140 likes | 282 Views
Basel III toegelicht externe presentatie. Hoe is Basel III tot stand gekomen?. Banken bleken over te weinig liquiditeitsbuffers te beschikken: liquiditeit was altijd beschikbaar. Banken hadden te weinig kapitaal en daarbij was het kapitaal van onvoldoende kwaliteit.
E N D
Hoe is Basel III tot stand gekomen? • Banken bleken over te weinig liquiditeitsbuffers te beschikken: liquiditeit was altijd beschikbaar • Banken hadden te weinig kapitaal en daarbij was het kapitaal van onvoldoende kwaliteit • Banken leenden makkelijk teveel geld uit, in verhouding tot het kapitaal wat zij beschikbaar hadden Kredietcrisis • Gebrek aan gemeen-schappelijke taal tussen beleidsmakers en uitvoerders • Banken hadden een sterke focus op omzet Basel III Banken worden stabieler Banken zijn beter instaat om (onverwachte)verliezen op te vangen Banken kunnen beter aan hun liquiditeitsverplichtingen voldoen
Wat houdt Basel III in? 4 ratio’s Basel III 4. Stabiele Funding Ratio 3. Liquiditeit Ratio 1. Kapitaal Ratio 2. Hefboom Ratio • Banken dienen voldoende langjarige (> 1 jaar) spaargelden en (obligatie) leningen aan te trekken voor de financiering van de langlopende financieringsverplichtingen (> 1 jaar) • Banken dienen een gezonde verhouding van geleend en eigen vermogen aan te houden • Banken dienen voldoende liquide middelen ter beschikking te hebben om te voldoen aan de potentiële betalingsverplichtingen in een stresssituatie van 30 dagen • Hogere kwaliteit en kwantiteit van kapitaal
1. Kapitaal Ratio: Banken moeten meer kapitaalbuffers aanhouden • De minimale eisen ten aanzien van het door banken aan te houden kapitaal op risico gewogen activa wordt verzwaard: Er moeten meer buffers worden aangehouden en van hogere kwantiteit en betere kwaliteit (op aandelenkapitaal en winstreserves). Kapitaal wordt hierdoor schaarser. Basel III*11,5-15,5% • Systeem buffer – Een buffer voor systeem banken. Deze banken zijn vanwege hun grootte, complexiteit en verbondenheid met andere banken zo belangrijk voor het financiële systeem, dat zij als ‘too big tofail’ kunnen worden beschouwd. (Internationale banken moeten mogelijk een extra 1% buffer aanhouden) 1-2,5% • Anti-cyclische buffer – Deze buffer beweegt zich tegen de economische conjunctuur in (m.a.w.: deze buffer wordt opgebouwd in goede tijden) 0-2,5% Oud(Basel II)8% 2,5% • Conservatieve buffer – Extra vaste kapitaal buffer • Achtergesteld kapitaal – Banken mogen minder kapitaal aanhouden in de vorm van achtergestelde leningen 3,5% 6% • Kern kapitaal –Banken moeten meer kernkapitaal (aandelenkapitaal en winstreserves) aanhouden. Voor dit kernkapitaal gelden strenge eisen 4,5% 2% * Alle percentages zijn minimum percentages en staan nog ter discussie
1. Kapitaal Ratio: Voorbeeld kapitaal effecten op een krediet • Minimale kapitaaleis: 15,5% • Gewenst rendement: stel 10% (gem. rendement dat beleggers/aandeelhouders verwachten) A. Product component Hypothecair gedekte lening 10.000.000 Stel RWA* = 25%= 2.500.000 B. Berekening Basel II € 2.500.000 Basel II capital target 8% Rendement op vermogen 10% € 20.00020bps Basel III € 2.500.000 Basel III capital target 15,5% Rendement op vermogen 10% € 38.750 38.7bps € 18.750 Toenamekosten kapitaal ±19 bps • Het RWA (risico gewogen activa) wordt bepaald aan de hand van het risicoprofiel van de klant, de waarde van de ingebrachte zekerheden, type product • en limiet
2. Hefboom Ratio legt grenzen aan onbeperkte balansgroei Hefboom Ratio • Banken dienen een gezonde verhouding van geleend en eigen vermogen aan te houden. • Doel: ongewenste balansverlenging voorkomen. Kernkapitaal (aandelenkapitaal en winstreserves) Totale bruto uitzettingen incl. niet gebruikte kredietruimte ≥ 3% Hefboom Ratio
3. Liquiditeit Ratio: Nieuwe regel voor liquiditeit op korte termijn Liquiditeit Ratio • Banken dienen voldoende liquide middelen ter beschikking te hebben om te voldoen aan de potentiële betalingsverplichtingen in een stresssituatie van 30 dagen. • Banken moeten een adequate liquiditeitsbuffer aanhouden van hoge kwaliteit (geld bij centrale banken en hoogwaardig staatspapier). • Deze buffer moet voldoende zijn om binnen 30 dagen aan alle potentiële netto betalingsverplichtingen te kunnen voldoen wanneer de banken/markt in een stresssituatie zou verkeren. • Wat is een stresssituatie? • Een substantiële verslechtering van de positie van een bank/markt (bijvoorbeeld door een afwaardering van de rating, run-off van deposito’s of verhoogde volatiliteit van de markt).
