1 / 82

De Archaïsche periode

De Archaïsche periode. De Archaïsche periode. Mhnin aeide, qea, Phlhiadew AcilhoV Oulomenhn, h muri AcaioiV alge eqhke. Tijd & Ruimte. Tijdslijn. Minoïsche beschaving. Tijdslijn. Myceense beschaving. Tijdslijn. “Dark Ages”. Tijdslijn. Eerste beschaving in W-E. Bakermat W-E. beschaving

pierce
Download Presentation

De Archaïsche periode

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Archaïsche periode

  2. De Archaïsche periode Mhnin aeide, qea, Phlhiadew AcilhoV Oulomenhn, h muri AcaioiV alge eqhke

  3. Tijd & Ruimte

  4. Tijdslijn Minoïsche beschaving

  5. Tijdslijn Myceense beschaving

  6. Tijdslijn “Dark Ages”

  7. Tijdslijn • Eerste beschaving in W-E. • Bakermat W-E. beschaving • Onderverdeeld Oud-Griekse beschaving

  8. Tijdslijn • arch • -Grote tempels-Schilderkunst-Beeldhouwkunst Archaïsche periode

  9. Tijdslijn • Bloei • Filosofie • Politiek • Literatuur • Muziek • Schilderkunst • Beeldhouwkunst • Architectuur Klassieke periode

  10. Tijdslijn • Verval • 350: Alexander de Grote Hellenistische periode

  11. Tijdslijn De Archaïsche periode

  12. Griekse wereld voor 1000 v.Chr. Doriërs Achaeërs

  13. Invloeden van volksverhuizingen • Bruin aardewerk • Wapens met gevleugelde motieven (ijzer)

  14. Kolonisatie • ontstaan uit tekort aan levensmiddelen in moederstad • blijft verbonden met moederstad • soms enkel functie van tijdelijke aanleghaven

  15. Maatschappij & dagelijks leven

  16. de Griekse maatschappij • standenmaatschappij (vb sparta) homoioi • enigen met politieke rechten • enige taak het voorbereiden van de strijd perioiken • vrije mannen • beoefenden landbouw of ambacht heloten • bewerkten land voor homoioi of waren wapenknecht

  17. voeding • graangewassen: voornamelijk tarwe en gerst • groentes: vnl. uien, linzen, kool, erwten + knoflook en kruiden • fruit: appel, peren granaatappels, vijgen maar vooral olijven! • bijna geen vlees, enkel bij offers • veel vis en andere producten uit de zee • zuivelproducten: kazen en melk van geiten en schapen

  18. munten • systeem ontwikkeld in Anatolië • via klein Azië naar het Griekse vasteland gekomen • eerst munten van electrum (zilver+goud) daarna zilver en enkele bronzen • vanaf 4e eeuw alle soorten van metalen: goud, zilver, brons, electrum • verschillende munteenheden: Obool, lira, stater, drachme, didrachme, tetradrachme, octodrachme, en decadrachme

  19. handel • import: - Zwarte Zee: - graan • - wol • - hout • - Noord-Afrika: - luxegoederen • - Italië ruilhandel met Etrusken: aardewerk ↔ metaal • export: vnl. wijn, olijven (en afgeleide producten) en visproducten

  20. kledij • 2 basiskledingstukken: chiton en himation • gemaakt uit linnen of wol • weinig verschil in kledij tussen man en vrouw • rond het lichaam gewikkeld en vastgemaakt op de schouders • haar lang en los of op de rug samengebonden, versierd bij vrouwen

  21. woning • sober → leven speelde zich buitenshuis af • egale voorgevel met enkel deur en kleine raampjes • van 2 tot een dozijn aan kamers • aparte vertrekken voor mannen en vrouwen

  22. Cultuur

  23. aardewerk • vertellen ons zeer veel over het dagelijks leven • alle soorten taferelen (behalve politieke) • twee soorten: rood met zwarte figuren, en zwart met rode figuren • 7e eeuw: rood aardewerk in Korinthe • eind 6e eeuw zwart aardewerk uit Athene

  24. Dipylon • Dipylon: belangrijkste poort & kerkhof in Athene • Atelier Dipylon-meester: vazenschilder 8ste Eeuw • ± 50 vazen gevonden (760-750) • 900-700: Geometrische periode 750-700: Laat-Geometrische periode

