500 likes | 1.19k Views
NZO Symposium ‘ Zuivel & Bloeddruk: Theorie en praktijk ’ , 11 december 2008. Zuivel en Bloeddruk. Prof. Jacqueline M. Dekker. “The changing phenotype of the human species”. EA Gale, Diabetologia 2004. Prothrombotische status. Lichte mate inflammatie. CVD en Diabetes. Hyper-
E N D
NZO Symposium ‘Zuivel & Bloeddruk: Theorie en praktijk’ , 11 december 2008 Zuivel en Bloeddruk Prof. Jacqueline M. Dekker
“The changing phenotype of the human species” EA Gale, Diabetologia 2004
Prothrombotische status Lichte mate inflammatie CVD en Diabetes Hyper- glycemie Dyslipidemie Hypertensie Genetica+ Leefstijl Metabool Syndroom
Zuivel en Bloeddruk Nederlandse data Observationeel onderzoek Interventie studies
De Hoornstudie • Steekproef bevolkingsregister Hoorn • Baseline 1989-1990 • 2484 mannen en vrouwen • 50-75 jaar • Lichamelijk onderzoek • Nuchter en 2-uursglucose • Bloeddruk, antropometrie • Totaal en HDL cholesterol, triglyceriden • Vragenlijsten • Leefstijl, ziektegeschiedenis …..
De Hoornstudie • Heronderzoek in de Hoornstudie • 1996-1998: 1513 deelnemers • Lichamelijk onderzoek • Nuchter en 2-uursglucose • Bloeddruk, antropometrie • Totaal en HDL cholesterol, triglyceriden • Vragenlijsten • Leefstijl, ziektegeschiedenis …..
Voedselfrequentievragenlijsten • 1989/1990 ism TNO • Grootenhuis PA et al. • A semi-quantitative food frequency questionnaire for use in epidemiologic research among the elderly: validation by comparison with dietary history. Journal of Clinical Epidemiology 1995; 48: 859-68.
Populatie-karakteristieken in kwartielen van zuivelconsumptie - Hoornstudie 1989
Zuivel en cardiovaculaire risicofactoren regressie-analyse: β (p-waarde) Gecorrigeerd voor energie, alcohol en vezel-inname, roken, lichamelijk activiteit, opleiding en inkomen, en gebruik van antihypertensa Snijder, Am J Clin Nutr 2007
Zuivel en cardiovaculaire risicofactoren regressie-analyse: β (p-waarde) Gecorrigeerd voor energie, alcohol en vezel-inname, roken, lichamelijk activiteit, opleiding en inkomen, en gebruik van antihypertensa Snijder, Am J Clin Nutr 2007
Geen relatie zuivel en 6-jaars verandering in cardiovaculaire risicofactoren • N=1124 • Geen interacties met: • BMI • Hypertensie • Ca • Geen verschil voor type zuivel Snijder,Obesity 2008
Voedselconsumptiepatronen en cardiovasculaire risicofactoren • MORGEN Studie, Amsterdam, Maastricht, Doetinchem • 9321 mannen en 10 429 vrouwen, 20-65 jaar • zonder diabetes, CVD, dieet (690 antihypt) • 1993-1996 • 178 item voedselfequentievragenlijst Van Dam, Am J Clin Nutr 2003
Voedselconsumptiepatronen en cardiovasculaire risicofactoren • Zuivel • >0.02 g vet , gem 130 g/dag • ≤0.02 g vet, gem 252.4 g/dag • 3 patronen: cosmopolitan traditional refined Factor loading: • >.02 vet -0.21 -0.25 -0.20 • ≤.02 vet - -0.41 -0.17 Van Dam, Am J Clin Nutr 2003
Voedselconsumptiepatronen en cardiovasculaire risicofactoren Van Dam, Am J Clin Nutr 2003
Zuivel en Bloeddruk Nederlandse data Observationeel onderzoek Interventie studies
Voedingspatroon en 5-jaar bloeddruk verandering - SU.VI.MAX cohort Franse interventiestudie met antioxidanten Cross sectioneel: • 1937 mannen, 42–63 jaar • 2715 vrouwen, 35–63 jaar • ≥ 3 24h dietary recalls in 6 maanden Prospectief • 841 mannen en 1500 vrouwen Douchet Am J Clin Nutr 2007
Voedingspatroon en bloeddruk SU.VI.MAX cohort 1: age, sex, interv, energy 2: possible confounders Douchet Am J Clin Nutr 2007
