1 / 25

College 2

College 2. Between-subject en within-subject designs Counterbalancen en randomiseren van volgorde Interne en externe validiteit Literatuur: Elmes, Kantowitz & Roediger III, Hs. 5. Te koop bij de diktatencentrale. BETWEEN-subject en WITHIN-subject designs.

manon
Download Presentation

College 2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. College 2 • Between-subject en within-subject designs • Counterbalancen en randomiseren van volgorde • Interne en externe validiteit • Literatuur: Elmes, Kantowitz & Roediger III, Hs. 5. Te koop bij de diktatencentrale.

  2. BETWEEN-subject en WITHIN-subject designs • Between-subject design: elk subject krijgt 1 conditie. • Within-subject design: elk subject krijgt alle condities. • Mixed design:zowel een between als een within component.

  3. Between-subject design:

  4. Within-subject design:

  5. Mixed design: • Vooruitgang = Nameting - Voormeting • Gem. vooruitgang bij treatmentgroep = (5+3+4)/3 - (3+1+2)/3 = 4 - 2 = 2 • Gem. vooruitgang bij controlegroep = (2+4+0)/3 - (4+7+1)/3 = 2 - 4 = -2 • Effect van treatment vs. controle = 2 - (-2) = 4.

  6. Voordelen van within-subject designs • Subject-verschillen kunnen niet tot storende variabelen leiden. • Efficienter, er zijn minder subjecten nodig. • Je kan soms zelfs per subject een conclusie trekken.

  7. Nadelen van within-subject designs • Tijds-verschillen kunnen tot storende variabelen leiden, als er geen adequate controle maatregelen worden genomen. • Carry-over effecten: de subjecten veranderen tgv. eerdere condities (leren, oefenen, vermoeidheid). • Rijping effecten: de subjecten veranderen autonoom (veroudering, groei, spontane genezing).

  8. COUNTERBALANCEN EN RANDOMISATIE VAN VOLGORDE • Dit zijn “controle maatregelen” die van een within-subject design een ZUIVER EXPERIMENT te maken. • Randomisatie van de volgorde • Intra-group • Intra-subject • Counterbalancen • Intra-group • Intra-subject

  9. 1.a. Intra-group Randomisatie van de Volgorde • Procedure • De volgorde wordt voor elk subject opnieuw at random bepaald. • Gevolg • In de groep worden alle condities gemiddeld in ongeveer dezelfde fase gegeven.

  10. 1.b. Intra-subject Randomisatie van de Volgorde • Procedure • Elk subject krijgt elke conditie heel vaak, in een random volgorde. • Gevolg • Bij elk subject worden alle condities gemiddeld in ongeveer dezelfde fase gegeven.

  11. 2.a. Intra-group Counterbalancen • Procedure • Er wordt een “gebalanceerde” lijst van volgorden gemaakt. Elk subject krijgt at random 1 van de volgorden op de lijst. • Gevolg • In de groep worden alle condities gemiddeld in precies dezelfde fase gegeven.

  12. 2.b. Intra-subject counterbalancen • Procedure • Elk subject krijgt de condities in meerdere, uitgekiende volgorden. • Gevolg • Bij elk subject worden alle condities gemiddeld in precies dezelfde fase gegeven.

  13. Within-subject designs: Voorbeeld II (naar Dion, 1972)

  14. Condities: fysiek aantrekkelijk / onaantrekkelijk kind op foto. • Afhankelijke variabele: Hoe groot acht je de kans dat het kind in de toekomst weer zoiets agressiefs zal doen?

  15. Resultaten • Effect van aantrekkelijkheid: • (2.7 + 3.6)/2 - (4.1 + 3.2)/2 = -0.5.

  16. Design: • Elk subject krijgt beide condities • Dit is een within-subject design. • Controle maatregelen: • Elk conditie wordt gepresenteerd bij beide groepen, met beide verhalen. • De groep is geen storende variabele! Het verhaal is geen storende variabele! • Het berekende verschil wordt uitsluitend veroorzaakt door de foto’s. • Dit is een zuiver experiment.

  17. INTERNE VALIDITEIT • Validiteit = geldigheid • Interne validiteit = de zekerheid waarmee kan worden geconcludeerd dat de onafhankelijke variabele (zoals gemanipuleerd) binnen het experiment (met deze subjecten, deze omstandigheden) invloed heeft gehad op de afhankelijke variabele (zoals gemeten)

  18. Hiervoor is nodig: • Een zuiver experiment, of • Een quasi-experiment met aanvullend bewijs dat de alternatieve verklaringen niet kloppen.

  19. EXTERNE VALIDITEIT • De zekerheid waarmee de resultaten (dwz de gemiddelden) kunnen worden gegeneraliseerd naar bepaalde doelpopulaties en doel-omstandigheden buiten het experiment.

  20. Hiervoor is nodig: • Een grote, aselecte steekproef uit de doelpopulatie, en • Onderzoek in omstandigheden die veel lijken op de doel-omstandigheden.

  21. Randomisatie en validiteit Doelpopulatie en doelsituatie Steekproef Groep 1 Groep 2 Random selectie Extern valide Random splitsing Intern valide

More Related