1.1k likes | 1.67k Views
Instructeur B Voetbal (Getuigschrift B) Ontwikkelingsleer. Ontwikkelingsleer. Inleiding en situering Lichamelijke ontwikkeling Conditionele ontwikkeling Motorische ontwikkeling Invloeden op de ontwikkeling Talentdetectie en talentselectie. 1. Inleiding en situering. Referentiekader
E N D
Ontwikkelingsleer • Inleiding en situering • Lichamelijke ontwikkeling • Conditionele ontwikkeling • Motorische ontwikkeling • Invloeden op de ontwikkeling • Talentdetectie en talentselectie
1. Inleiding en situering • Referentiekader • Begrippen
1.1 Referentiekader genetisch bepaald normale lichamelijke ontwikkeling normale motorische ontwikkeling 80% 20% omgevingsinvloeden motorische leerprocessen training sociale en culturele invloeden intellectuele invloeden psychosociale invloeden
1.2 Begrippen biologische groei maturatie ontwikkeling natuurlijke ontwikkeling normale ontwikkeling verstoorde ontwikkeling nature nurture biologische leeftijd kalenderleeftijd skeletale leeftijd
1.2 Begrippen • biologische groei • toename van de grootte van het lichaam als geheel • toename van de grootte van bepaalde onderdelen • oorzaken van groei: • hypertrofie (grootte van cellen) • hyperplasie (aantal van cellen) • accretie (intracellulaire vloeistof ifv structuur)
1.2 Begrippen • maturatie • verwijst naar het tempo en de timing van de biologische groei • timing en tempo van de biologische groei is afhankelijk van het lichaamsonderdeel • kinderen verschillen onderling • zeer sterk in tempo en timing
1.2 Begrippen • ontwikkeling • omvat groei, tempo en timing • houdt rekening met sociale, culturele, emotionele, intellectuele invloeden • voor geboorte (genetisch) • na geboorte (genetisch en omgeving) • lichamelijke ontwikkeling • motorische ontwikkeling • …
1.2 Begrippen • natuurlijke ontwikkeling • ontwikkeling zoals die zou verlopen als alleen genetische factoren een rol spelen • erfelijke kenmerken bepalen voor meer dan 80% groei, tempo, timing, lichaamsstructuur • normale ontwikkeling • de invloed van omgevingsfactoren wordt mee in rekening gebracht (20%) • omgevingsinvloeden beïnvloeden de ontwikkeling die door de genetische aanleg bepaald wordt • verstoorde ontwikkeling • afwijking van de normale ontwikkeling • afwijkingen kunnen genetisch bepaald zijn, maar kunnen ook door de omgeving worden veroorzaakt
1.2 Begrippen nature groei, maturatie en ontwikkeling die alleen door de genetische aanleg wordt gestuurd nurture invloed van de omgeving op de groei, maturatie en ontwikkeling
1.2 Begrippen • kalenderleeftijd • leeftijd volgens de kalender • grote niveauverschillen tussen leeftijdsgenoten • biologische leeftijd • leeftijd in het proces op weg naar volwassenheid (ten opzichte van de gemiddelde populatie) • niet noodzakelijk = aan kalenderleeftijd • vnl. erfelijke factoren • storende factor bij talentdetectie en talentselectie • skeletale leeftijd • maat voor graad van volwassenheid van het skelet en beenderen
2. Lichamelijke ontwikkeling • Ontwikkelingspatronen • Gestalte en gewicht • Lichaamssamenstelling • Botten • Spieren • Hart, bloedsomloop en ademhaling • Hormonen • Zenuwstelsel
2.1 Ontwikkelingspatronen • hormonale veranderingen • snelle lichamelijke ontwikkeling • snelle geslachtelijke ontwikkeling • gedragsveranderingen • puberteit is gedragsmatig • adolescentie is lichamelijk en gedragsmatig snelle groei in alle lichaamsweefsels, organen, structuren • relatief trage lichamelijke ontwikkeling • trage geslachtelijke ontwikkeling • snelle neurale ontwikkeling • motorische ontwikkeling voltooiing van groei en ontwikkeling
2.1 Ontwikkelingspatronen • kenmerken • vereenvoudiging van de grote variatie in individuele ontwikkeling geeft duidelijk de verschillen in ontwikkeling tussen de verschillende weefsels, organen, structuren, … • ontwikkeling = combinatie van: • genen • hormonen • voeding • omgevingsfactoren
