270 likes | 513 Views
SVR. Gewenste en verwachte pensioenleeftijd in Vlaanderen. Een onderzoek naar de determinanten. Vlaanderen gepeild Brussel, 1 oktober 2009 L. Vanderleyden & R. Schoenmaeckers. Schema van de presentatie. Inleiding
E N D
SVR Gewenste en verwachte pensioenleeftijd in Vlaanderen. Een onderzoek naar de determinanten Vlaanderen gepeild Brussel, 1 oktober 2009 L. Vanderleyden & R. Schoenmaeckers
Schema van de presentatie • Inleiding • Bepalende factoren voor een vervroegd uittreden op macro-, meso- en microniveau • Focus van de bijdrage: gewenste en verwachte pensioenleeftijd • SCV-data: mogelijkheden en beperkingen • Methode en gebruikte variabelen • Enkele resultaten • Conclusies
Inleiding • België: lage werkzaamheidsgraad in het algemeen; op hogere leeftijd in het bijzonder. • 2008: 3 op 5 personen op beroepsactieve leeftijd aan het werk. • Vlaams Gewest (66%) doet het iets beter dan het Waalse (57%) en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest (56%). Lissabon doelstelling van 70% niet gerealiseerd. • Lissabon doelstelling voor 55-plussers = 50%; ook die doelstelling wordt niet gehaald: Vlaanderen 34%. • Extra inspanningen nodig: Generatiepact van 2005 bevat verschillende maatregelen om mensen langer aan het werk te houden.
Vervroegd uittreden: bepalende factoren op verschillende niveaus (1) • Macroniveau • impact instituties: aanbod aan opportuniteiten om met pensioen te gaan of omgekeerd: motivatie om mensen langer aan het werk te houden • waarden en normen: zich conformeren aan gedrag van anderen (referentiegroep cfr theorie van Festinger)
Vervroegd uittreden: bepalende factoren op verschillende niveaus (2) • Mesoniveau: politiek van bedrijven en bedrijfssectoren: bijv. houding van leidinggevende tegenover langer doorwerken
Vervroegd uittreden: bepalende factoren op verschillende niveaus (3) • Microniveau: waarom stappen mensen vervroegd uit? • Vrijheid - blijheid motief • Zwaarte van het werk • Plaats maken voor jongeren • Gezondheidsredenen
Focus bijdrage (1) • Microniveau: 3 vragen 1) Welke is de door de Vlaming gewenste en verwachte pensioenleeftijd? gewenste pensioenleeftijd = uiting van een persoonlijke norm, leeftijd waarop iemand graag met pensioen wil gaan; verwachte pensioenleeftijd = leeftijd waarop iemand denkt effectief met pensioen te kunnen gaan, rekening houdend met een aantal maatschappelijke overwegingen 2) Verschilt gewenste van verwachte pensioenleeftijd? 3) Welke factoren zijn bepalend om vroeger (of later) dan verwacht met pensioen te gaan? Zowel sociaaldemografische, jobgerelateerde als pensioengerelateerde factoren zouden van invloed zijn (literatuuroverzicht).
Focus bijdrage (2) • Sociaaldemografische factoren: leeftijd, geslacht, scholingsgraad, gezondheid, gezinssituatie, financiële situatie, … • Werkgerelateerde factoren: vereisten van de job, jobtevredenheid, … • Pensioengerelateerde factoren: wijze waarop individu anticipeert op pensionering (positief / negatief), al of niet aan pensioenplanning doen, vrees voor sociale isolatie, …
Data • SCV-survey van 2008 met pensioenmodule (nieuw) • Steekproef van 1.500 respondenten, leeftijd van 18 tot 85 jaar • Gelet op verschillende filters in pensioenmodule: ► 620 pp voor gewenste en verwachte pensioenleeftijd afzonderlijk ► 420 pp voor multivariate analyse op verschil tussen gewenste en verwachte pensioenleeftijd (door opname van jobgerelateerde variabelen)
Methode • Binaire logistische regressie • Afhankelijke variabele = gewenste pensioenleeftijd min verwachte pensioenleeftijd (van -24 jaar over 0 tot +15 jaar); samengevoegd tot 0=gewenste pensioenleeftijd gelijk aan of groter dan de verwachte; 1=gewenste pensioenleeftijd kleiner dan verwachte
Variabelen (1) • Onafhankelijke variabelen (categorisch, behalve leeftijd) • Sociaaldemografische: • geslacht (V/M) • leeftijd (40 jaar …… 65 jaar) • perceptie van de gezondheid (goed of heel erg goed; redelijk, slecht of heel erg slecht) • inkomensevaluatie (heel erg moeilijk of moeilijk rondkomen met huidige inkomen; lukt om rond te komen; kan comfortabel leven) • hoogst behaald diploma (lager secundair onderwijs of minder; hoger secundair onderwijs; hoger onderwijs korte of lange type) • woonsituatie (woont niet met een partner; woont met een partner)
Variabelen (2) • Onafhankelijke variabelen • Jobgerelateerde variabelen: • sector van tewerkstelling (zelfstandige; overheid; privé sector), • tevredenheid met loon (zeer ontevreden of eerder ontevreden; niet ontevreden / niet tevreden; eerder tevreden of zeer tevreden) • tevredenheid met werkzekerheid (idem) • tevredenheid met gebruik van kennis en vaardigheden • tevredenheid met jobinhoud • tevredenheid met fysieke werkomstandigheden • tevredenheid met werkdruk • tevredenheid met uurregeling • tevredenheid met bijleren • tevredenheid met werk in zijn geheel
Variabelen (3) • Onafhankelijke variabelen • Pensioengerelateerde variabelen: • in SCV-survey enerzijds harde data bijv. al of niet aanvullend pensioen, al of niet pensioensparen (deels uitvloeisel van pensioenplanning), anderzijds attitude-vraag • Keuze voor attitude vraag nl zorgen over uitbetaling pensioenen in de toekomst (geen, weinig, beetje, veel, zeer veel zorgen); opname van gegeven over aanvullend pensioen zou aantal respondenten nogmaals beperken.