3. Liquiditeit Ratio: Voorbeeld van de effecten van de liquiditeit ratio op credit geld Zakelijke klant met > € 1.000.000 credit geld / betalingsverkeer Ja ≤ 30 dagen Huisbankier relatie Cash out* factor 25%** Benodigde liquiditeitsbuffer € 250.000 Ja Ja Benodigde liquiditeitsbuffer € 750.000 Bedrijven, centrale banken en overheid Cash out* factor 75%** Nee Ja Nee Nee Financiële instellingen + overig Cash out* factor 100% Benodigde liquiditeitsbuffer € 1.000.000 Ja > 30 dagen Cash out factor 0% Benodigde liquiditeitsbuffer € 0 * Cash out = verwachte uitstroom in een stresssituatie ** Cash out factorpercentages staan nog ter discussie
3. Liquiditeit Ratio: Voorbeeld van de effecten van de liquiditeit ratio op kredieten Zakelijke klant met > € 1.000.000 limiet waarvan € 500.000 ongebruikt is Krediet: contractueel niet herroepbaar/ herroepbaar onder voorwaarden Klant isgeen financiële instelling Zakelijk, bedrijven, centrale banken en overheid Creditfaciliteit Cash out* factor 10%** Benodigde liquiditeitsbuffer € 50.000 Ja Ja Ja Ja Nee Benodigde liquiditeitsbuffer € 500.000 Liquidity faciliteit Cash out* factor 100%** Nee Nee Nee Klant iseen financiële instelling Cash out* factor 100% Benodigde liquiditeitsbuffer € 500.000 Ja Krediet: onmiddellijk herroepbaar zonder kennisgeving/voorwaarden Cash out factor 0% Benodigde liquiditeitsbuffer € 0 Ja * Cash out = verwachte uitstroom in een stresssituatie ** Cash out factorpercentages staan nog ter discussie
4. Stabiele Funding Ratio: Nieuwe regel voor liquiditeit op lange termijn Stabiele Funding Ratio • Dit is een ratio voor lange termijn liquiditeit. • Alle uitstaande kredieten (langer dan 1 jaar) moeten een bank kunnen funden met kernkapitaal, spaargelden en (obligatie)leningen met minimaal dezelfde looptijd. Uitstaande kredieten ( >1 jaar) Kernkapitaal, spaargelden en/of obligatie leningen ( >1 jaar) ≥ 100% Stabiele Funding Ratio
Basel III Samengevat • Kapitaal wordt schaarser • Prijzen zullen stijgen • Prijsverschillen ontstaan door producten / risicoprofiel / klantrelatie • Veranderende relatie met de bank • Keuze voor één bank als huisbankier wordt belangrijker • Focus op alternatieve financieringsvormen • Meer maatwerk in kredietverlening • Banken worden stabieler • Het gehele financiële systeem wordt stabieler • Bedrijven moeten zelf ook kritischer naar hun financiële bedrijfsvoering kijken