2.1 Ontwikkelingspatronen • kenmerken • S-vormig (sygmoïd) • gestalte, gewicht, spiermassa, botten, lichaamsdimensies, ademhaling, hart, bloedvaten, spijsvertering, urinesysteem • snelle groei • geleidelijke groei • groeiversnelling (groeispurt) • voltooiing van de groei • timing + groeisnelheid = • individueel verschillend • kleine interindividuele variatie • + variatie wordt groter • grote interindividuele variatie
2.1 Ontwikkelingspatronen • kenmerken • hersenen, zenuwstelsel, ogen, bovenste deel van het gelaat, delen van de schedel • zeer snelle groei • groei vertraagt, rond 8 jaar > 90% volgroeid • + trage groeivoltooiing • snelle ontwikkeling geeft op jonge • leeftijd coördinatieproblemen • kleine interindividuele variatie • + variatie wordt groter • grote interindividuele variatie
2.1 Ontwikkelingspatronen • kenmerken • primaire geslachtskenmerken • eierstokken/eileiders, baarmoeder/vagina, teelballen, prostaat/penis • secundaire geslachtskenmerken • borsten, haar rond geslachtsorganen, strottenhoofd, baard en snor • relatief snelle groei • bijna geen groei • groeiversnelling (groeispurt) • voltooiing van de groei • timing + groeisnelheid = • individueel verschillend • kleine interindividuele variatie • + variatie wordt groter • grote interindividuele variatie
2.1 Ontwikkelingspatronen • Kenmerken • lymfeklieren, thymusklier, appendix, lymfeweefsel in de darm (regulators immuunsysteem) • zeer snelle groei • zeer snelle groei • + maximum ±11 jaar (200%) • dan vermindering immuniteit • timing + groeisnelheid = • individueel verschillend • kleine interindividuele variatie • + variatie wordt groter • grote interindividuele variatie
2.2 Gestalte en gewicht • relevantie voor de trainingspraktijk • gestalte en gewicht zijn belangrijk voor elke sport • fysiek profiel voetballer vs gymnast • fysiek profiel van een targetspits, centrale verdediger, doelman, flankaanvaller, … • zeer duidelijk: • algemeen ontwikkelingspatroon • groeispurt • variatie in groei • variatie in groeisnelheden • ontstaan van geslachtsverschillen • nadelen van vroegtijdige specialisatie omwille van gestalte! • waar zet een coach die niets weet over ontwikkeling zijn grootste of kleinste jeugdspeler meestal en waar zeker niet? • levert dit de beste opleiding op of het beste resultaat in het weekend?
2.2 Gestalte en gewicht snelle groei geleidelijke groei groeiversnelling (groeispurt) voltooiing van de groei kleine interindividuele variatie + variatie wordt groter grote interindividuele variatie
2.2 Gestalte en gewicht • snellere groei dan gemiddeld en • max. groeivoorsprong op 1 jaar • tragere groei dan gemiddeld en • max. groeiachterstand op 8 jaar • grotere groeiversnelling (groeispurt) dan gemiddeld • voltooiing van de groei, gelijk • aan gemiddeld • variatie in groeisnelheden • percentielen: p97 – p95- p90 – p75 - p50 - p25 – p10 – p5 – p3
2.2 Gestalte en gewicht • oorzaken van verschillen • kleinere PHV bij meisjes (2cm/jaar) • pre-adolescente groei bij jongens duurt 2 jaar langer (5cm/jaar) • groei bij meisjes stopt 2 jaar vroeger
2.2 Gestalte en gewicht gemiddelde PHV ± 14 jaar bij jongens ± 12 jaar bij meisjes PHV -2 jaar PHV -1 jaar PHV +1 jaar PHV +2 jaar vroeg matuur groeivoorsprong gemiddeld matuur laat matuur groeiachterstand wordt weggewerkt tegen de volwassenheid • grotere gestalte • groter gewicht • bredere heupen, smallere schouders • kortere beenlengte • meer vetmassa • meer spiermassa • grotere botbreedte
2.2 Gestalte en gewicht gewicht kenmerken gewicht jongens en meisjes ongeveer gelijk gewichtstoename jongens en meisjes ongeveer gelijk, jongens iets groter gewicht groeispurt van meisjes begint vroeger, meisjes tijdelijk iets zwaarder dan jongens jongens zwaarder dan meisjes grote verschillen in gewicht
2.2 Gestalte en gewicht • oorzaken van verschillen • kleinere PeakWeightVelocity (PWV) bij meisjes • pre-adolescente gewichtstoename bij jongens duurt 2 jaar langer • gewichtstoename bij meisjes • stopt 2 jaar vroeger
