1 / 47

Diabetes mellitus bij het schoolgaande kind .

Diabetes mellitus bij het schoolgaande kind . Dr. Jesse Vanbesien. UZ-Brussel. 9 mei 2014. Vraag 1:. Toedienen mediacatie (glucagon en insuline) in de ( lagere ) school bij kinderen met diabetes mellitus type 1. Vormen van diabetes mellitus bij het kind. Type 1 diabetes > 95%

ringo
Download Presentation

Diabetes mellitus bij het schoolgaande kind .

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Diabetesmellitusbijhetschoolgaandekind. Dr. Jesse Vanbesien. UZ-Brussel. 9 mei 2014.

  2. Vraag 1: Toedienenmediacatie (glucagon en insuline) in de (lagere) schoolbijkinderen met diabetesmellitus type 1.

  3. Vormen van diabetesmellitusbijhetkind • Type 1 diabetes > 95% • Andere: - Type 2 diabetes - Monogenetische diabetes of MODY - Mucoviscidose gerelateerde diabetes - Mitochondrialecytopathie - Medicatiegerelateerde diabetes (Asparaginase/Corticoïden) - Genetischesyndromen - Neonatale diabetes

  4. Oorzaken insulinetekort Type 1 Type 2 Verminderde gevoeligheid insuline Β cel destructie Insulinetekort

  5. Pathofysiologie van diabetesmellitus type 1 • Β-cel destructie • Irreversiebel • progressief • Auto-immune ziekte • Infiltratie met lymfocyten • Circulerende specifieke auto-antistoffen • High-risk HLA genotypen • Latente pre-klinische fase • Positieve auto-antistoffen • Normale glycemie • Geen klachten • Symptomatische klinische fase • Positieve auto-antistoffen • Hyperglycemie • Specifieke klachten

  6. Gevolgen insulinetekort Insulinetekort Suiker (energie) tekort in cellen Hoog suiker in bloed

  7. Insulinetekort: hoog bloedsuiker Veel plassen Veel drinken Uitdroging

  8. Insulinetekort: suikertekort intracellulair Vermoeidheid Energie-aanvoer vanuit vetten Vermagering Productie ketonen Misselijkheid – buikpijn – braken Keto-acidose

  9. Behandeling van diabetes type 1 INSULINE VOEDING BEWEGING EDUCATIE ZELFCONTROLE

  10. Behandeling van diabetes type 1 • Insulinesubcutaantoedienen • 3 methoden: • Met spuit en naald • Met eeninsulinepen • Met eeninsulinepomp

  11. Ernstigehypoglycemie Zeer variabele kliniek. Adrenerge symptomen: bleekheid, zweten, beven, angst, hartkloppingen, hongergevoel Neuroglycopenische symptomen: concentratie problemen, vermoeidheid, troebel zicht, stemmingsveranderingen (prikkelbaarheid, agressie, wenen), verwardheid, neurologische uitvalsverschijnselen. Verminderd bewustzijn, bewustzijnsverlies, convulsies

  12. Wat te doenbijhypoglycemie ? Glycemie < 60 mg/dl • Snelle suikers: • 1 dextro / 10 kg lichaamsgewicht • 30 ml cola / 10 kg lichaamsgewicht Controle dex na 10 minuten < 60 mg/dl: Herhaal snelle suiker > 60 mg/dl: Trage suiker (1 koolhydraatportie) als volgende maaltijd > 30’ Insuline dosis bij maaltijd verlagen met 0.5 – 1IE Onmiddellijk eten

  13. Ernstigehypoglycemie Bewustzijnsverlies < 12 jaar: 0.5 mg IM (1/2 ampoulle) > 12 jaar: 1 mg IM (1 ampoulle)

  14. Toedienenmedicatie in de schoolbijkinderen met diabetesmellitus type 1. • Wettelijkebepalingen: • Wet op uitoefeninggezondheidszorgberoepen. • Hulpaanpersonen in nood.

  15. Wet op uitoefeninggezondheidszorgberoepen Toedienenmedicatie (subcutaan, intramusculair) handelingwettelijkvoorbehoudenaan arts en verpleegkundige B2-verpleegkundige handeling Niet doorzorgkundige, opvoeders, familieleden, … Weldoorpatiëntzelf

  16. Wet op uitoefeninggezondheidszorgberoepen Wetverbiedverpleegkundigehandelingendoor niet – bevoegden te vergemakkelijkenoadoorhet hun aan te leren Hetisaanberoepsbeoefenaars en directiesverbodenuitvoeringdoor niet – bevoegdentoe te laten of hiertoeopdracht te geven

