Nadere presentatie van de Centrale Onderzoeksagenda t.b.v. Zomerschouw te Emmen op 6 juni 2013

1. Nadere presentatie van de Centrale Onderzoeksagenda t.b.v. Zomerschouwte Emmen op 6 juni 2013 door Ineke Delies

2. Inhoudpresentatie • Kortekennismakingdeelnemers en toelichtingopzetpresentatie (5 min) • Inhoud en werkwijzeCentraleOnderzoek(5 min) • Presenterenverkenningeersteresultaten (10 min) • Conclusies en reacties: discussies en verderevragen(20 min)

3. Conclusies op SWR bij bedrijven 1. Kwaliteit van de samenwerking: • heel goed want: gezamenlijk leren • inspelen op regio, minder op opleiding en scholing • veel ervaring met bilaterale samenwerking, niet met multilaterale, weinig met multilevel • risico persoonsgebonden dynamiek • er wordt veel geleerd in MDK en projecten 2. Multidisciplinariteit: • bedrijven denken multidisciplinair, maar besteden nog te weinig aandacht aan het werken daarmee binnen teams 3. Multilevel: • multilevelalleen in hogere organisatielagen 4. Comakership: • heel belangrijk • diverse fases ervan aanwezig in MDK • groeit wel, heeft tijd nodig 5. Regionale binding: • wel met gemeentes, niet met provincie • wel met MKB, niet met KvK • sterk met regionale vestigingen en werknemers uit de regio, minder met studenten uit de regio en afnemende bedrijven • uiteenlopende scores op aantallen regionale verbindingen: Van der Valk Emmen en Corestahoogste, DPE laagste

4. Conclusies op SWR bij onderwijs 1. Kwaliteit van de samenwerking: • benutten expertise van lectoraat • vooral ook nieuwe combi’s leren en werken • wel ervaring met innovatie, multilevel ook wel, multidisciplinair niet, maar daar wordt wel over geleerd in MDK • grote waardering voor korte lijnen en reallifelearning-aspect • vergroot de kwaliteit van het onderwijs zeer, m.n. bij de projecten • nieuwe vorm van kennisdeling ook belangrijk voor corebusiness en onderwijs 2. Multidisciplinariteit: • ervaring met multidisciplinariteit matig tot redelijk • samenwerking met beroepsveld nog te weinig, lectoraat geeft wel grote impuls daartoe 3. Multilevel: • veel ervaring mee, m.n. binnen eigen organisatie/onderwijsvorm 4. Comakership: • grootste innovatiekracht, heeft onderwijs in beweging gezet en regionale binding ook • de betrokkenheid met de regio is sterk toegenomen 5. Regionale binding: • sterk vergroot door studenten in regionale bedrijven: bedrijf kent hen en vice versa

5. Conclusies op KIN bij docenten/begeleiders 1. Samenwerking: • wel ervaring mee, maar meestal monolevel/monodisciplinair • ervaring met innovaties, niet met clusters • dat laatste wordt nu als heel innovatief gevonden 2. Leren en werken: • vooral leren van elkaar en leren van het bedrijf is nieuw en wordt zeer gewaardeerd • veel meer contacten met het beroepenveld (stages) en met collega’s (veelal intervisie) 3. Competenties: • vooral “leren op de werkplek” scoren hoog • samenwerking en communicatieve vaardigheden idem, maar ook nieuwe beroepscompetenties worden aangetoond 4. Context: • samenwerken met andere disciplines geeft bewustzijnsverhoging van eigen expertise • eigen expertise neemt toe om die toe te passen in niet-eigen discipline of branche • veel meer collegiale raadpleging en contacten tussen studenten door MD/ML-teams • kwaliteitseisen van beroep worden veel duidelijker zo

6. Conclusies op KIN bij studenten/werknemers 1. Samenwerking: • nauwelijks ervaring mee, is zeer toegenomen nu • samenwerking tussen studenten en ook met werknemers scoort hoog • ervaring met innovaties, neemt toe, is nog gering 2. Leren en werken: • voorstel duidelijke taakverdeling is belangrijk om te leren 3. Competenties: • communicatie en samenwerking in teams 4. Context: • wordt veel interessanter in multidisciplinaire teams • je leert ook sneller • multilevel ervaring is minder uit de verf gekomen • vooral projecten worden zeer gewaardeerd