gewicht gestalte² 85 kg (1,90m)² 2.2 Gestalte en gewicht Body Mass Index (BMI) 20 25 30 ondergewicht normaal gewicht overgewicht obesitas • tijdens adolescentie is BMI niet betrouwbaar: • eerst groeispurt • dan pas gewichtstoename
2.3 Lichaamssamenstelling relevantie voor de trainingspraktijk water eiwitten mineralen vetten uithouding- sporten kracht- sporten belastende en zeer energetische sporten zwemmen • een kind heeft procentueel meer lichaamswater dan volwassenen: • kan het kind dan beter de lichaamswarmte regelen? • neen want: • kleinere zweetcapaciteit • kleinere mechanische efficiëntie • extreme hitte: overvloedig drinken (steeds belangrijk!) • koude: opgelet want kinderen koelen zeer gemakkelijk af
2.3 Lichaamssamenstelling ontwikkeling water eiwitten • absoluut volume: sygmoïde toename • procentueel volume: • afname met 10-15% jongens hebben vanaf de adolescentie meer lichaamswater dan meisjes procentuele toename met 5% mineralen procentuele toename met 3%
2.3 Lichaamssamenstelling ontwikkeling • vetmassa • voor de adolescentie: weinig geslachtsverschillen • tijdens groeispurt: • sterke toename bij vrouwen • constante vetmassa bij mannen • volwassenheid: • vrouwen ±150% van de vetmassa van mannen (10 vs 14kg) vetten • vetmassa stijgt • van 10 naar 15% bij mannen • van 10 naar 25% bij vrouwen • vetvrije massa daalt • van 90 naar 85% bij mannen • van 90 naar 75% bij vrouwen
2.3 Lichaamssamenstelling ontwikkeling vetten • toename vetmassa • eerste levensjaar: hypertrofie • kindertijd en adolescentie: hyperplasie = kritieke periode • vetverdeling • intern vetweefsel rond organen: vooral toename tijdens de kindertijd • onderhuidse vetweefsel (isolatie, bescherming, metabolisme): is sterk verdeeld over het lichaam en ontwikkelt zich vooral tijdens de adolescentie • appeltype vs peertype
2.3 Lichaamssamenstelling lichaamstypes • endomorf • bolronde lichaamstype • ronde buik en romp • veel onderhuids vet • mesomorf • zware atletische lichaamsbouw • veel spiermassa • grote botbreedte • weinig onderhuids vet • brede schouders • ectomorf • lang en smal • weinig onderhuids vet • zeer lange romp en ledematen
2.3 Lichaamssamenstelling lichaamstypes 2-5-2 voetballer 2-4-4 afstandsloper 4-8-1 powerlifter
2.4 Botten relevantie voor de trainingspraktijk • botbreuken bij kinderen • groeischijven van kinderen • onaangepaste belasting kan leiden tot een verkalking van pezen miniatuurmodel van het bot kraakbeen continu proces van botaanmaak en botafbraak door osteoblasten en osteoclasten lengtegroei en breedtegroei van het bot verschillen in botontwikkeling lange botten ontwikkelen meestal voor de korte botten bij meisjes is de botontwikkeling meestal vroeger voltooid geslachtsverschillen in botbreedte treden pas op na de adolescentie botverkalking (osteocyten) einde van botverkalking en einde van lengtegroei vallen meestal samen
2.5 Spieren relevantie voor de trainingspraktijk • veranderingen in: • spiermassa, spieromtrek, spierdikte • contractiele eigenschappen • metabole eigenschappen • weten wanneer geslachtsverschillen ontstaan zodat oefeningen kunnen aangepast worden • lactaatverwijdering is minder efficiënt bij kinderen waardoor er bijzondere aandacht moet zijn voor de opeenvolging van verschillende trainingen
2.5 Spieren ontwikkeling • spiermassa • spiervezeldiameter neemt toe naarmate een kind ouder wordt • spiermassa van jongens en meisjes verschilt niet tot de adolescentie, daarna wel • spiermassa van jongens vergroot tot 17 jaar (50% gewicht) • spiermassa van meisjes vergroot tot 13 jaar (40-50% gewicht) • reden: hormonale veranderingen bij meisjes • geslachtsverschillen in spiermassa zijn groter in de spieren van het bovenlichaam dan in de spieren van het onderlichaam