  17. Hulpaanpersonen in nood Wettelijkenormmagovertredenwordenalshierdoor direct en onmiddellijkmensenlevengered kan worden (dus bijacuutlevensgevaar) Voorplotse acute niet-voorzienbaresituaties ‘Hulpverlener’ moetdoenwathij/zijkent en kan Op school:kennis van EHBO: inschatten van toestand van hetkind, vrijwaren vitale functies, hulp (ambulance) halen/bellen Bij (ernstige) hypoglycemie: welsuikergeven, bijbewustzijnsverlies,geen glucagon injectiegeven

  18. Glucagon IM • Indicatie: Ernstigehypoglycemie met verminderdbewustzijnweinigfrequent • Echter: • ‘externe’ hulpsnel ter plaatse (ambulance) • Alternatievebehandeling: honing? • Verwachtingenouders…. • Vaak niet uitgelegd

  19. Insuline SC Bijelkemaaltijd/collatienodig, dus elkeschooldag Geenalternatievebehandeling ‘thuis’ verpleegkundige Verwachtingenouders

  20. Vraag 2: Overleg met school bij kind met diabetes mellitus type 1.

  21. Interventie van hetdiabetes team op school. • Verschaffen van informatie omtrent de ziekte en de behandeling • bij voorkeur zo snel mogelijk na diagnose • later opnieuw zo nodig (bv. Schoolverandering, meerdaagse uitstappen,…) • onderwijzend, administratief, toezicht en keukenpersoneel • In de klas aangepast aan leeftijd en schoolsituatie • In samenwerking met kind, ouders en schoolarts • diagnose, behandeling, aanpassen van behandeling in bepaaldesituaties, acute complicaties

  22. Interventie van hetdiabetes team op school. • Uitwerken en controleren van preventieve maatregelen • igv van hypoglycemie • Aanwezigheid en beschikbaarheid van drank/voedsel voor opsuikeren • wat gebruiken om op te suikeren, waar ligt het, hoeveel geven we, wie beslist hierover • Beschikbaarheid en geldigheid van Glucagen hypokit • Opvang bij ernstige hyperglycemie • Ketonen strips: wanneer gebruiken, waar liggen ze, wat als er ketonen zijn • Wie neemt de verantwoordelijkheid • Beschikbaarheid van contactnummers igv medische problemen

  23. Interventie van hetdiabetes team op school. • Bevorderen van de communicatie tussen ouders en onderwijzend personeel • Vermijden van overbescherming door ouders • Vermijden van specifieke eisen van ouders • Vermijden van de afwijzing van verantwoordelijkheden van onderwijzend personeel • Vermijden van overcontrole door onderwijzend personeel • Zowel clb-team als diabetes-team kunnen bemiddelen bij conflicten

  24. Verwachtingentenaanzien van de school. • Geven van specifieke toelatingen tijdens lesuren en sporturen (prikken, spuiten, eten) • Toezicht tijdens speeltijden, maaltijden en sportlessen, zowel • op algemene toestand • op glycemie controle’s • extra snacks • insuline injecties • Uitwerken van maatregelen bij bepaalde gelegenheden oa. Verjaardagfeestjes, kooklessen… • Toediening / beschikbaar stellen van “Glycogen hypokit” bij ernstige hypoglycemie.

  25. Verwachtingentenaanzien van de school. • Voorzorgsmaatregelen bij extra- muros activiteiten • Meenemen van diabetes materiaal • Meenemen van bijkomende maaltijd en/of snacks • Voorzien van tijd en plaats voor zelfcontrole / insuline injecties / nemen van maaltijden en snacks. • Extra controle op algemeen welbevinden van het kind • Meenemen van telefoonnummers van ouders/diabetes-team

  26. Vraag 3: Insulinepomp

  27. Behandeling van diabetes type 1 • Insulinetoedienen • 3 methoden: • Met spuit en naald • Met eeninsulinepen • Met eeninsulinepomp

  28. Wat is een insulinepomp? Een klein apparaatje dat bestaat uit: • Een computer, beeldscherm en bedieningstoetsen • Een batterij, motor en aandrijfas • Insulinereservoir, verbonden met lichaam door infusieset De infusieset geeft insuline af aan het onderhuidse weefsel

  29. Watdoeteeninsulinepomp? Continue SubcutaneInsulineInfusie: • Basaletoediening: continue afgiftegedurende 24 uur van snelwerkendeinsuline ( E/uur ) • Bolus toediening: insulinedosisgegeven door gebruikervoorkoolhydraten van de maaltijd of vooreenhogebloedsuiker

  30. Insulineafgifte met insulinepomp

  31. Voordelen van pomptherapie • Alleengebruik van snelwerkendeinsuline: minder schommelingen door betereopname • Infusiesetslechtsom de 3 tot 4 dagenvervangen, geen 4 inspuitingen/ dag • Betereregulatiemet minder hypo’s • Periodes van stress, ziekte, onregelmatigewerkurenzijnbeter op tevangen • Flexibiliteit:etenwaneer, wat en hoe vaak u wilt en nietomdat u moeteten! • Uitslapen is mogelijk, de pomp voorziet u 24u van insuline! • Meer vrijheid en flexibiliteit, watbijdraagt tot eenbeterekwaliteit van leven • Gebruikerslevenhuneigenleven, de pomp regelthun diabetes

