1 / 12

De omgeving

De omgeving. 3.2 Een politiek regime. Een politiek regime. Aan grondslag van de classificatie ligt de vraag: “ Welke principes liggen ten grondslag?” Wie heeft het recht om beslissingen te nemen? Wordt dat recht gegeven aan de erfgenamen van de vorige machthebbers?

roger
Download Presentation

De omgeving

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De omgeving 3.2 Een politiek regime

  2. Een politiek regime • Aan grondslag van de classificatie ligt de vraag:“ Welke principes liggen ten grondslag?” • Wie heeft het recht om beslissingen te nemen? • Wordt dat recht gegeven aan de erfgenamen van de vorige machthebbers? • Wordt het recht om te besturen afgedwongen door vorige heerser te verdrijven? • Wie wordt er betrokken bij het aanwijzen van machthebbers? • Speelt godsdienst een rol of zijn bestuur en godsdienst gescheiden? • Door wie en hoe wordt er voor gezorgd dat regels worden nageleefd? • Welke rechten heeft de bevolking? • Moeten de politieke overheden zich aan regels houden? • Zijn regels voor iedereen of voor deel van territorium?

  3. Een politiek regime Antwoord op die vragen bepaalt onderscheid tussen o.a. democratische en autoritaire regimes. - Verkiezen van vertegenwoordigers? - Recht op vrij spreken?  twee grote categorieën met veel variaties Welke van beide is het meest stabiel? In welk systeem is de economische levensstandaard het hoogste? Zijn autoritaire regimes beter instaat om een land efficiënt te besturen?  Deelvragen van vorige slide een voor een beantwoorden om tot uitspraken over regimes te komen.

  4. Een politiek regime “Zijn regels voor iedereen of voor deel van territorium?” In extreme vorm: UNITAIRE STATEN (gecentraliseerd bestuur) VS FEDERALE STATEN (gedecentraliseerd bestuur) Staten zoals ze nu bestaan zijn voorlopig eindpunt, historsich gegroeid: regio’s, gouwen, gewesten, gemeenschappen, … die verwijzen naar hun eigenheid vóór ze deel uitmaakten van staat.  In sommige staten hebben die entiteiten nog politieke rol.

  5. Een politiek regime Soms gaan die kleinere gebieden niet op in een grotere staat maar behouden ze eigenlijk onafhankelijkheid en instellingen in een Unie. Die unie noemen we een federatie of een confederatie? Vb. Verenigde Staten, Zwitserland, De 17 Provinciën van de Verenigde Nederlanden in de 16de eeuw (unie van herthogdommen, graafschappen, markgraafschappen, heerlijkheden)

  6. Een politiek regime

  7. Een politiek regime Vereniging van grondgebieden kan voor verschillende structuren zorgen: • Unitaire staat: • geen bevoegdheden meer voor deelgebied • Staat vanuit centraal punt bestuurd • Beperkte eigen instellingen en middelen (varieert) vb. Provincies in Nederland hebben weinig autonomie en enkel ondergeschikt bestuur, kunnen volledig door nationale staat bepaald worden.

  8. Een politiek regime • Confederatie • Samenwerkingsverband tussen nationale staten die autonomie bewaren. • Aantal dingen worden samengedaan als iedereen er mee akkoord is (unanimiteit) • Deelnemende staten kunnen confederatie verlaten. • Federatie • Federale staat neemt beslissingen die algemeen geldend zijn • Er zijn minstens twee autonome niveaus van besluitvorming (specifieke beleidsdomeinen en middelen) • Vertegenwoordiging van deelstaten in besluitvorming op federaal niveau (shared rule)

  9. Een politiek regime Centraal in federale politieke filosofie: Subsidiariteit • Groter politiek geheel speelt pas rol wanneer kleinere gehelen te beperkt zijn voor een bepaald probleem. • Groter politiek geheel moet op ‘subsidiaire’ wijze optreden (als hulp , niet plaatsvervangend) Hoe komen confederaties en federaties tot stand? • Samenvoeging van staten (VS, Zwitserland, Canada, Australië) • Decentraliseren van een unitaire staat  vraag naar meer autonomie van deelgebieden.  kan leiden tot asymmetrische constructies (zoals België) waarbij niet alle deelgebieden dezelfde bevoegdheden hebben.  vraag naar autonomie is niet even hard bij alle deelstaten waardoor er soms een verschil is in mate van autonomie ( complex. Vb Corsica in frankrijk.)

  10. Een politiek regime Voor- en nadelen van een sterke federale overheid Wie bepaalt wat de beste institutionele oplossing is? • Boeiende bijdrage tot het debat: ‘Federalist papers’, brieven van verdedigers van de nieuwe federale grondwet van de VS in 1788. https://www.youtube.com/watch?v=UxtbSt0HCNA  NA WOII staten ook actief in ontwikkelen van welvaartstaat   sociaal en economisch

  11. EEN POLITIEK REGIME • Het economisch argument gat uit van principe van gelijkheid:staat aan alle inwoners dezelfde sociaal-economische kansen aanbieden. • de federale overheid moet beschikken over de bevoegdheden om in die domeinen het beleid te maken. • Voorstanders van actief economisch optreden van overheid in federale staat zijn voorstander van een sterke federale unie. Vb. de Democraten in de VS sinds de jaren ’30. • Een algemeen gelijkheidsargument voor sterke federale overheid is het overzicht over respect voor fundamentele vrijheden dat aan de hoogste overheid toegekend is. (Vb. slavernij in VS, Zuiden tegenover Noorden, in voordeel van federalisten beslecht na burgeroorlog (1860-1865))

  12. Een politiek regime • Argument in voordeel van lossere federatie: deelstaten staan dichter bij burger  responsieve overheid • Cultureel argument: Verspreiden van macht kan gevaar betekenen voor nationale eenheid en samenhorigheidsgevoel. Vb. Frankrijk na de Franse Revolutie: ‘UNE RÉPUBLIQUE UNE ET INDVISIBLE’  federalisme lag zeer moeilijk (nog steeds in FR- Ook culturele argumenten aanwezig bij vraag naar decentralisering van unitaire staten  Vlaanderen, Catalonië, Baskenland, Schotland, … Baseren zich op regionale eenheid.

More Related