Paar resultaten rond pensioenplanning • Aanvullend pensioen: • 49% van de Vlamingen • 55% M en 39% V • geen verschil tussen min 40-jarigen en plus 40-jarigen • is vaker het geval voor bij personen met goede financiële situatie • Pensioensparen (via eigen ind. pensioenspaarrekening of spaarverzekering met recht op fiscale aftrek of via ind. levensverzekering met fiscale aftrek): • 61% van de Vlamingen • 65% M en 58% V • 50% bij min 40-jarigen en 69% bij plus 40-jarigen • aandeel hoger naarmate financiële situatie beter is (toch nog 40% bij degenen die met hun inkomen moeilijk tot zeer moeilijk rondkomen)
Bepalende factoren voor gewenste/verwachte pensioenleeftijd • Leeftijd
Resultaten: Wensen en verwachtingen aan elkaar gerelateerd (1) • Gewenste pensioenleeftijd min verwachte pensioenleeftijd: • van -24 jaar tot +15 jaar • negatieve waarde = gewenste pensioenleeftijd lager dan verwachte • positieve waarde = gewenste pensioenleeftijd hoger dan verwachte • 0 = beide vallen samen
Resultaten: Wensen en verwachtingen aan elkaar gerelateerd (2)
Logistische regressie (1) • 3 modellen • 1ste model: introductie van sociaaldemografische variabelen • 2de model: toevoeging van jobgerelateerde variabelen • 3de model: toevoeging van pensioengerelateerde variabele
Logistische regressie (2) • 1ste model met sociaaldemografische kenmerken ► 3 factoren van belang • vrouwen grotere kans om pensioenleeftijd te wensen lager dan de verwachte • naarmate individu ouder is, meer kans een hogere pensioenleeftijd te wensen dan verwacht • wie in goede gezondheid verkeert, heeft meer kans om langer aan arbeidsmarkt te participeren • Nagelkerke R²=0,14
Logistische regressie (3) • 2de model: introductie van werkgerelateerde variabelen • effect van geslacht en leeftijd blijft overeind. • sector tewerkstelling: zelfstandigen willen langer doorgaan. • groot netto effect van tevredenheid jobinhoud: wie zeer of eerder ontevreden is over de inhoud van de job heeft, gerefereerd aan degene die zeer of eerder tevreden is, meer kans om eerder te stoppen. • effect 2 andere jobgerelateerde variabelen niet in lijn van verwachtingen (tevredenheid met fysieke werkomstandigheden, met werk in zijn geheel): degenen die noch ontevreden noch tevreden zijn maken grotere kans om langer te participeren gerefereerd aan degenen die eerder of zeer tevreden zijn. • Nagelkerke R² = 0,23
Logistische regressie (4) • 3de model: toevoeging van een pensioengerelateerde factor • effect van geslacht en leeftijd blijft overeind, effect sector tewerkstelling verdwijnt, tevredenheid over jobinhoud blijft. • degenen die zich weinig of geen zorgen maken over (uitbetaling van) pensioenen in toekomst hebben gerefereerd aan degenen die in grote mate bezorgd zijn, de intentie later met pensioen te gaan. • attitudevariabele biedt extra verklaring: Nagelkerke R² = 0,26
Conclusies (1) • Belang om zicht te krijgen op factoren die invloed kunnen hebben op voorkeur van werkenden mbt met pensioen gaan ►wensen en plannen tav timing uittrede hebben hoge voorspellende waarde. • Onderzoek invloed verschillende factoren op wenselijkheid vroeger dan verwacht uit te treden: zowel sociaaldemografische, jobgerelateerde als pensioengerelateerde factoren hebben impact. • Onder de sociaaldemografische: leeftijd veruit belangrijkst. Verklaring: selectie-effect maar ook grotere bewustwording van ‘waarde van werk’ naarmate dichter bij pensioenleeftijd?
Conclusies (2) • Jobgerelateerde factoren: tevredenheid over jobinhoud (concrete uitvoering van job, boeiende verantwoordelijkheid en daaraan verbonden mogelijkheden, afwisselend aspect, …) telt. • Tevredenheid over randvoorwaarden (kunnen bijleren, uurregeling, ed,) heeft geen impact. • Rol voor werkgevers? Werkgevers met positieve beeldvorming over oudere werknemers kunnen volgens onderzoek inzetbaarheid van ouderen verhogen. Cfr Nederlandse studie: bij aantrekkelijke werkomgeving in termen bijv. van uitdagend werk kan half jaar uitstel van pensionering worden bekomen.
Conclusies (3) • Totale verklaarde variantie van het eindmodel = 26%. Vermoeden dat er andere factoren zijn die aan de aandacht zijn ontsnapt. Volgende stap: zicht krijgen op die factoren. • Belang van een voldoende groot aantal respondenten om diepgaander analyse mogelijk te maken.