Voedingspatroon en 5-jaar bloeddruk verandering - SU.VI.MAX cohort 1: age, sex, interv, energy, baselin BP 2: possible confounders Douchet Am J Clin Nutr 2007
Zuivel en de 15-jaars incidentie van verhoogde bloeddruk in de CARDIA Study • Coronary Artery Risk Development in Young Adults in de VS • N= 3157, 18-30 jarigen in 1985-1986 • Dietary history bij baseline en na 7 jaar: gemiddelden (r~0.4 voor zuivel) • Bloeddruk meting: t=0,2,5,7,10,15 jaar • Verhoogde bloeddruk: ≥130/85 of medicatie Steffen et al. Am J Clin Nutr 2005
Zuivel en 15-jaars incidentie van verhoogde bloeddruk in jong-volwassenen - CARDIA
Zuivel en de 15-jaars incidentie van verhoogde bloeddruk in de CARDIA Study Steffen et al. Am J Clin Nutr 2005
Zuivel en cardiovasculaire risicofactoren in de CARDIA Study Perreira at al. JAMA 2004
Zuivel, Calcium, Vit D en Hypertensie in 28.886 vrouwen – Women’s Health Study • Gerandomiseerde dubbelblinde interventie met aspirine, vit E en B-caroteen • Vrouwen in de gezondheidszorg, ≥ 45 zonder hart- en vaatziekten of kanker • 131 item semi-kwantitatieve voedselvragenlijst • Jaarlijkste follow-up vragenlijsten: zelfgerapporteerd bloeddruk ≥ 140/90 of diagnose van hypertensie of medicatie • Zuivelconsumptie variatie van 0.6/dag in het laagste quintiel – 3.7/dag in het hoogste Wang, Hypertension 2008
Zuivel, Calcium, Vit D en Hypertensie in 28.886 vrouwen – Women’s Health Study Wang, Hypertension 2008
Zuivel, Calcium, Vit D en Hypertensie in 28.886 vrouwen – Women’s Health Study • Calcium en vit D uit de voeding, maar niet uit supplementen waren geassocieerd met hypertensie • Ca verklaarde deel van de relatie met laagvet zuivel Wang, Hypertension 2008
Laag vet zuivel en 2,5 jaars-incidentie van hypertensie: Seguimiento Universidad de Navara (SUN) cohort • 6686 afgestudeerden > 20 jaar • Zonder diabetes, CVD kanker, hypertensie • 136 item Semi-kwantitatieve voedselfrequentie vragenslijst • Follow-up vragenlijst na gem 27 maanden • Zelfgerapporteerde diagnose van hypertensie, laatst gemeten bloeddruk
Laag vet zuivel en 2,5 jaars-incidentie van hypertensie: Seguimiento Universidad de Navara (SUN) cohort
Laag vet zuivel en 2,5 jaars-incidentie van hypertensie: Seguimiento Universidad de Navara (SUN) cohort
Zuivel en bloeddruk in het Franse MONICA chort • 912 mannen uit Lille • 45-64 jaar in 1995-1996 • 3-dagen food record • Bloeddrukmetingen met kwikmeter
“dietary approaches to stop hypertension-dieet’ en 24-jaars risico op hartziekten en beroerte • Nurses Health Study, 88 517 vrouwen, 30-55 in 1976, zonder CHD, beroerte, diabetes • 2-jaarlijse vragenlijsten, 95 % follow-up tot 2004 • 61-item voedselfrequentievragenlijst in 1980, 116 items in 1984, 1986, 1990,1994, 1998, 2002 • DASH score op basis van groente, fruit, laag-vet zuivel, noten en peulvruchten, granen, laag zout, zoete frisdrank, rood vlees • Eindpunten geverifieerd in ziekenhuis-dossiers
“dietary approaches to stop hypertension-dieet’ en 24-jaars risico op hartziekten en beroerte - Nurses Health Study
“dietary approaches to stop hypertension-dieet’ en 24-jaars risico op hartziektenNurses Health Study
DASH diet and CHD risk in women- according to baseline risk factor status BMI Smoking Phys act Hypt Fung. Arch Int Med 2008
“dietary approaches to stop hypertension-dieet’ en 24-jaars risico op beroerteNurses Health Study
Zuivel en Bloeddruk Nederlandse data Observationeel onderzoek Interventie studies
