch werken 1.6 Tips voor de praktijk 1-1
Weerstand krijg je door: • gezonde voeding • voldoende nachtrust • voldoende beweging 1-2
Overbrengen van ziektekiemen van de ene mens op de andere noemen we ook wel: • besmetten • aansteken 1-3
Ziektekiemen voelen zich lekker bij: • vocht • vuil • warmte 1-4
Hygiënisch werken is: • voorkomen dat je ziektekiemen overbrengt • voorkomen dat ziektekiemen kunnen groeien in de omgeving van de zorgvrager 1-5
Ziektekiemen verwijderen: • luchten • schoonmaken • ontsmetten 1-6
De inhoud van dit thema: 2.2 Zorg dat je schoon bent 2.3 Handen wassen 2.4 Tips voor de praktijk 2-1
Punten die van belang zijn: • ga iedere dag onder de douche • trek iedere dag schoon ondergoed aan • trek iedere dag een schoon shirt aan • draag goed wasbare bovenkleding • als je een uniform moet dragen, trek dan iedere dag een schoon aan • draag schone schoenen en sokken of kousen • zorg voor een schoon gebit: - poets je tanden twee keer per dag - ga op zijn minst een keer per jaar naar de tandarts voor controle 2-2
De inhoud van dit thema: 3.2 Beroepscode of gedragscode 3.3 Beroepsgeheim 3.4 Beroepshouding 3.5 Tips voor de praktijk 3-1
Beroepsgeheim is: • niet praten over zorgvragers met mensen buiten de instelling • met niemand praten over geheimen van zorgvragers 3-2
Een goede beroepshouding bestaat uit: • respect • eerlijkheid • betrouwbaarheid 3-3
De inhoud van dit thema: 4.2 Doelen en diensten 4.3 Cliënten van de thuiszorg 4.4 Tips voor de praktijk 4-1
Doelen van thuiszorg: • de cliënt woont langer zelfstandig • de cliënt heeft zijn zelfstandigheid terug gewonnen 4-2
Diensten van de thuiszorg: • verpleging • verzorging • kraamzorg • jeugdgezondheidszorg (consultatiebureau) • huishoudelijk werk • uitleen van hulpmiddelen • informatie en voorlichting 4-3
Doelen van welzijnsinstellingen voor ouderen zijn: • langer zelfstandig blijven wonen • beter en meer aan de maatschappij meedoen 4-4
De instellingen doen dat door: • dagopvang • maaltijdverzorging • vervoer • informatie en voorlichting 4-5
Cliënten in de thuiszorg: • gezinnen • verstandelijk gehandicapten • lichamelijk gehandicapten en zieken • zintuiglijk gehandicapten (blinden, doven) • ouderen • lichamelijk zieken die verpleeghuiszorg nodig hebben • dementerenden die verpleeghuiszorg nodig hebben 4-6
De inhoud van dit thema: 5.2 Wat doet de ouderenzorg? 5.3 Zorgvragers in de ouderenzorg 5.4 Tips voor de praktijk 5-1
Doelen van ouderenzorg: • ouderen zijn zo zelfstandig mogelijk en nemen zelfstandig beslissingen over hun eigen leven • ouderen hebben een zo hoog mogelijke kwaliteit van leven 5-2
Diensten van verzorgings- en verpleeghuizen: • verpleging en verzorging • informatie • activiteiten • begeleiding • ondersteunende diensten • huishoudelijk werk 5-3
De taken van een zorghulp in een verzorgings- of verpleeghuis: • bedden opmaken en verschonen • opruimen • schoonmaken • maaltijden klaarzetten • maaltijden rondbrengen • koffie en thee zetten en andere dranken klaarmaken • koffie, thee en andere dranken rondbrengen • afruimen • afwassen / afwasmachine gebruiken • sociaal contact onderhouden 5-4
Verschil in opnames: • permanente opname • tijdelijke opname • dagopvang • dagbehandeling 5-5
Doelen van dagopvang: • zorgvragers hebben meer zelfvertrouwen • voelen zich minder eenzaam • hebben meer sociale contacten • kunnen langer zelfstandig wonen • door de dagopvang zijn de taken van mantelzorgers minder zwaar 5-6
Twee soorten dagbehandeling: • somatische dagbehandeling • psychogeriatrische dagbehandeling 5-7