2.5 Spieren ontwikkeling • contractiele eigenschappen • over geslachtsverschillen in spiervezeltypes bestaat geen zekerheid • spiervezeldiameter (SVD) • tot de adolescentie: SVD bij jongens en meisjes gelijk • na adolescentie: SVD van jongens wordt groter dan bij meisjes • spiervezellengte: spiervezellengte vergroot tijdens de groei
2.5 Spieren ontwikkeling • metabole eigenschappen => ifv energielevering aan het lichaam • oxidatieve capaciteit van de spiervezels neemt sterk toe tijdens de ontwikkeling
2.6 Hart, bloedsomloop en ademhaling relevantie voor de trainingspraktijk • veranderingen in ademhalingssysteem en bloedcirculatie hebben een impact op elke sportactiviteit • volwassenen en kinderen reageren anders op inspanningen
2.6 Hart, bloedsomloop en ademhaling structurele aanpassingen
2.6 Hart, bloedsomloop en ademhaling structurele aanpassingen • structuur van het hart (grootte, volume, hartritme, slagvolume, cardiale output, bloeddruk) wordt gunstiger voor het leveren van aërobe en anaërobe inspanningen naarmate men ouder wordt • nochtans is er geen enkele fysiologische belemmering voor het leveren van aërobe inspanningen door kinderen
2.6 Hart, bloedsomloop en ademhaling samenstelling van het bloed
2.6 Hart, bloedsomloop en ademhaling samenstelling van het bloed de bloedsamenstelling (hemoglobine, rode en witte bloedcellen, hematocriet, bloedevtten, lipoproteïnen, bloedvolume) wordt tijdens de ontwikkeling gunstiger voor het leveren van aërobe en anaërobe inspanningen
2.6 Hart, bloedsomloop en ademhaling ademhaling de ademhaling (longen, longvolume, ademfrequentie, ademvolumes en ademcapaciteiten) wordt tijdens de ontwikkeling gunstiger voor het leveren van aërobe en anaërobe inspanningen
voeding genen (80%) lichamelijke ontwikkeling hormonen zenuwstelsel omgeving • tekort of overvloed kan ontwikkelingsstoornissen veroorzaken • de hormonen zijn verantwoordelijk voor het verschil in lichamelijke ontwikkeling tussen mannen en vrouwen • door doping probeert men dezelfde verschillen in lichamelijke ontwikkeling te veroorzaken 2.7 Hormonen relevantie voor de trainingspraktijk
2.7 Hormonen ontwikkeling • groeihormoon • regelt de normale lichamelijke groei (ev. groeiachterstand) • concentratie = constant tijdens ontwikkeling • schildklierhormonen • regelt de normale lichamelijke groei, botontwikkeling en ontwikkeling van lichaamsweefsels, geslachtshormonen (androgenen, testosteron) • regelt de normale lichamelijke groei, sexuelematuratie, toename in spiermassa en fusie tussen de groeischijven • bij mannen (testosteron en androgenen): meer spiermassa • bij vrouwen (oestrogenen): betere botverkalking, ophoping van vet in heup en borsten • insuline • regelt het metabolisme van de koolhydraten en proteïnen voor het vormen van spiermassa
2.8 Zenuwstelsel relevantie voor de trainingspraktijk • belangrijke factor in de ontwikkeling van de motoriek • vele vaardigheden ontwikkelen zich spontaan uit reflexmatige bewegingen • vanaf jonge leeftijd moet een zo groot mogelijke variatie aan bewegingsimpulsen gegeven worden om het zenuwstelsel zo gevarieerd mogelijk te ontwikkelen
2.8 Zenuwstelsel ontwikkeling eerst ontwikkeling van ruggenmerg en lage hersenstructuren reflexen en reactievermogen primitieve of locomotorische reflexen moro reflex: ontwikkelt later tot kruipen, gaan, zwemmen, … posturale reflexen correctie van evenwichtstoringen dan pas ontwikkeling van hogere hersenstructuren (motorische cortex) gecontroleerde grootmotoriek en fijnmotoriek vanaf 5 maanden eerst trage bewegingen omwille van trage geleidingssnelheid van spiervezels later ontwikkelen snellere bewegingen
3. Motorische ontwikkeling Inleiding Conditionele eigenschappen
fundamentele bewegingsvaardigheden sportspecifieke bewegingsvaardigheden conditionele ontwikkeling motorische ontwikkeling lichamelijke ontwikkeling 3.1 Inleiding afbakening INVLOED • gestalte • gewicht • lichaamssamenstelling • botten • spieren • hart • bloedsomloop • ademhaling • hormonen • zenuwstelsel • lenigheid • kracht • snelheid • uithouding • coördinatie • evenwicht