  25. Dipylonvaas • Grote asurnen voor aristocratische graven • Beschildering (prothesis): - Gestorvene met rouwenden - Gevechtsscènes - Geiten en herten - Geometrische versiering: meander • Mannen: voetstukvazen • Vrouwen: buikvazen

  26. Beeldhouwkunst: kouros

  27. Beeldhouwkunst: korè

  28. Bouwkunst • Godsdienst centraal • Duidelijke opvattingen over mooie architectuur

  29. Godsdienst Gaea Uranus Cronus Rhea Oceanus Tethys Hyperion Mnemosyne Themis Iapetus Coeus Crius Phoebe Thea Prometheus Epimetheus Atlas Metis • Verering van de Griekse Goden • Meegekomen met de Doriërs • Onderverdeeld in • Olympische Goden • Titanen • Lagere Goden Demeter Persephone Dionysus Eros Hebe Eris Helios Thanatos Pan Nemesis De Gratiën De Muzen De Furiën Zeus Poseidon Hades Hestia Hera Ares Athena Apollo Aphrodite Hermes Artemis Hephaestus

  30. Olympische Spelen • Begin allicht ± 900 voor Christus (ervoor?) • Overige informatie • Zie project vorig jaar

  31. Homeros • ±800-±750 • Niets zeker • Artiestennaam • De Ilias

  32. Hesiodos • Collega & tijdgenoot van Homeros • Niets zeker • Vroegste geschreven bronnen van de Oudheid • Werken en dagen • Theogonie

  33. Cleobis & Biton: verhaal • Pausanias & Herodotus • Verhaal: twee broers van Argos • Moedigheid  Beelden in museum Delphi

  34. Cleobis & Biton: beelden • 610-580 vC • Polymedes • Dioscuren?

  35. De Archaïsche periode Quiz

  36. Voor de quiz Blad papier Schrijfstok Gezond verstand

  37. Vraag 1: Geef de coördinaten van de Archaïsche periode

  38. Vraag 2: Bij de invallen van de Doriërs verdwenen enkele steden. Welke van de volgende verdween niet? • Mycene • Troje • Sparta • Knossos

  39. Vraag 3: Welke van de volgende steden danken hun hedendaagse benaming niet aan de Griekse overheerser? • Napels • Aléria • Lyon • Marseille

  40. Vraag 4: Wie waren de metoiken? • Lijfeigenen • Vrije burgers, maar zonder politieke rechten • Landadel met politieke rechten • Vreemdelingen

  41. Vraag 5: Waarom werd er in de Archaïsche periode geen kaas gegeten zoals wij ze vandaag de dag kennen? • Hun godsdienst tekende kaas als de verboden vrucht af. • Er werd te weinig aan rundveeteelt gedaan. • Men had de bacteriën voor het striemproces nog niet ontdekt. • De Grieken offerden alle kaas aan hun huiselijke goden.

  42. Vraag 6: Welke van de volgende vruchten werd niet geconsumeerd in die periode? • Citrusvruchten • Granaatappels • Appels • Vijgen

  43. Vraag 7: Welke van de volgende munteenheden werd niet gebruikt in het oude Hellas? • De lira • De drachme • De denarië • De obool

  44. Vraag 8: Op welk vlak is Egypte zo belangrijk geweest? • Economie: import van luxegoederen • Godsdienst: hun godenverering van aldaar afkomstig • Politiek: steun aan de Grieken bij Trojaanse oorlog • Cultuur: Homeros’ vaderland

  45. Vraag 9: Geef de benaming van de twee basiskledingstukken tijdens de Archaïsche periode.

  46. Vraag 10: De benaming voor het vrouwenvertrek in een Griekse woonst? • Gynakoontos • Gynaekonitis • Gynèka • Gynaekunta

  47. Vraag 11: Stel: je bakt een keramieken kruik in een oven in een weinig verluchte ruimte. Welke kleur bekomt je kruik? • Wit • Geel • Rood • Zwart

  48. Vraag 12: In welke stad is dit meesterwerk mogelijks gefabriceerd? • Korinthe • Athene

More Related