Je taken als zorghulp in de dagopvang of de dagbehandeling zijn vooral: • zorg voor de broodmaaltijden • koffie en thee zetten en andere dranken klaarmaken • afruimen • opruimen • afwassen • activiteiten met zorgvragers: - krant lezen - spelletjes doen - knutselen - handwerken - muziek maken en liedjes zingen 5-8
De inhoud van dit thema: 6.2 Mensen met een verstandelijke beperking 6.3 Mensen met een lichamelijke beperking 6.4 Doelen en taken voor de zorghulp 6.5 Tips voor de praktijk 6-1
Een doelgroep: • kan een groep mensen van dezelfde leeftijd zijn: ouderen of jongeren • kan ook een groep mensen met dezelfde soort beperking zijn: bijvoorbeeld een verstandelijke beperking of meervoudige beperkingen 6-2
Instellingen, woongroepen en verpleeghuizen zijn er voor: • alleen jongeren • alleen ouderen • zowel jongeren als ouderen • mensen met een lichamelijke beperking • mensen met een verstandelijke beperking • mensen met zowel een lichamelijke als een verstandelijke beperking 6-3
Doelen in de zorg voor mensen met een beperking: • cliënten functioneren zo zelfstandig mogelijk • nemen, voor zover mogelijk, zelfstandig beslissingen over hun eigen leven • cliënten voelen zich veilig 6-4
De inhoud van dit thema: 7.2 Het werkplan 7.3 De ADL-lijst 7.4 Tips voor de praktijk 7-1
Voordelen van een werkplan: • je hoeft niet iedere keer na te denken wat er moet gebeuren en in welke volgorde • je kunt niets vergeten • iemand anders kan je werk overnemen als jij er eens niet bent • jij kunt het werk van een collega overnemen als die er niet is 7-2
De inhoud van dit thema: 8.2 Doelen 8.3 Prioriteiten 8.4 Tips voor de praktijk 8-1
Doelen bestaan uit: • hoofddoelen • subdoelen 8-2
Hoofddoel: wat je uiteindelijk wilt bereiken 8-3
Subdoel: een tussenstap op weg naar het hoofddoel 8-4
De inhoud van dit thema: 9.2 Tempo 9.3 Normtijd 9.4 Tips voor de praktijk 9-1
Normtijd: vastgestelde tijd 9-2
De inhoud van dit thema: 10.2 Het werk verdelen over meer mensen 10.3 Middelen organiseren 10.4 Tips voor de praktijk 10-1
Eerst bedenken welke middelen je nodig hebt, omdat: • dit tijd scheelt • je voorkomt dat je twee of drie keer moet lopen • je zo ordelijk en efficiënt kunt werken 10-2
De inhoud van dit thema: 11.2 Communicatie 11.3 Inhoudsniveau en betrekkingsniveau 11.4 Tips voor de praktijk 11-1
Boodschap = • dat wat jij tegen iemand zegt • dat wat iemand tegen jou zegt • dat wat iemand tegen een groep mensen zegt 11-2
Inhoudsniveau en betrekkingsniveau: inhoudsniveau: de letterlijke inhoud van de boodschap betrekkingsniveau: de manier waarop iemand de boodschap moet opvatten 11-3
De inhoud van dit thema: 12.2 Vragen stellen 12.3 Luisteren 12.4 Tips voor de praktijk 12-1
Soorten vragen: • gesloten vragen: vragen waar maar één antwoord op mogelijk is • open vragen: vragen waar allerlei antwoorden op mogelijk zijn 12-2
De inhoud van dit thema: 13.2 Planning op papier 13.3 Schriftelijk rapporteren 13.4 Tips voor de praktijk 13-1
Voordeel van een planning op papier: • naslag • controle • informatie voor andere 13-2
6 W’s: • Wie? • Wat? • Waar? • Wanneer? • Waarom? • Op welke manier? 13-3
De inhoud van dit thema: 14.2 Culturele achtergronden 14.3 Waarden en normen 14.4 Omgangsvormen en gewoonten 14.5 Kunst 14.6 Geloof 14.7 Humor 14.8 Tips voor de praktijk 14-1
Cultuur is: het totaal van waarden, normen, omgangsvormen, gewoonten en kunstuitingen binnen een bepaalde groep 14-2
De inhoud van dit thema: 15.2 Opleiding 15.3 Werk en inkomen 15.4 Gezinsvorm 15.5 Woning en buurt 15.6 Invloed op jouw werk 15.7 Tips voor de praktijk 15-1