Gewichtsverlies en bloeddruk • Meta-analyse van gerandomiseerde gecontroleerde studies • 25 trials gpubliceerd 1978-2002 • 34 strata met 4874 mensen Neter, Hypertension 2003
Gewichtsverlies en bloeddruk Neter, Hypertension 2003
Gewichtsverlies en bloeddruk • ~ 1 mm Hg per kg gewichtsverlies, • Groter effect bij mensenmet hypertensie Neter, Hypertension 2003
A clinical trial of the effects of dietary patterns on blood pressure- DASH • 459 mannen en vrouwen ≥ 22 jaar • Geen gebruik van antihyperensiva • Bloeddruk < 160/ 80-95 mm Hg • Exclusie: niet goed ingestelde diabetes, CVD < 6 mnd, hyperlipidemie, BMI >35, nierziekte, alcohol > 14 consumpties/wk • Interventie: screening fase (herhaald bloeddrukmetingen) run-in fase (allen controle dieet), inventie van 8 weken Appel, NEJM 1997
DASH • Controle dieet: 36 % vet, 14 % verzadigd, 51 En% koolhydraten, 14 % eiwit • Groenten en fruit-dieet: meer groente (3 servings/dag) en fruit (5 stuks/dag), verder vergelijkbaar met controle • Combinatie-dieet: veel fruit (5/dag), groenten (4/dag), laag-vet zuivel (2 servings/dag), minder vet (ook minder vlees), verzadigd vet, cholesterol • Zelfde hoeveelheid Na • Gecontroleerde voedselverstrekking Appel, NEJM 1997
DASH Appel, NEJM 1997
DASH Appel, NEJM 1997
Bloeddruk verandering bij afvallen in relatie tot het type dieet • Gerandomiseerde leefstijl interventie van 12 weken • 64 mannen BMI 25-35, >25 jaar, BP ≥120/80, zonder CVD <6 mnd, geen type 1 diabetes, < 30 alcoholische consumpties/wk • 24uurs dietary records op t=0 (gem van 2), en gem van (2,4, 8,12) weken • Bloeddruk metingen: zelf-monitoring thuis • Beide groepen: goal setting voor dieet en lichamelijke activiteit
Bloeddruk verandering bij afvallen in relatie tot het type dieet • ‘WELL” Interventie: schriftelijke info dieet, tips • ≥ 4 porties fruit/vruchtensap, • ≥ 4 porties groeten/salades • ≥ 3 porties laag-vet zuivel • ≥ 3 * vis/week • ≥ 1 * peulvruchten/week • 4 porties ongezouten noten/zaden/week • Niet meer dan 2* vlees/week, vermijdt boter, zout
Bloeddruk verandering bij afvallen in relatie tot het type dieet • ‘Low Fat” Interventie: schriftelijke advies: • Verlaag hoog energetisch producten • Verlaag verzadigd vet • Kies vooral plantaardige producten • Neem vet-arme zuivel, • Kaas en ijs niet meer dan 2 * /week • Neem mager vlees en vermijd gebakken produkten • Geen specifieke doelen
Beide groepen verloren 5-6 % lichaamsgewicht De WELL groep had een grotere bloeddrukdaling Het belangrijkste verschil tussen de groepen was vet-arme zuivel Bloeddruk verandering bij afvallen in relatie tot het type dieet
The Efficacy of a Clinic-Based Behavioral Nutrition Intervention emphasizing a DASH-Type Diet for Adolescents with Elevated Blood Pressure • Gerandomiseerde 3-maands-leefstijl interventiestudie vanuit de kliniek • 57 adolescenten met systolische of diastolische BP, 90th to 99th percentiel) • 3-dag diet recalls • Beide groepen hadden vergelijkbaar gewichtsverlies • Systolische BP daalde 7.9 % bij de DASH groep versus 1.5% in the RC group (P .01); • Het belangrijkste verschil was vet-arme zuivel
Conclusie: Zuivel en Bloeddruk Observationeel onderzoek: Cross-sectioneel: consistente lagere bloeddruk bij gebruik van magere zuivelprodukten Prospectief: niet helemaal consistent, mogelijk verschil in absolute hoeveelheid Interventiestudies: bloeddrukverlagend effect van gecombineerde dieetinterventies waarvan gebruik van magere zuivel een onderdeel uitmaakt. Voor het aantonen van een oorzakelijk verband met zuivel is aanvullend onderzoek nodig.