  32. Waarom is eenintensievebehandelingnodig? • Beperken van acute problemen van diabetes, zoals hypo’s en Hypers • Risico op langetermijncomplicatiesverminderen • Betervoelen en beterfunctioneren

  33. Regelt de pomp je bloedsuikerautomatisch? Neen! Je moetblijven: • Bloedsuikermeten4X/dag • Koolhydratentellen • Bolussengeven • Denken • Pomp programmeren

  34. Insteekplaatseninfusieset? Onderhuidsvetweefsel: • Buik • Billen • dijen

  35. Men mag ontkoppelen 1 uur per dag • Voorzwemmen • Voorcontactsporten • Voor douche of bad

  36. Watvoorzien op de school? • Actieplanvoordagelijkseverzorging: - Schema voorbloedsuikertesting - Maaltijden en snacks voorzien met labels met aantalgrammenkoolhydraten - Uitleggebruik pomp: bolussengeven • Actieplanvoorlage en hogebloedsuikers • Plan voorcommunicatie met ouders en diabetesteam • Reserve materiaalvoordiabetesregeling

  37. Actieplanbij hypo (< 70mg/dl ) • Onmiddellijk 1 zakjeHypofit per 1O kg lichaamsgewicht • 10 tot 15 minutenwachten, herbeginnenwanneer de bloedsuikerbeneden 70 blijft. • Wanneerbloedsuikerboven 70, langwerkendekoolhydratennemen, alsvolgendemaaltijd of snack later dan 1 uur

  38. Actieplanbijhyperglycemie( > 250 mg/dl) • Correctiebolusgeven met de pomp • Controlena 1uur • Bloedsuikergezakt: oké • Bloedsuikergestegen: ketonentesten in het bloed en steeds bijspuiten met pen natelouders of medisch team! Indien 4 uurzonderinsulineafgifte: risicovoorketoacidose!

  39. Sport: risico op …. • Hypo: - voorgaandemaaltijdbolusverlagen - extra koolhydratengevenvoor sport en na sport • Pomp beschadigen: - ontkoppelenvoor 1 uur • Kleefpleistergelost: - Steeds controlena sport

  40. Kleefpleister los en naalduitlichaam! • Risico op ketoacidose • Meet bloedsuiker en ketonen • Bel de ouders of medisch team • Bijspuiten met de pen

  41. Alarmen • Dringendealarmen: oudersbellen! - Verstopping - Batterijleeg - Reservoir met insulineleeg • Aandachtsalarm: - Batterij of reservoir bijnaleeg

  42. Alarm wissen • Bekijk de alarmtekst om de alarmsituatie te verhelpen • Wis het alarm door op de knoppen ESC en ACT te drukken • Volg de instructies op die bij het alarm waren verschenen

  43. Vraag 4: Adolescenten met diabetes en alcohol: gevaren, advies

  44. Diabetes en alcohol • Alcoholblokkeert de mogelijkheid van de lever nieuwe glucose te maken • Risico op hypoglycemie • Dalingcortison en groeihormoonoivalcohol • Risico op hypoglycemie • Verstoordeproductievetzurenthv lever • Risico op hypoglycemie • En dit gedurende ganse periodedat lever nodig om heeft om alcoholaf te breken ! • Risico op laattijdigehypoglycemie • Alcoholbevatveelcalorieën, cave gewichtstoename.

  45. Diabetes en alcohol - dronkenschap • Verminderdhelderdenken • Verhoogdrisico op niet herkennen van hypoglycemie-symptomen • Verhoogdrisico op niet herkennen van symptomen van hyperglycemie, insuline tekort of ketose • Derdenherkennensymptomen van hypoglycemie niet, verwarren met dronkenschap/intoxicatie

  46. Diabetes en alcohol • Geenvolledige ban van alcohol, maar eerderpraktischaangepastadvies • Licht (deel van) gezelschap in dat je diabeteshebt • Diabetes ID • Met mate drinken, vermijddronkenschap • Eetaltijdlangwerkendekoolhydratenbijhetdrinken van alcohol • Goedehydratatie • Bloedsuikermetenvoorslapengaan • Eetnog extra langwerkendekoolhydratenvoorslapengaan (chips)

  47. Diabetes en alcohol • Verlaagdosisbedtijd-insuline (10%?) • Lichtderden (ouders) in over je toestand • Op tijdopstaan • Goedkoolhydratenrijkontbijt • Gevaar van binge-drinking, risico op braken – aspiratie - ketoacidose • Cave: glucagon werktmindergoed na gebruik van alcohol

More Related