1 / 13

Zintuigen en waarneming Sensorisch onderzoek - Panels - Attributen - Testopzet

Sensoriek. Zintuigen en waarneming Sensorisch onderzoek - Panels - Attributen - Testopzet - Productaanbieding Soorten vragen De mens als meetinstrument. Smaak = totale beleving Aroma = retronasaal Geur = Orthonasaal Textuur/ mondgevoel Uiterlijk/ geluid Taal Meetinstrumenten

lucky
Download Presentation

Zintuigen en waarneming Sensorisch onderzoek - Panels - Attributen - Testopzet

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Sensoriek • Zintuigen en waarneming • Sensorisch onderzoek • - Panels • - Attributen • - Testopzet • - Productaanbieding • Soorten vragen • De mens als meetinstrument

  2. Smaak = totale beleving Aroma = retronasaal Geur = Orthonasaal Textuur/ mondgevoel Uiterlijk/ geluid Taal Meetinstrumenten • Gaschromatograaf met Sniff port • MS Nose • Electronische neus

  3. => naar de hersenenGeurreceptorcellenReukepitheel met geurstofmoleculen Van de prikkelingvan de ‘haren’ van der receptorcel in het reukepitheel tot een signaal dat via zenuwen naar de hersenen gaat

  4. Sensorisch onderzoek Sensorisch Onderzoek 2 verschillende invalshoeken: • Hoe is/ smaakt een product? Objectief = Analytisch (productgericht) • Wat vindt men van een product? Subjectief = Hedonisch (consumentgericht)

  5. Toepassing van sensorisch onderzoek Productontwikkeling • Wat wil de consument? • Hoe bevalt mijn product(idee), welke aanpassingen zijn er nodig • Wat is er al op de markt en waar zitten gaten? Kwaliteitszorg • Controle op kwaliteit van de productie • Houdbaarheid bepalen Procesbeheersing • Verandering machinerie, bereidingswijze ingredienten

  6. Wat heb je nodig? • Proevende mensen = panel(leden) • Weten welke aspecten je wilt ‘meten’ • Testopzet/ design • (gecontroleerde) aanbieding van producten • Een testruimte • Verwerking van gegevens/ conclusies

  7. Analytisch t.o.v. Hedonisch onderzoek Soorten panel: =>zo goed mogelijke proevers (getraind panel of ‘expert’panel) • Selectie • Training • Monitoring • Oordeel niet belangrijk • Panelonderhoud, waardering, motivatie => zo ‘gewoon’ mogelijke proevers (consumentenpanel) • Doelgroep (gebruiker) • Representatief samengesteld uit groep X • Selectie hoogstens op afkeer, dieet, interesse ed. • Wat zeg je over het te testen product? • Panelbestanden/ onderhoud

  8. Wat wil je meten Waarop beoordeel je het product. De attributen moeten: • Producten onderscheidbaar maken • Onderscheid op essentiële punten (relevant voor marketing) • Liefst ook beïnvloedbaar zijn (vanuit technologie)

  9. Bestaand vocabulair bv. wiel, aromasets, panel stelt lijst op, deskundigen Vb. Bierwiel Wiel

  10. Testopzet/design Hedonisch: • Wat vind u van dit koekje? (rapportcijfer): gemiddeld scoort koekje A een 7,3 en koekje B een 6,7 als rapportcijfer • Hoe vindt u dit toetje? 1 heel erg lekker; 2 redelijk lekker; … 6 helemaal niet lekker • ‘om meer in de smaak te vallen moet concept X iets minder zoet en veel krokanter worden’ • Bv. een spinnenwebdiagram met ideaalpunten Analytisch: • Beschrijvende test: hoe smaakt dit product? In hoeverre verschilt de smaak van deze producten? Profilering • Verschiltest: is er een verschil tussen deze producten? (al dan niet voor een benoemd attribuut)

  11. Spinnenweb

  12. Soorten verschiltesten • Driehoekstest – 1 afwijkend monster -> 6 aanbiedingen mogelijk! Gokkans ? • 3AFC – 3 alternatives, gedwongen keuze; vb. welke van de 3 dropjes smaakt het sterkst naar anijs? • Paarsgewijze vergelijking – je weet waarop je wilt vergelijken; vb. Welke A/B is het zoetst? • Duo-trio-test – gegeven referentie -> 4 aanbiedingen mogelijk! Gokkans • A – nietA – monadische aanbieding – intern referentiekader. Helft panelleden krijgt A, helft ander product. Bv. bij erg scherp product, of ‘herkennen bier-drinkers “hun” merk wel?’ • Rangordetest – min. 3 producten, rangschikken op bepaald kenmerk

  13. Productaanbieding • ‘good sensory practice’ • Alle omstandigheden zoveel mogelijk gelijk • Volgorde-effecten tegengaan • Coderen • Blind proeven • Tijdstip en monstertemperatuur • Testomstandigheden en testruimte

More Related