E N D
1. Werken arts en NP samen?
Dr. Petrie F.Roodbol, Hoofd Wenckebach, lector VIP Hanzehogeschool
2. Door de NP werken artsen en verpleegkundigen beter samen
3. Beroepsbeeld
4. Greep uit de literatuur
5. Vakbladen
6. Wat verwachten co-assistenten van verpleegkundigen? (n=15) Begin
“Wast en maakt schoon”
“Nooit over nagedacht”
“Neemt je op sleeptouw” (hoopvol)
Eind
Geeft je aanwijzingen,
Weten verrekte veel, maar je moet het vragen
Belangrijk voor het signaleren van problemen bij patiënten
7. Overzicht zorgopleidingen 1997 BIG
8. 1880 Anna Reynvaen (1844-1920; Van der Mey-de Leur, 1987) als verpleegkundige opgeleid bij het Witte Kruis, slaagt erin vanaf 1880 samen met de geneesheer-directeur Van Deventer (1848-1916; Van der Mey-de Leur,1987) het Amsterdamse Buitengasthuis grondig te moderniseren. Zij wordt in het begin tegengewerkt door de zaalmeiden en de zaalknechts, maar uiteindelijk weet zij een kentering te bewerkstellingen (Van der Mey-de Leur, 1987). Reynvaen en Van Deventer starten in 1883 een eigen opleiding tot verpleegkundige, gericht op lichamelijk zieke patiënten(A- verpleging). Enkele jaren later is Van Deventer ook betrokken bij de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige (B- verpleging; Van der Mey- de Leur, 1987).
Om meer publiciteit te geven aan de verbeteringen in de verpleging richt Reynvaen samen met Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916) in 1890 het Maandblad voor Ziekenverpleging op, dat nu, ruim 100 jaar later, nog steeds bestaat (Dane, 1968).
Zij moeten het opnemen tegen een associatie van verpleging met zaalmeiden en zaalknechts, wat neerkwam op zedeloosheid, dronkenschap, onverschilligheid en onbetrouwbaarheid. Anna Reynvaen (1844-1920; Van der Mey-de Leur, 1987) als verpleegkundige opgeleid bij het Witte Kruis, slaagt erin vanaf 1880 samen met de geneesheer-directeur Van Deventer (1848-1916; Van der Mey-de Leur,1987) het Amsterdamse Buitengasthuis grondig te moderniseren. Zij wordt in het begin tegengewerkt door de zaalmeiden en de zaalknechts, maar uiteindelijk weet zij een kentering te bewerkstellingen (Van der Mey-de Leur, 1987). Reynvaen en Van Deventer starten in 1883 een eigen opleiding tot verpleegkundige, gericht op lichamelijk zieke patiënten(A- verpleging). Enkele jaren later is Van Deventer ook betrokken bij de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige (B- verpleging; Van der Mey- de Leur, 1987).
Om meer publiciteit te geven aan de verbeteringen in de verpleging richt Reynvaen samen met Jeltje de Bosch Kemper (1836-1916) in 1890 het Maandblad voor Ziekenverpleging op, dat nu, ruim 100 jaar later, nog steeds bestaat (Dane, 1968).
Zij moeten het opnemen tegen een associatie van verpleging met zaalmeiden en zaalknechts, wat neerkwam op zedeloosheid, dronkenschap, onverschilligheid en onbetrouwbaarheid.
9. Verwachtingen
10. Verschuiving handelingen
11. 1980………
12. Reactie verpleging Nieuwe organisatievormen
Methodisch werken
Verpleegkunde als wetenschap
Verpleegkundig specialisten
Verpleegkundige conceptuele modellen
Verpleegkundige classificatiemodellen
Verpleegkundig onderzoek
Van WUG naar BIG
Het verpleegkundig opleidingsstelsel
14. Omstandigheden Kennis en ervaring verpleging
Artsentekort (vrees)
Effectieve inzet van specialist en hoogopgeleide verpleegkundige
Vernieuwing opleiding (Canmeds)
Vraag om carričre mogelijkheden
Wet BIG
Visie overheid
15. Aard van de taken (NP mammacare)
16. Interne krachten (N=74)
17. Reactie verpleging (sociale identiteitstheorie, N=74) Groepsdeprivatie
Adoptie
Ervaren waardering
Self fulfilling profecy
18. Autonomie, ontplooiingsmogelijkheid
Geen gedwongen implementatie
Identiteit uit het oorspronkelijke beroep
De implementatie van een NP heeft gevolgen voor alle betrokkenen (krachtig management)
Afspraken over tijdswinst
Factoren voor succesvolle samenwerking (N=74)
19. Samenwerking is goed, maar ook:
Nergens is sprake van structurele scholing
Supervisie tijdens de spreekuren, vaak ad hoc
Individuele relaties
NP volgens gelijke classificatie medici